Samenvatting biologie hoofdstuk 18 voedingsstoffen

Biologie hoofdstuk 18
voedingsstoffen
Verschil tussen een voedingsstof en voedingsmiddel is: een voedingsmiddel is het gene wat je eet,
een voedingsstof zijn de brandstoffen, bouwstoffen en hulpstoffen in het gene wat je eet.

 Brandstoffen
o Energieleveranciers
o Koolhydraten glucose, suiker, zetmeel, cellulose, glycogeen
 Aanwezig: plantaardig voedsel
 Herkomst: fotosynthese
 Functie:
 Brandstof
 Bloedsuikergeha;te
 Darmperistatiek/ darmbeweging
 Eindproduct vertering: glucose
 Eindproduct ontleding: kooldioxide en water
 Opslag: spieren en lever, in de vorm van glycogeen
o Vetten
 Aanwezig: boter en olie
 Herkomst: plantaardig, dierlijk
 Functie:
 Energiebron
 Bescherming
 Lichaamstemperatuur
 Isolatie/ geleiding
 Bouw celmembranen
 Vitamine A, D, E, K zijn in vet oplosbaar
 Verzadigde vetten (slechter)
 Onverzadigde vetten (beter)
 Verzadigd vetzuur verhoogt cholesterolgehalte
 Onverzadigd vetzuur helpt bij conditie hart-bloedvaten
 Eindproduct vertering: vetzuren en glycerol
 Eindproduct ontleding: kooldioxide en water
 Opslag: vetcellen onderhuids bindweefsel

Vet olie
Verzadigde vetten Onverzadigde vetten
Dierlijk plantaardig
Vast vloeibaar

 Bouwstoffen
o Groei en instandhouding lichaam
o Eiwitten
 Aanwezig in: vlees zuivel, sojabonen
 Herkomst: bouwt lichaam zelf op, via voedsel
 Functie: