Hoorcollege 28-10-2019
KLA 28-10-19
Een risicofactor is elk kenmerk, kenmerk of blootstelling van een persoon dat de kans op het
ontwikkelen van een ziekte of letsel verhoogt. Enkele voorbeelden van de belangrijkste
risicofactoren zijn ondergewicht, onveilige seks, hoge bloeddruk, tabaks- en alcoholgebruik
en onveilig water, sanitaire voorzieningen en hygiëne.
RPS formulier is hoe dikker de pijl hoe belangrijker het is.
Risicofactor is een mogelijkheid, en het gaat om meerdere factoren. Het in kaart brengen
van de risico’s heet screenen
DTF screening is het kijken of er verder onderzoek nodig is bij een fysiotherapie. Maar dit
komt nog niet aan bod
Bepaalde testen voor screening van risicofactoren
● vragenlijst
● performance test
● capaciteitstest
Internationaal:
● triag testen,
Wanneer je iemand wilt kijken of iemand lichamelijke inspanning aan kan doe je een Par-q
test.
Prognostische factor geeft voorspelling van de verloop van ziekte of aandoening. Dus dit is
nadat je een ziekte hebt gekregen. Natuurlijk!!!!!
Predictieve factor: bepalend in verloop n.a.v. therapie of medicijnen
Cohort onderzoek volgen van een groep in tijd
1) prospectief
2) retrospectief
Preventie
primaire preventie: verminderen van kans ziekte Risicofactoren
secundaire preventie: voorkomen van erger worden risicofactoren
tertiaire preventie: ziekte wordt erger maar proberen niet nog erger te maken Prognostische
factoren
Twee onderzoeksdesigns besproken: 1) Cross-sectioneel/dwarsdoorsnede
onderzoek: meting op 1 punt in tijd. 2) Interventie-onderzoek: 2 groepen
Hoorcollege 31-10-19
KLA
Protractie is schoudergordel naar voren
Retractie is schoudergordel naar achter
Elevatie is schoudergordel naar boven bewegen
Stabiliteit lever je in tegenover mobiliteit
,Spin is geen translatie in de kom
31-10-19
KLB
Bij passieve strekhang zijn van alle spieren alleen de spieren die de vinger gebogen houden
aangespannen. Actieve strekhang gebeurt wanneer er contractie is van de detractoren van
de scapulae en de mm.pecotralis major latissimus dorsi.
Buighang is wanneer de armen zijn en naar de romp worden gebracht.
Benen heffen vanuit hang kan worden vergeleken met heffen van benen bij ruglig. Wel is er
een groter draaimoment en zullen de spieren dus krachtiger moeten contraheren.
Borstlingse ligsteun rust het lichaam op de handpalmen en de plantaire zijden van de tenen.
De handen zijn dorsaal gefixeerd en de armen zijn gestrekt en staan in anteflexie.
cuffspieren
1. supraspinatus
2. infraspinatus
3. Teres minor
4. subscapula
protractie : naar buiten draaien schouderblad
retractie: naar binnen draaien schouderblad
elevatie : naar boven
depressie : naar beneden
exo
endo
laterotatie: exo pro en elevatie samen
mediaal: endo depre en retractie
Functies van bewegen schouderblad
het humerus niet van glenoiet af laten schuiven
humerus niet tegen acroniom aan laten bewegen.
Stenvers testen
1. armen anteflexie, scapula gaat meebewegen bij 90 graden.Oksel haar grens
2. Clavicula roltest
3. caudaal glijden van scapula
4. rotatie cto ( c7 ding
5. horizontale adductie
Axiale rotatie bij sc gewricht
, TBL
Screening: de aanmelding, inventarisatie hulpvraag, screening pluis/niet pluis, informeren
en adviseren → is verder fysiotherapeutisch onderzoek geïndiceerd?
Absoluut risico: De kans op de uitkomst in een controlegroep ten opzichte van de gehele
groep → de verhouding tussen het aantal keren dat iets voorvalt in een groep en het totale
aantal van die groep.
Relatief risico: geeft aan hoeveel keer groter (of kleiner) de kans op herstel is van de
interventiegroep t.o.v. de controlegroep → een verhouding, geen absoluut getal. Je moet
dus eerst de absolute getallen weten voordat je het relatief risico kunt berekenen.
Modificeerbare risicofactoren: hier kan men invloed op uitoefenen.
Risicofactoren: die factoren die aanleiding kunnen geven tot een ziekte.
Prognostische factor: een factor die het beloop van een ziekte beïnvloedt bij patiënten
Tijdens screening altijd op zoek naar de algemene rode vlaggen!
● (recent) trauma
● constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van houding
● recent onverklaard gewichtsverlies (>5 kg/maand)
● kanker in voorgeschiedenis
● nachtelijke pijn
● algemeen onwelbevinden
● al langer bestaande (onverklaarde) koorts
● uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
● langdurig gebruik corticosteroïden
Scoort iemand positief op een van de rode vlaggen: verwijs de patiënt door naar de huisarts
of neem zelf contact op met de behandelende huisarts van de patiënt.
KLA 28-10-19
Een risicofactor is elk kenmerk, kenmerk of blootstelling van een persoon dat de kans op het
ontwikkelen van een ziekte of letsel verhoogt. Enkele voorbeelden van de belangrijkste
risicofactoren zijn ondergewicht, onveilige seks, hoge bloeddruk, tabaks- en alcoholgebruik
en onveilig water, sanitaire voorzieningen en hygiëne.
RPS formulier is hoe dikker de pijl hoe belangrijker het is.
Risicofactor is een mogelijkheid, en het gaat om meerdere factoren. Het in kaart brengen
van de risico’s heet screenen
DTF screening is het kijken of er verder onderzoek nodig is bij een fysiotherapie. Maar dit
komt nog niet aan bod
Bepaalde testen voor screening van risicofactoren
● vragenlijst
● performance test
● capaciteitstest
Internationaal:
● triag testen,
Wanneer je iemand wilt kijken of iemand lichamelijke inspanning aan kan doe je een Par-q
test.
Prognostische factor geeft voorspelling van de verloop van ziekte of aandoening. Dus dit is
nadat je een ziekte hebt gekregen. Natuurlijk!!!!!
Predictieve factor: bepalend in verloop n.a.v. therapie of medicijnen
Cohort onderzoek volgen van een groep in tijd
1) prospectief
2) retrospectief
Preventie
primaire preventie: verminderen van kans ziekte Risicofactoren
secundaire preventie: voorkomen van erger worden risicofactoren
tertiaire preventie: ziekte wordt erger maar proberen niet nog erger te maken Prognostische
factoren
Twee onderzoeksdesigns besproken: 1) Cross-sectioneel/dwarsdoorsnede
onderzoek: meting op 1 punt in tijd. 2) Interventie-onderzoek: 2 groepen
Hoorcollege 31-10-19
KLA
Protractie is schoudergordel naar voren
Retractie is schoudergordel naar achter
Elevatie is schoudergordel naar boven bewegen
Stabiliteit lever je in tegenover mobiliteit
,Spin is geen translatie in de kom
31-10-19
KLB
Bij passieve strekhang zijn van alle spieren alleen de spieren die de vinger gebogen houden
aangespannen. Actieve strekhang gebeurt wanneer er contractie is van de detractoren van
de scapulae en de mm.pecotralis major latissimus dorsi.
Buighang is wanneer de armen zijn en naar de romp worden gebracht.
Benen heffen vanuit hang kan worden vergeleken met heffen van benen bij ruglig. Wel is er
een groter draaimoment en zullen de spieren dus krachtiger moeten contraheren.
Borstlingse ligsteun rust het lichaam op de handpalmen en de plantaire zijden van de tenen.
De handen zijn dorsaal gefixeerd en de armen zijn gestrekt en staan in anteflexie.
cuffspieren
1. supraspinatus
2. infraspinatus
3. Teres minor
4. subscapula
protractie : naar buiten draaien schouderblad
retractie: naar binnen draaien schouderblad
elevatie : naar boven
depressie : naar beneden
exo
endo
laterotatie: exo pro en elevatie samen
mediaal: endo depre en retractie
Functies van bewegen schouderblad
het humerus niet van glenoiet af laten schuiven
humerus niet tegen acroniom aan laten bewegen.
Stenvers testen
1. armen anteflexie, scapula gaat meebewegen bij 90 graden.Oksel haar grens
2. Clavicula roltest
3. caudaal glijden van scapula
4. rotatie cto ( c7 ding
5. horizontale adductie
Axiale rotatie bij sc gewricht
, TBL
Screening: de aanmelding, inventarisatie hulpvraag, screening pluis/niet pluis, informeren
en adviseren → is verder fysiotherapeutisch onderzoek geïndiceerd?
Absoluut risico: De kans op de uitkomst in een controlegroep ten opzichte van de gehele
groep → de verhouding tussen het aantal keren dat iets voorvalt in een groep en het totale
aantal van die groep.
Relatief risico: geeft aan hoeveel keer groter (of kleiner) de kans op herstel is van de
interventiegroep t.o.v. de controlegroep → een verhouding, geen absoluut getal. Je moet
dus eerst de absolute getallen weten voordat je het relatief risico kunt berekenen.
Modificeerbare risicofactoren: hier kan men invloed op uitoefenen.
Risicofactoren: die factoren die aanleiding kunnen geven tot een ziekte.
Prognostische factor: een factor die het beloop van een ziekte beïnvloedt bij patiënten
Tijdens screening altijd op zoek naar de algemene rode vlaggen!
● (recent) trauma
● constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van houding
● recent onverklaard gewichtsverlies (>5 kg/maand)
● kanker in voorgeschiedenis
● nachtelijke pijn
● algemeen onwelbevinden
● al langer bestaande (onverklaarde) koorts
● uitgebreide neurologische tekenen en symptomen
● langdurig gebruik corticosteroïden
Scoort iemand positief op een van de rode vlaggen: verwijs de patiënt door naar de huisarts
of neem zelf contact op met de behandelende huisarts van de patiënt.