ICAIS alle opdrachten werkcolleges

BIV / ICAIS Semester 6.2 week 1

Werkcollege 1
Casus Fairy Park
Betrouwbaarheidstypologieën
- Park: Dienstverlening door beschikbaar stellen van capaciteit zonder specifieke reservering
- Horecagelegenheden: Dienstverlening met zeker mate van doorstroming van eigen goederen
- Theater: Dienstverlening door beschikbaar stellen van capaciteit met specifieke reservering
- Vakantiepark: Dienstverlening door beschikbaar stellen van capaciteit met specifieke reservering
- Souvenirwinkel: Handelsbedrijf tegen contante betaling (detailhandel)

Inherent risico
 Verlenen van kortingen bij het kopen van kaartjes via de website in plaats van bij de ingang
 Niet aanslaan van contante betalingen of een lagere opbrengst verantwoorden --> onvolledige
verantwoording van de omzet
 Kortingen worden verantwoord die niet aan de abonneehouders worden verstrekt. Gewone
kaartjes verantwoorden als abonneehouders met korting
 Onttrekken van goederen (door onterecht afwaarderen) in souvenirwinkel of horeca (diefstal)
 Inkoopbonussen bij contracten afsluiten terwijl deze niet bestaan of lagere bonussen
verantwoorden dan in werkelijk contract is opgenomen
 Hoge opbrengst verantwoorden als lage opbrengst bij Last-minute boekingen voor vakantiepark
en het verschil hierbij onttrekken. Bij last-minute boekingen de omzet boeken als last-minute
verhuur, terwijl het eigenlijk een normale reservering is. Je krijgt dan meer geld dan je boekt in
het systeem
 Prijzen van verkeerde voorstellingen aanslaan in het systeem bij theater
 In het systeem staan vakantiehuizen leeg, maar in werkelijkheid zitten er mensen in. Zo is de
gegeven omzet uiteindelijk lager dan de werkelijke omzet --> onvolledige verantwoording vd
omzet



Werkcollege 2: vragen powerpoint wc 2
Vraag 1
Wat wordt bedoeld ten aanzien van de horeca-activiteiten met een winkel in een winkel? Kun je hier
een voorbeeld van geven voor Fairy Park
Als een medewerker van het restaurant voor eigen rekening drinken of eten dat afkomstig is van het
restaurant verkoopt en dit geld zelf houdt. Een voorbeeld: iemand die in een koffiecorner zelfstandig
koffie inkoopt en dit verkoopt in de corner op het park, waarbij hij/zij dus gebruik maakt van de
apparatuur van in het park. Vervolgens wordt de winst in eigen zak gestoken.

Vraag 2
Wie dient in een horecagelegenheid van Fairy Park, de automatische kassa waarop het assortiment is
te vinden, te bedienen? Bediening (verkoopmedewerkers)

Wie raadpleegt de automatische kassa? Keuken (zij kunnen op basis van een ordervastlegging
nagaan wat er besteld is)

,Hoe is het menubestand en verkoopbestand beveiligd?
De hogere managementlagen (bv. directie, centrale leiding etc.) leggen de prijzen centraal vast. En de
bedieners kunnen de prijzen enkel raadplegen en niet muteren. Alleen bevoegde gebruikers kunnen
toegang worden verleend door bijvoorbeeld gebruik te maken van rechten met bijbehorende
inlogcodes (bv. gebruikersnaam en wachtwoord)

Vraag 3
Geef drie redenen waarom het vaststellen van het verbruik van ingrediënten inzake de maaltijden,
niet voldoende is om daar de volledigheid van de verantwoorde opbrengsten mee te controleren.
 Verbruik houdt geen rekening met uitval
 Verbruik wordt niet verantwoord als omzet door het bijvoorbeeld voor eigen rekening te
verkopen of te onttrekken
 Ingrediënten worden verbruikt voor maaltijden die uiteindelijk niet worden verkocht, maar
bijvoorbeeld zelf worden opgegeten of op een andere manier worden onttrokken
 Onnauwkeurigheid bij het juiste verbruik van ingrediënten (norm voor verbruik)
 Bederf en vernietiging (eventueel onterecht en vervolgens onttrekken)

Vraag 4
Welke (toegevoegde)waarde heeft de goederenbeweging bij Fairy Park en hoe is deze opgebouwd
(wat voegt controle van BV + I – V = EV toe)?
Zie richtlijnen van uitwerkingen docenten

Vraag 5
Welke betrouwbaarheidsrisico’s zijn er met betrekking tot de volledigheid van de
opbrengstverantwoording inzake de horeca-activiteiten? Motiveer uw antwoord.
- Juistheid bederf (hoger verantwoorden dan werkelijk)
- Winkel in de winkel (zelfstandig in gaan kopen en verkoop zelf behouden)
- Eigen gebruik waardoor bijvoorbeeld onterecht onttrokken kan worden
- Contant geld (lager verantwoorden dan werkelijke ontvangst)

Vraag 6
Welke bestanden zijn minimaal noodzakelijk voor de bestuurlijke informatievoorziening?
- Menubestand
- Verkoopbestand
Beiden verbonden met het kasregister

- Inkoopbestand
- Productiebestand (gemaakte maaltijden door de kok)
- Voorraadbestand
- Personeelsbestand
- Grootboekbestand (alle financiële transacties)

Vraag 7
Welke waarde heeft de menukaart in het luxe familierestaurant en hoe zou deze tot stand moeten
komen?
Zie richtlijnen van uitwerkingen docenten

, Vraag 8
De bedrijfsleider van het luxe familierestaurant constateert dat een partij vis met een inkoopwaarde
van € 7500 bedorven is.
Welke procedure zou je de directie van Fairy Park t.a.v. de vernietiging van bedorven waar adviseren?
- Vier-ogen principe (vaststelling/ accordering door meerdere personen)
- Vernietigingsprotocol
- Melden bijvoorbeeld bij leidinggevende
- Cijferbeoordeling op percentage van vernietiging

Vraag 9
De chef horeca van het luxe restaurant heeft de hand kunnen leggen op een partij vis tegen een
schappelijke prijs, vis die niet op een of andere menukaart naar voren komt. Welke problemen ziet u
met betrekking tot de AO/IC en hoe kunnen deze worden opgelost?
Dit betekent waarschijnlijk dat chef horeca vrij kan inkopen en dat communicatie dus niet goed is
- Probleem: Winkel in winkel waardoor volledige opbrengstverantwoording in gevaar kan komen
- Maatregel: Chef horeca zou kunnen gaan vragen om een uitbreiding van de menukaart

Vraag 10
Beschrijf de interne controle op het kasgeld bij Fairy Park
- Elke medewerker heeft een eigen sleutel tot het kasgeld
- Tellen van beginkas (door meerdere personen)
- Verkopen alsmede de betaalwijze worden vastgelegd in verkoopbestand
- Tellen van eindkas (door meerdere personen)
- Verschil bepalen tussen kasgeld begin en eind
- Toename liquide middelen koppelen aan verkopen