Hoofdstuk 4 – De neurologische ontwikkeling van het jonge kind
- Zuigeling: wordt geboren met hoog ontwikkeld centraal zenuwstelsel.
- Rijping = erfelijk bepaald
- Ontwikkeling is afhankelijk van milieu, voeding en stimulering van de zintuigen.
- Centraal zenuwstelsel is opgebouwd uit 3 soorten cellen:
1. Neuronen (zenuwcellen); ontwikkelen zich tussen 10e en 18e zwangerschapsweek
2. Oligodendroglia (steuncellen); ontwikkelen tussen de 20 e zwangerschapsweek en
eind 2e levensjaar.
3. Cellen van Schwann (myelinecellen ofwel mergcellen); dienen als omhulling van
axonen. Ontwikkelen zich tussen 25e zwangerschapsweek en 4e levensjaar.
- Zenuwcellen staan met elkaar in verbinding doorgeven prikkels (door zintuigen
opgenomen) aan gehele zenuwstelsel.
- Voorwaarde prikkelgeleiding: myelineschede rondom de axonen (stam zenuwcel).
- Ontwikkelings CZS: uitgroei axonen, neurieten en eindknoppen en myelinisatie van de
axonen en toename onderlinge verbindingen neuronen. Myelinisatie verloopt in
cefalocaudale richting.
- Functioneren hersenen: afhankelijk van aantal zenuwcellen en intensiteit van de gevormde
verbindingen.
- Borstvoeding speelt belangrijke rol; meervoudige lange keten onverzadigde vetzuren uit
moedermelk maken dat de motorische ontwikkeling van borstkinderen sneller is dan die van
fleskinderen.
- Iedere zenuwcel heeft een eigen taak daarom zijn de verbindingen essentieel om taken
van verschillende cellen te kunnen coördineren.
- Spinale primitieve reflexen: vluchtreflex, magneetreflex
- Primitieve hersenstamreflexen: asymmetrische en symmetrische tonische nekreflex.
- Mid-brain-oprichtreacties: hals- en bekkenoprichtreflex, labyrintoprichtreflex
- Corticale evenwichtreacties: parachutereacties
, - Zintuigen: opvangen prikkels omgeving en vanuit eigen lichaam. Deze prikkels moeten van
intensiteit veranderen, anders nemen de zintuigen de prikkels niet op.
- Zintuig via zenuwbanen verbonden met hersenen.
- Reflex; prikkelgang via zintuig, sensibele baan, ruggenmerg, motorische baan naar spieren.
- Indirecte weg; prikkelgang via zintuig, sensibele baan, ruggenmerg, hersenen, ruggenmerg,
motorische baan naar spieren.
- Reflex onbewust, onwillekeurige beweging
- Indirecte prikkelgang kan onbewust en bewust; bij bewust is het willekeurige beweging
- Subcorticaal verlopend reflexmatig reageren in verloop van de rijping meer bewust
corticaal reageren met het neuromusculaire apparaat: beheerste spierbewegingen als
reactie op prikkel.
- Primitieve reflexen worden onderdrukt door reflexen van hogere orde.
- Leeftijd adequate uitingen van zenuwstelsel: