H1 /H2
Bij onderzoek heb je producers en consumers
Empirisch (onderzoek): Dat wil zeggen dat zij uitspraken doen op grond van wetenschappelijk
onderzoek dat is gebaseerd op systematische observaties (meten, observeren etc.)
Evidence-based treatments: therapieën ondersteunt door onderzoek
Theory-data cycle: wetenschapper (en wij) verzamelen data om te testen, veranderen of updaten
hun theorieën
Cupboard theorie: je houdt van datgene waar je eten van krijgt (bijv. hond van ons / baby van mama)
contact comfort theorie: je houdt van waar de comfort bij vind (zachte mama)
Theorie: reeks uitspraken die algemene principes beschrijft over hoe variabelen zich tot elkaar
verhouden
Kenmerken kwalitatief onderzoek: Probalistisch: Uitspraken binnen een theorie gelden niet voor alle
gevallen of op elk moment in de tijd (de bevindingen leggen niet alle situaties uit)
Hypothese (voorspelling): een specifieke uitkomst die onderzoekers verwachten te zien in een studie
als de theorie klopt
Data: set van observaties
Goede wetenschappelijke theorieën zijn:
Ondersteunt door data
Falsifieerbaar (falsifiabel): een theorie moet weerlegd kunnen worden met systematische
waarnemingen
Spaarzaam (parsimonious): als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken
Wetenschappers zeggen niet dat iets is bewezen of juist niet, ze waarderen hun onderzoek op
hoeveelheid/sterkte bewijs (weight of the evidence)
,Type onderzoeksvragen:
Fundamenteel (Basic) – gaat om kennis vergaren
Toegepast (Applied) – praktisch probleem in real life situatie
Translationeel (translational) – vertalen van bevindingen uit fundamenteel toepasbaarheid in de
praktijk
Journalistiek gaat af op de leuke verhalen, niet zozeer de beste
Vergelijkingsgroep (comparison group) – zo kunnen we vergelijken wat zou gebeuren met en zonder
die factor
Confound: alternatieve verklaringen voor een uitkomst, omdat bijv. andere factoren ook zijn
veranderd
Confederate: een acteur met een specifieke rol voor een experiment
Beschikbaarheidsheuristiek (availability heuristic): dingen die makkelijk in je gedachten op poppen
leiden je denken (tot soms onlogische dingen)
Present bias: veelgemaakte fout om alleen te kijken naar wat er wel is en niet wat er niet is
Confirmation bias: te zoeken naar informatie die overeenkomt met wat je al geloofde/ vermoedde
Bias blind spot: we denken dat we niet gevoelig zijn voor biassen (confirmation of present etc.)
, Empirische artikelen: artikelen die details bevatten over de studie methode, de gebruikte statistische
testen en de resultaten van de studie
Recensie (review) artikelen: artikelen die een samenvatting bevatten van alle gepubliceerde
onderzoeken op dat gebied
Meta-analyse: combineert de resultaten van meerdere studies en geeft een getal dat de omvang, of
de effectgrootte, van een relatie samenvat
Onderdelen empirisch journaal artikel:
Abstract: beknopte samenvatting, met hypotheses, methoden, belangrijke resultaten
Introductie: bevat 3 delen, 1) uitleg van het onderwerp, 2) achtergrond van het onderwerp,
wat er getest wordt en eerdere studies, waarom belangrijk, 3) specifieke onderzoeksvragen,
doel / hypothese
Methode: hoe het onderzoek uitgevoerd gaat worden (zo omschreven dat iedereen het
precies na zou kunnen doen)
Resultaten: kwantitatieve en soms kwalitatieve resultaten met alle specifieke testresultaten
Discussie: hoe goed de resultaten de hypothese ondersteunen, belang onderzoek aangeven,
alternatieve verklaringen / nieuwe vragen naar aanleiding van het onderzoek
Referenties: bibliografie