Strafrecht aantekeningen
Het strafbare feit
De Officier van Justitie is de persoon die in de rechtszaal het OM
vertegenwoordigt. Het Openbaar Ministerie overkoepelt alle officieren van
Justitie.
Strafrecht:
Het strafrecht is het deel van het publiekrecht waarbij bepaalde handelingen
strafbaar worden gesteld.
Doel:
1. Vergelding: straf opleggen aan iemand die een strafbaar feit heeft
gepleegd.
2. Algemene preventie: een signaal naar de samenleving om zich aan de wet
te houden.
3. Speciale preventie: zorgen dat de dader niet nogmaals een strafbaar feit
pleegt.
Materieel (1.) en formeel (2.) strafrecht
1. Wanneer ben je strafbaar. Inhoud van het strafrecht. En welke straf past
daarbij. Te vinden in Sr en andere bijzondere wetten.
2. Regels rondom inrichting strafproces. Te vinden in Sv en andere bijzondere
wetten.
Strafbare feiten / delictsomschrijving.
Feitelijke handeling die je pleegt die strafbaar is.
Begrip overtreding.
Doodslag: opzettelijk iemand van het leven beroven.
Moord: Met voorbedachte rade iemand opzettelijk van het leven beroven.
Geldboete:
Categorie 1: € 405 ,-
Categorie 2: € 4.050 ,-
Categorie 3: € 8.100 ,-
Categorie 4: € 20.250 ,-
Categorie 5: € 81.000 ,-
Categorie 6: € 810.000 ,-
Overtreding: minder zware strafbare feiten.
Misdrijf: zwaardere strafbare feiten.
Verschil staat in de wet.
Boek 2 van Sr zijn Misdrijven
Boek 3 van Sr zijn overtredingen
Hierdoor weet je bij welke rechter je moet zijn.
Hoofdpersonen:
- Slachtoffer: doet aangifte > slachtofferhulp
- Politie: neemt aangifte in behandeling > zoekt bewijs en verdachte.
- Rechter-commissaris: als verdachte is gearresteerd
- Strafrechter
- Advocaat + verdachte
, - Getuige
- Reclassering: zij helpen de verdachte terug in de maatschappij te komen
- Rechtbank: onder te verdelen in:
o Sector kanton: voor overtredingen
o Politierechter: alleensprekende rechter, die oordeelt over
eenvoudige misdrijven
o Meervoudige kamer: meerdere rechters die oordelen over
moeilijkere misdrijven
- Gerechtshof: oordeelt in Hoger Beroep over strafzaken
- Hoge Raad: kijkt alleen of het recht goed is toegepast.
Iemand is strafbaar als er sprake is van:
1. Menselijke gedraging (actie, behalve nalaten)
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
3. Die wederrechtelijk is (in strijd met de wet, tegen iemands wil in)
4. En aan schuld te wijten is.
- Menselijke gedraging: daarbij gaat het om een gewilde spierbeweging die
kan bestaan uit doen of nalaten.
- Die valt binnen de grenzen: legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr): iemand is pas
strafbaar als die een wetsartikel overtreed die van tevoren schriftelijk is
vastgesteld.
- Wederrechtelijk: in strijd met de wet of tegen iemands wil in.
- Aan schuld te wijten: verdachte moet een verwijt kunnen worden gemaakt.
Dat wil zeggen de verdachte kon anders handelen maar deed dit niet.
Bestanddelen:
- Onderdelen van delictsomschrijvingen
- Rechter kan pas oordelen als aan alle bestanddelen is voldaan. Klopt er 1
niet, dan wordt het strafbare feit aan iets anders gekoppeld.
- Staan in de tenlastelegging opgenomen en moeten bewezen worden
verklaard door de rechter.
Elementen:
- Ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
- Wederrechtelijkheid en schuld.
- Worden verondersteld aanwezig te zijn.
Verschillende onderscheidingen:
- Overtredingen <> misdrijven
- Formele delicten <> materiële delicten
o Verschil wordt bepaald door wijze waarop de wetgever het delict in
de wet heeft omschreven.
o Formele delicten stelt het handelen strafbaar en niet het gevolg
(bijv. mishandeling)
o Materiële delicten stelt het gevolg strafbaar en niet zozeer de
manier waarop (bijv. moord)
o Het lijken 2 verschillende punten, maar zijn vaak hetzelfde.
- Commissie delict <> ommissie delict.
o Verschil wordt bepaald of er een handeling plaatsvindt of het
nalaten.
o Commissie: handelen (bijv. een mishandeling)
o Ommissie: Nalaten (bijv. iemand laten verdrinken)
, - Gronddelicten <> gekwalificeerde delicten <> gepriviliseerde delicten
o 3 uitgangspunten:
Wegnemen van een goed. Eenvoudig delict
Als het een ernstigere vorm heeft, bijv. ’s nachts iets stelen.
Lagere variant van een delict, bijv. kindermoord.
Wederrechtelijkheid
Elementen en bestanddeel.
Betekend: in strijd met de wet (als element zijnde)
Bestanddeel: Wederrechtelijkheid is pas een bestanddeel als het letterlijk in de
delictsomschrijving is opgenomen.
Staat het niet letterlijk in de wet, dan is het automatisch een element.
Als het een bestanddeel is, dan heeft het soms een andere betekenis dan ‘in
strijd met de wet’
1. Zonder toestemming van de rechthebbende.
o Leer van Remmelink: Verdachte handelt zonder eigen recht.
De verdachte kan een privaatrechtelijke bevoegdheid hebben om te
handelen (dan toestemming van de rechthebbende)
2. Bestanddeel betekend wel hetzelfde als element.
Het is van belang om te weten welke betekenis wordt toegekend.
Als tenlastelegging niet bewezen kan worden, dan kan dit leiden tot vrijspraak.
Kan het wel worden bewezen, dan leidt dit vaak tot een veroordeling.
Opzet
Bestanddeel opzet.
In verschillende delicten komt het bestanddeel opzet voor, dit zijn dan
opzetdelicten.
Betekenissen: in het spraakgebruik; expres, je hebt het kwaad handelen in het
zin. Je moet geweten hebben wat je deed.
In het strafrecht betekent het soms wat anders, er kan ook sprake zijn
van opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft.
Twee strafrechtelijke betekenissen:
1. Boos opzet: dit sluit aan bij de betekenis opzet in het dagelijks leven.
Willens en wetens de strafwet overtreden – de verdachte wist dat hij de
wet overtrad en heeft dit ook gewild.
2. Kleurloos opzet: er wordt alleen gekeken naar het handelen van de
verdachte. Slechts alleen willens en wetens.
Verschil boos en kleurloos opzet zin ‘m dus in het feit dat de verdachte willens en
wetens handelde, maar hij bij boos opzet wist dat hij de wet overtrad.
Kleurloos opzet is genoeg voor de rechter om bewezen te worden verklaard.
Naast verschillende betekenissen zijn er ook nog verschillende vormen van opzet
te onderscheiden. Deze betreffen de gradaties of zwaarte van opzet.
Voor alle vormen geldt: verdachte heeft willens en wetens gehandeld.
Het strafbare feit
De Officier van Justitie is de persoon die in de rechtszaal het OM
vertegenwoordigt. Het Openbaar Ministerie overkoepelt alle officieren van
Justitie.
Strafrecht:
Het strafrecht is het deel van het publiekrecht waarbij bepaalde handelingen
strafbaar worden gesteld.
Doel:
1. Vergelding: straf opleggen aan iemand die een strafbaar feit heeft
gepleegd.
2. Algemene preventie: een signaal naar de samenleving om zich aan de wet
te houden.
3. Speciale preventie: zorgen dat de dader niet nogmaals een strafbaar feit
pleegt.
Materieel (1.) en formeel (2.) strafrecht
1. Wanneer ben je strafbaar. Inhoud van het strafrecht. En welke straf past
daarbij. Te vinden in Sr en andere bijzondere wetten.
2. Regels rondom inrichting strafproces. Te vinden in Sv en andere bijzondere
wetten.
Strafbare feiten / delictsomschrijving.
Feitelijke handeling die je pleegt die strafbaar is.
Begrip overtreding.
Doodslag: opzettelijk iemand van het leven beroven.
Moord: Met voorbedachte rade iemand opzettelijk van het leven beroven.
Geldboete:
Categorie 1: € 405 ,-
Categorie 2: € 4.050 ,-
Categorie 3: € 8.100 ,-
Categorie 4: € 20.250 ,-
Categorie 5: € 81.000 ,-
Categorie 6: € 810.000 ,-
Overtreding: minder zware strafbare feiten.
Misdrijf: zwaardere strafbare feiten.
Verschil staat in de wet.
Boek 2 van Sr zijn Misdrijven
Boek 3 van Sr zijn overtredingen
Hierdoor weet je bij welke rechter je moet zijn.
Hoofdpersonen:
- Slachtoffer: doet aangifte > slachtofferhulp
- Politie: neemt aangifte in behandeling > zoekt bewijs en verdachte.
- Rechter-commissaris: als verdachte is gearresteerd
- Strafrechter
- Advocaat + verdachte
, - Getuige
- Reclassering: zij helpen de verdachte terug in de maatschappij te komen
- Rechtbank: onder te verdelen in:
o Sector kanton: voor overtredingen
o Politierechter: alleensprekende rechter, die oordeelt over
eenvoudige misdrijven
o Meervoudige kamer: meerdere rechters die oordelen over
moeilijkere misdrijven
- Gerechtshof: oordeelt in Hoger Beroep over strafzaken
- Hoge Raad: kijkt alleen of het recht goed is toegepast.
Iemand is strafbaar als er sprake is van:
1. Menselijke gedraging (actie, behalve nalaten)
2. Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving
3. Die wederrechtelijk is (in strijd met de wet, tegen iemands wil in)
4. En aan schuld te wijten is.
- Menselijke gedraging: daarbij gaat het om een gewilde spierbeweging die
kan bestaan uit doen of nalaten.
- Die valt binnen de grenzen: legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr): iemand is pas
strafbaar als die een wetsartikel overtreed die van tevoren schriftelijk is
vastgesteld.
- Wederrechtelijk: in strijd met de wet of tegen iemands wil in.
- Aan schuld te wijten: verdachte moet een verwijt kunnen worden gemaakt.
Dat wil zeggen de verdachte kon anders handelen maar deed dit niet.
Bestanddelen:
- Onderdelen van delictsomschrijvingen
- Rechter kan pas oordelen als aan alle bestanddelen is voldaan. Klopt er 1
niet, dan wordt het strafbare feit aan iets anders gekoppeld.
- Staan in de tenlastelegging opgenomen en moeten bewezen worden
verklaard door de rechter.
Elementen:
- Ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen.
- Wederrechtelijkheid en schuld.
- Worden verondersteld aanwezig te zijn.
Verschillende onderscheidingen:
- Overtredingen <> misdrijven
- Formele delicten <> materiële delicten
o Verschil wordt bepaald door wijze waarop de wetgever het delict in
de wet heeft omschreven.
o Formele delicten stelt het handelen strafbaar en niet het gevolg
(bijv. mishandeling)
o Materiële delicten stelt het gevolg strafbaar en niet zozeer de
manier waarop (bijv. moord)
o Het lijken 2 verschillende punten, maar zijn vaak hetzelfde.
- Commissie delict <> ommissie delict.
o Verschil wordt bepaald of er een handeling plaatsvindt of het
nalaten.
o Commissie: handelen (bijv. een mishandeling)
o Ommissie: Nalaten (bijv. iemand laten verdrinken)
, - Gronddelicten <> gekwalificeerde delicten <> gepriviliseerde delicten
o 3 uitgangspunten:
Wegnemen van een goed. Eenvoudig delict
Als het een ernstigere vorm heeft, bijv. ’s nachts iets stelen.
Lagere variant van een delict, bijv. kindermoord.
Wederrechtelijkheid
Elementen en bestanddeel.
Betekend: in strijd met de wet (als element zijnde)
Bestanddeel: Wederrechtelijkheid is pas een bestanddeel als het letterlijk in de
delictsomschrijving is opgenomen.
Staat het niet letterlijk in de wet, dan is het automatisch een element.
Als het een bestanddeel is, dan heeft het soms een andere betekenis dan ‘in
strijd met de wet’
1. Zonder toestemming van de rechthebbende.
o Leer van Remmelink: Verdachte handelt zonder eigen recht.
De verdachte kan een privaatrechtelijke bevoegdheid hebben om te
handelen (dan toestemming van de rechthebbende)
2. Bestanddeel betekend wel hetzelfde als element.
Het is van belang om te weten welke betekenis wordt toegekend.
Als tenlastelegging niet bewezen kan worden, dan kan dit leiden tot vrijspraak.
Kan het wel worden bewezen, dan leidt dit vaak tot een veroordeling.
Opzet
Bestanddeel opzet.
In verschillende delicten komt het bestanddeel opzet voor, dit zijn dan
opzetdelicten.
Betekenissen: in het spraakgebruik; expres, je hebt het kwaad handelen in het
zin. Je moet geweten hebben wat je deed.
In het strafrecht betekent het soms wat anders, er kan ook sprake zijn
van opzet zonder dat iemand kwaad in de zin heeft.
Twee strafrechtelijke betekenissen:
1. Boos opzet: dit sluit aan bij de betekenis opzet in het dagelijks leven.
Willens en wetens de strafwet overtreden – de verdachte wist dat hij de
wet overtrad en heeft dit ook gewild.
2. Kleurloos opzet: er wordt alleen gekeken naar het handelen van de
verdachte. Slechts alleen willens en wetens.
Verschil boos en kleurloos opzet zin ‘m dus in het feit dat de verdachte willens en
wetens handelde, maar hij bij boos opzet wist dat hij de wet overtrad.
Kleurloos opzet is genoeg voor de rechter om bewezen te worden verklaard.
Naast verschillende betekenissen zijn er ook nog verschillende vormen van opzet
te onderscheiden. Deze betreffen de gradaties of zwaarte van opzet.
Voor alle vormen geldt: verdachte heeft willens en wetens gehandeld.