HOGE WERKDRUK VAN
DOCENTEN IN HET
VOORTGEZET
ONDERWIJS
HOGE WERKDRUK BEVORDERT DE MOTIVATIE VAN DOCENTEN IN HET
VOORTGEZET ONDERWIJS VOOR HUN WERK, EN ZORGT ERVOOR DAT ZE BETER
PRESTEREN.
Naam:
Studentnummer:
Datum:
Instituut: NCOI opleidingsgroep
Master: Management, Cultuur & Verandering
Masterclass: Organisatiepsychologie
,VOORWOORD
Mijn naam is ……. Voor u ligt de eindopdracht ter afronding van de tweede masterclass
Organisatiepsychologie. Mijn persoonlijke doel voor de eindopdracht van de masterclass
Organisatiepsychologie is mezelf verdiepen in de voor- en nadelen die de hoge werkdruk in het
voortgezet onderwijs voor een docent met zich meebrengt. Ik vind het als …….. van groot belang om
kennis te hebben van en oog te hebben voor de stimulerende en belemmerende factoren van de hoge
werkdruk in het voortgezet onderwijs. Hoe ga ik om met docenten die de werkdruk als hoog ervaren?
Welk effect heeft dit op hen en op de organisatie? Welke type docent heeft meer last van de werkdruk
en waarom? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik een goed presterend en gemotiveerd team blijf houden in
een snel veranderende maatschappij die veel van ons vraagt? Hoe zorg ik ervoor dat het team blijft
meebewegen met organisatieveranderingen, ondanks de hoge werkdruk?
Ik wil mijn dank uitspreken naar mijn critical friends die me scherp hebben gehouden bij mijn
eindopdracht Organisatiepsychologie. Ook dank ik mijn docent, ……..., hartelijk voor haar geboden
hulp en feedback.
Ik wens u veel leesplezier toe.
, INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ............................................................................................................................................... 2
Samenvatting ........................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 1. Inleiding .............................................................................................................................. 5
1.1 Introductie .......................................................................................................................................... 5
1.2 Kernbegrippen ............................................................................................................................... 6
1.3 Hypothese...................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2. Vervolgonderzoek .............................................................................................................. 7
2.1 Motivatie en werkdruk.................................................................................................................... 7
2.1.1 Motivatie en bevlogenheid .......................................................................................................... 8
2.2 Persoonlijkheidskenmerken, werkdruk, werkstress en leiderschap .............................................. 9
2.3 Job performance en werkdruk ..................................................................................................... 10
2.3.1 Job performance en persoonlijkheidskenmerken ..................................................................... 11
2.3.2 Verbeteren van job performance .............................................................................................. 12
2.3.3 Systematisch aanpakken van werkdruk ................................................................................... 12
Hoofdstuk 3. Conclusie en debat .......................................................................................................... 12
Hoofdstuk 4. Reflectie ........................................................................................................................... 14
Literatuurlijst .......................................................................................................................................... 15
Bijlagen .................................................................................................................................................. 19
Bijlage 1 Bevlogenheid ...................................................................................................................... 19
Bijlage 2 Interventies om bevlogenheid te stimuleren ....................................................................... 19
Bijlage 3. Het kernkwadrantmodel ..................................................................................................... 19
Bijlage 4. Enkele voorbeelden van randvoorwaarden en hulpmiddelen ........................................... 19
Bijlage 5. Vier hulpbronnen ............................................................................................................... 20
Bijlage 6. Het belang van de intelligentietest en overig aanvullend onderzoek ................................ 21
Bijlage 7. Job crafting ........................................................................................................................ 21
Bijlage 8. 5W-model. ......................................................................................................................... 22
Bijlage 9. SMART-leerdoelen ............................................................................................................ 22
DOCENTEN IN HET
VOORTGEZET
ONDERWIJS
HOGE WERKDRUK BEVORDERT DE MOTIVATIE VAN DOCENTEN IN HET
VOORTGEZET ONDERWIJS VOOR HUN WERK, EN ZORGT ERVOOR DAT ZE BETER
PRESTEREN.
Naam:
Studentnummer:
Datum:
Instituut: NCOI opleidingsgroep
Master: Management, Cultuur & Verandering
Masterclass: Organisatiepsychologie
,VOORWOORD
Mijn naam is ……. Voor u ligt de eindopdracht ter afronding van de tweede masterclass
Organisatiepsychologie. Mijn persoonlijke doel voor de eindopdracht van de masterclass
Organisatiepsychologie is mezelf verdiepen in de voor- en nadelen die de hoge werkdruk in het
voortgezet onderwijs voor een docent met zich meebrengt. Ik vind het als …….. van groot belang om
kennis te hebben van en oog te hebben voor de stimulerende en belemmerende factoren van de hoge
werkdruk in het voortgezet onderwijs. Hoe ga ik om met docenten die de werkdruk als hoog ervaren?
Welk effect heeft dit op hen en op de organisatie? Welke type docent heeft meer last van de werkdruk
en waarom? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik een goed presterend en gemotiveerd team blijf houden in
een snel veranderende maatschappij die veel van ons vraagt? Hoe zorg ik ervoor dat het team blijft
meebewegen met organisatieveranderingen, ondanks de hoge werkdruk?
Ik wil mijn dank uitspreken naar mijn critical friends die me scherp hebben gehouden bij mijn
eindopdracht Organisatiepsychologie. Ook dank ik mijn docent, ……..., hartelijk voor haar geboden
hulp en feedback.
Ik wens u veel leesplezier toe.
, INHOUDSOPGAVE
Voorwoord ............................................................................................................................................... 2
Samenvatting ........................................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 1. Inleiding .............................................................................................................................. 5
1.1 Introductie .......................................................................................................................................... 5
1.2 Kernbegrippen ............................................................................................................................... 6
1.3 Hypothese...................................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2. Vervolgonderzoek .............................................................................................................. 7
2.1 Motivatie en werkdruk.................................................................................................................... 7
2.1.1 Motivatie en bevlogenheid .......................................................................................................... 8
2.2 Persoonlijkheidskenmerken, werkdruk, werkstress en leiderschap .............................................. 9
2.3 Job performance en werkdruk ..................................................................................................... 10
2.3.1 Job performance en persoonlijkheidskenmerken ..................................................................... 11
2.3.2 Verbeteren van job performance .............................................................................................. 12
2.3.3 Systematisch aanpakken van werkdruk ................................................................................... 12
Hoofdstuk 3. Conclusie en debat .......................................................................................................... 12
Hoofdstuk 4. Reflectie ........................................................................................................................... 14
Literatuurlijst .......................................................................................................................................... 15
Bijlagen .................................................................................................................................................. 19
Bijlage 1 Bevlogenheid ...................................................................................................................... 19
Bijlage 2 Interventies om bevlogenheid te stimuleren ....................................................................... 19
Bijlage 3. Het kernkwadrantmodel ..................................................................................................... 19
Bijlage 4. Enkele voorbeelden van randvoorwaarden en hulpmiddelen ........................................... 19
Bijlage 5. Vier hulpbronnen ............................................................................................................... 20
Bijlage 6. Het belang van de intelligentietest en overig aanvullend onderzoek ................................ 21
Bijlage 7. Job crafting ........................................................................................................................ 21
Bijlage 8. 5W-model. ......................................................................................................................... 22
Bijlage 9. SMART-leerdoelen ............................................................................................................ 22