3.1
Aan de westkant van zuid amerika duiken de nazcaplaat en antarctische plaat onder de
amerikaanse plaat.
- In deze subductiezone komen op tal van plaatsen vulkaanuitbarstingen en
aardbevingen voor.
- De oceanische bodem (basalt) schuift onder de amerikaanse, continentale plaat.
Een direct gevolg van aardbevingen zijn Tsunami's (een vloedgolf die ontstaat door een
aardbeving in de bodem van de oceaan).
Waar aardbevingen voorkomen zijn ook vulkanen actief dat is dan ook een direct gevolg van
subductie.
Massabeweging
Indirecte gevolgen van aardbevingen zijn aard schuivingen (massabewegingen):
- Bij een aardbeving verschuiven delen op instabiele hellingen afwaarts
- Bij overvloedige neerslag tijdens El Nino verschuiven modder puin en gesteente van
een helling.
- Tijdens een vulkaan ontstaan er lahars, als de vulkaan uitbarst smelt het ij en
sneeuw en ontstaan er modderstromen. Deze stromen modder, puin, ijs en stenen
komen soms met hoge snelheid naar beneden en verwoesten alles.
Overstromingen
Ook nattere gedeelten van Zuid-Amerika worden regelmatig getroffen door stromingen. IN
berggebieden zijn dat flash floods waarbij rivieren plotseling een zeer hoge piekafvoer
hebben (door hevige regenval in de bovenloop)
In vlakke gebieden komen bij rivieren die vaak groot debiet hebben high floods voor. Het
niveau stijgt traag tot de rivier buiten haar oevers treedt, oorzaak zijn langdurige regenbuien
en tropische stortbuien
In de benedenloop van grote rivieren leidt dat regelmatig tot een enorm ongeluk
(catastrofale) overstroming met vele slachtoffers
Menselijk invloed
Vaak is men ook de oorzaak van dit soort rampen:
1. kale hellingen door ontbossing
2. bodemerosie gaat sneller door ontbossing
3. verharding van oppervlak, geen natuurlijke ondergrond meer dus het water kan de
grond niet in -> elke verharding van de grond leidt tot korte vertragingstijd (de
vertragingstijd is de tijd die een druppel water nodig heeft om vanaf een bepaalde
locatie in een rivier of riool te komen.) omdat het water sneller hoog staat in de rivier
en het makkelijker in de rivier kan komen aangezien niks het tegen houdt heeft het
een kortere vertragingstijd.
, 3.2
Schade
Schade van natuurrampen in zuid amerika is toegenomen oorzaken
- ongebreidelde urbanisatie
- armoede
- slecht bestuur
- constructie op kwetsbare plekken
- klimaatverandering en el nino
- ontbossing
Risico’s
Hoe hoog het risico van een natuurramp met nare gevolgen is hangt af van
1. De aard van de natuurramp
2. Het aantal mensen dat bij de ramp betrokken in
3. De kwetsbaarheid van de samenleving.
Wordt bepaald door
- fysieke factoren: zoals slechte constructie
- sociale factoren: bevolkingsgroepen die arm zijn en achtergesteld worden
- economische factoren: onverzekerde informele sector
- milieufactoren: uitputting van hulpbronnen
ALs je deze optelsom maakt voor Zuid Amerika dan lopen arme bevolkingsgroepen in
krottenwijken een groot risico. De risicoperceptie (de mate waarin men het risico om zelf
slachtoffer te worden inschat) is daar vaak ook het laagst.
Maatregelen
Hazard management: Beleid om schade bij natuurrampen te beperken of te voorkomen.
Was er nauwelijks in 1970 in Zuid Amerika pas rond 1980 ontstond er steeds meer besef dat
er rekening gehouden moest worden met mogelijke rampen.
Tegenwoordig bestaat hazard management uit maatregelen vooraf en maatregelen erna:
De onderdelen van het actieplan zijn als volgt:
1. Door het doen van onderzoek kan men mogelijke risicoś herkennen, vaststellen en
begrijpen
2. Het verminderen van het risico, bijvoorbeeld door wetten op te stellen op basis van
bouwlocaties en bouwvoorschriften (het tegengaan van houtkap op hellingen
bijvoorbeeld) en vooral het handhaven van die wetten
3. Klaar zijn voor als het toch misgaat, het opstellen van reddingsplannen en het
voorbereiden van hulp aan lokale gemeenschappen.
4. Opzetten van rampenfondsen en afsluiten van verzekeringen om schade te dekken
5. stimuleren van de veerkracht (vermogen van herstellen na ramp) onder de bevolking
en het efficiënt organiseren van reconstructie na de ramp
Aan de westkant van zuid amerika duiken de nazcaplaat en antarctische plaat onder de
amerikaanse plaat.
- In deze subductiezone komen op tal van plaatsen vulkaanuitbarstingen en
aardbevingen voor.
- De oceanische bodem (basalt) schuift onder de amerikaanse, continentale plaat.
Een direct gevolg van aardbevingen zijn Tsunami's (een vloedgolf die ontstaat door een
aardbeving in de bodem van de oceaan).
Waar aardbevingen voorkomen zijn ook vulkanen actief dat is dan ook een direct gevolg van
subductie.
Massabeweging
Indirecte gevolgen van aardbevingen zijn aard schuivingen (massabewegingen):
- Bij een aardbeving verschuiven delen op instabiele hellingen afwaarts
- Bij overvloedige neerslag tijdens El Nino verschuiven modder puin en gesteente van
een helling.
- Tijdens een vulkaan ontstaan er lahars, als de vulkaan uitbarst smelt het ij en
sneeuw en ontstaan er modderstromen. Deze stromen modder, puin, ijs en stenen
komen soms met hoge snelheid naar beneden en verwoesten alles.
Overstromingen
Ook nattere gedeelten van Zuid-Amerika worden regelmatig getroffen door stromingen. IN
berggebieden zijn dat flash floods waarbij rivieren plotseling een zeer hoge piekafvoer
hebben (door hevige regenval in de bovenloop)
In vlakke gebieden komen bij rivieren die vaak groot debiet hebben high floods voor. Het
niveau stijgt traag tot de rivier buiten haar oevers treedt, oorzaak zijn langdurige regenbuien
en tropische stortbuien
In de benedenloop van grote rivieren leidt dat regelmatig tot een enorm ongeluk
(catastrofale) overstroming met vele slachtoffers
Menselijk invloed
Vaak is men ook de oorzaak van dit soort rampen:
1. kale hellingen door ontbossing
2. bodemerosie gaat sneller door ontbossing
3. verharding van oppervlak, geen natuurlijke ondergrond meer dus het water kan de
grond niet in -> elke verharding van de grond leidt tot korte vertragingstijd (de
vertragingstijd is de tijd die een druppel water nodig heeft om vanaf een bepaalde
locatie in een rivier of riool te komen.) omdat het water sneller hoog staat in de rivier
en het makkelijker in de rivier kan komen aangezien niks het tegen houdt heeft het
een kortere vertragingstijd.
, 3.2
Schade
Schade van natuurrampen in zuid amerika is toegenomen oorzaken
- ongebreidelde urbanisatie
- armoede
- slecht bestuur
- constructie op kwetsbare plekken
- klimaatverandering en el nino
- ontbossing
Risico’s
Hoe hoog het risico van een natuurramp met nare gevolgen is hangt af van
1. De aard van de natuurramp
2. Het aantal mensen dat bij de ramp betrokken in
3. De kwetsbaarheid van de samenleving.
Wordt bepaald door
- fysieke factoren: zoals slechte constructie
- sociale factoren: bevolkingsgroepen die arm zijn en achtergesteld worden
- economische factoren: onverzekerde informele sector
- milieufactoren: uitputting van hulpbronnen
ALs je deze optelsom maakt voor Zuid Amerika dan lopen arme bevolkingsgroepen in
krottenwijken een groot risico. De risicoperceptie (de mate waarin men het risico om zelf
slachtoffer te worden inschat) is daar vaak ook het laagst.
Maatregelen
Hazard management: Beleid om schade bij natuurrampen te beperken of te voorkomen.
Was er nauwelijks in 1970 in Zuid Amerika pas rond 1980 ontstond er steeds meer besef dat
er rekening gehouden moest worden met mogelijke rampen.
Tegenwoordig bestaat hazard management uit maatregelen vooraf en maatregelen erna:
De onderdelen van het actieplan zijn als volgt:
1. Door het doen van onderzoek kan men mogelijke risicoś herkennen, vaststellen en
begrijpen
2. Het verminderen van het risico, bijvoorbeeld door wetten op te stellen op basis van
bouwlocaties en bouwvoorschriften (het tegengaan van houtkap op hellingen
bijvoorbeeld) en vooral het handhaven van die wetten
3. Klaar zijn voor als het toch misgaat, het opstellen van reddingsplannen en het
voorbereiden van hulp aan lokale gemeenschappen.
4. Opzetten van rampenfondsen en afsluiten van verzekeringen om schade te dekken
5. stimuleren van de veerkracht (vermogen van herstellen na ramp) onder de bevolking
en het efficiënt organiseren van reconstructie na de ramp
