Hoorcollege aantekeningen Privaatrecht - week 3

Hoorcollege Privaatrecht – week 3

Wilsgebreken
Er is een wil met een daarmee overeenstemmende verklaring (art. 3:33
opzettelijk
BW), maar de wil is niet zuiver gevormd
 Bedreiging (art. 3:44 lid 2 BW): als er wordt gedreigd met iets
onrechtmatigs
 Bedrog (art. 3:44 lid 3 BW)
- Opzet vereist

 Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 lid 4 BW)
Niet opzettelijk
- Zijn al bepaalde omstandigheden aan de hand, en daar wordt
misbruik van gemaakt. Baas tekent toch wel alles wat
secretaresse doorgeeft
 Dwaling (situatie bestond al) (art. 6:228 lid 1 BW)
- bedrog zonder opzet
Twee vereisten
 Er moet sprake zijn van (art. 6:228 lid 1 BW):
a. Een onjuiste mededeling of;
b. Het onterecht verzwijgen van informatie of;
c. Wederzijdse dwaling
 Er mag geen sprake zijn van een uitsluitend toekomstige
omstandigheid of iets wat voor rekening van de dwalende komt
(art. 6:228 lid 2 BW)


Bij deze 2 laatste opties mogelijkheid tot nieuw tegenvoorstel, bijv.
omdat de auto meer km op de teller had alsnog 2.000 korting. Als het
nadeel hier mee wordt opgeheven, dan wordt dan de nieuwe deal waar
je aan vast zit.


Wilsgebreken leiden tot vernietigbaarheid