Samenvatting STO
Hoofdstuk 1 Introducing strategy
1.2 What is strategy? Voor de definitie van de goeroes zie pagina 5
Strategie: de richting van een organisatie op lange termijn
Strategie beslissingen gaan over:
- De richting van de organisatie op de lange termijn
- De scope van de activiteiten van een organisatie
- Een voordeel behalen ten opzichte van de concurrentie
- Het adresseren van verandering in het bedrijfsklimaat
- Capability
- Waarden en verwachtingen van stakeholders
Door deze punten zijn de beslissingen:
- Complex van nature
- Gemaakt in situaties van onzekerheid
- Invloed hebben op operationele beslissingen
- Hebben een geïntegreerde aanpak nodig
- Brengen grote zorgen met zich mee
1.2.1 defining strategy
In het lange termijn gedeelte van de definitie van strategie zit het three-horizons
framework:
- Horizon 1: huidige kernactiviteiten - deze activiteiten uit te breiden en te
verdedigen. De verwachting is dat op de lange termijn er een risico is dat
deze flat worden of afnemen op het punt van winst.
- Horizon 2: Ontwikkelen van opkomende activiteiten – om zo nieuwe
bronnen te krijgen voor groei en/of winst.
- Horizon 3: Het maken van levensvatbare opties voor de toekomst –
activiteiten met een hoger risico dat jaren kan duren voordat daar
groei/winst uitkomt.
Naast het lange termijn gedeelte heb je strategic direction: deze word vaak bepaald door
de lange termijn doelstellingen. In de prive sector zijn deze doelstellingen vaak gericht om
meer winst te verkrijgen. Bij de publieke sector kan het ook zijn zoals bij voetbal dat je naar
een hogere klasse wil.
Als laatste heb je Organisation/organisatie: in een organisatie heb je te maken met veel
relaties zowel interne als externe stakeholders.
,Stakeholders: dit zijn de individuen of groepen die van een organisatie afhankelijk zijn om
hun eigen doelstellingen te verwezenlijken en van wie de organisatie op haar beurt
afhankelijk is.
1.2.2 4 manieren om het doel van de organisatie te definiëren:
Mission statement/missie: de werknemers en belanghebbenden duidelijkheid geven over
wat de organisatie in de kern als doel heeft. In wat voor markt zitten we?, Wat is er kwijt al
de organisatie niet zou bestaan?, Hoe maken we een verschil?.
Vision statement/visie: heeft betrekking op de toekomst die de organisatie wil creëren. Wat
willen we bereiken?, Als we hier nu waren over 20 jaar wat willen dan gecreëerd/bereikt
hebben.
Statement of corporate values/bedrijfswaarden: communiceren de onderliggende en
blijvende kern "beginselen" die de strategie van een organisatie sturen en bepalen de
manier waarop de organisatie moet werken. Deze waarden veranderen nooit in geen enkele
omstandigheden.
Statement of objectives/doelen: dit zijn statements van specifieke uitkomsten die bereikt
moeten worden. Vaak beschreven in winst, kunnen ook markt doelen zijn, kan de nadruk
leggen op de basis van concurrentievoordeel, Triple Bottom Line' - economische, sociale en
milieudoelstellingen.
1.2.3 Strategy statements
Deze moeten 3 hoofd thema’s bevatten:
- De fundamentele doelen die een organisatie zoekt, deze reflecteert de
missie, visie en doelen
- De scope of domein van de activiteiten van de organisatie: denk aan de 3
dimensies: customers or clients/klanten of opdrachtgevers, geographical
location/geografische locatie, extent of internal activities/omvang van de
interne activiteiten.
- De specifieke voordelen of mogelijkheden die het heeft om al deze te
leveren: dit beschrijft hoe de organisatie de doelen die gekozen zijn in het
gekozen domein bereikt zullen worden.
1.2.4 levels of strategy
Strategie binnen een organisatie kan bestaan op 3 levels:
Corporate-level strategy: heeft betrekking op de algemene scope van een organisatie en de
wijze waarop waarde wordt toegevoegd aan de samenstellende bedrijven van het
organisatorisch geheel. Diversificatie van de oorspronkelijke activiteiten van de organisatie
naar andere activiteiten. Hieronder vallen geografische scope, verscheidenheid van de
producten of services, werving van nieuwe activiteiten (business).
Business-level strategy: dit gaat over hoe de inviduele activiteiten (businesses) zouden
moeten concurreren in hun eigen specifieke markten. Marketing en product optimalisatie
strategieën.
Functional strategies: gaan over de vraag hoe de onderdelen van een organisatie de
strategieën op bedrijfs- en ondernemingsniveau doeltreffend uitvoeren in termen van
middelen, processen en mensen.
,1.3 exploring strategy framework
In het framework zit:
De strategische positie van een organisatie: heeft betrekking op de invloed op de strategie
van de macro-omgeving, de industrieomgeving, het strategisch vermogen van de organisatie
strategisch vermogen (middelen en competenties) van de organisatie de stakeholders van de
organisatie en de cultuur van de organisatie.
- Strategic purpose: deze komt overeen met strategy statement dus met de
three-horizons dus zie hierboven.
- Macro-environment: de macro level organisaties worden beïnvloed door
polical, economic, social, technological, ecological en legal foces. Hoofstuk
2
- Industry and sector: at the industry level competitors, customers and
suppliers deze geven dan ook uitdagingen. Hoofdstuk 3
- Resources and capabilities: een organisatie heeft deze afgesteld op de
organisatie zodat het de positie in de markt ondersteunt. De vraag die
daarbij gesteld kan worden is: Zijn de organisaties capaciteiten adequaat
, voor de uitdagingen vanuit de omgeving en de eisen van het doel.
Hoofdstuk 4
- Stakeholders and governance: de wensen van de key stakeholders moet
het doel definiëren van de organisatie. Het probleem van corporate
governance is hoe kun je er zeker van zijn dat de managers zich aan het
afgesproken doel houden. Hoofdstuk 5
- History and culture hoofdstuk 6
De vragen die dan gesteld worden met deze punten zijn:
- Wat zijn de macro-environmental opportunities and threats?
- Hoe kan de organisatie de krachten van de industrie beheersen?
- Welke resources en capabilities supporten de strategie?
- Hoe zijn de stakeholders afgestemd op het doel van de organisatie?
- Hoe past de geschiedenis en de cultuur bij de strategie?
Beoordeling van strategische keuzes voor de toekomst: Strategische keuzes hebben
betrekking op de opties voor strategie in termen van zowel de richtingen waarin de strategie
zou kunnen bewegen en de methodes waarmee strategie zou kunnen worden nagestreefd.
- Business strategy and models zie hoofdstuk 7
- Corporate strategy and diversification zie hoofdstuk 8
- International strategy zie hoofdstuk 9
- Entrepreneurship and innovation lees stukkie boek blz 15
- Mergers, acquisitions and alliances zie hoofdstuk 11
De vragen die gesteld worden bij deze punten zijn:
- Hoe moeten afzonderlijke bedrijfsonderdelen concurreren?
- Welke bedrijven moeten in de portefeuille worden opgenomen?
- Waar moet de organisatie concurreren internationaal concurreren?
- Is de organisatie op de juiste wijze aan het innoveren?
- Moet de organisatie andere bedrijven kopen, allianties vormen of het
alleen doen?
Managementstrategie in actie: dit gaat over hoe strategieën gevormd worden en hoe deze
zijn geïmplementeerd. De nadruk ligt op de praktische aspecten van het beheer.
- Evaluating strategies: zie hoofdstuk 12
- Strategy development processes: lees stukkie pagina 16
- Organising and strategy: lees stukkie pagina 16
- Leadership and strategic change: lees stukkie pagina 16,17
- The practice of strategy: zie hoofdstuk 16
De vragen die gesteld worden bij deze punten zijn:
- Welke strategieën zijn geschikt, aanvaardbaar en haalbaar?
- Welk soort strategievormingsproces is nodig?
- Wat zijn de vereiste organisatiestructuren en systemen?
- Hoe moet de organisatie omgaan met noodzakelijke veranderingen en wat
voor soort leiderschap is noodzakelijk?
- Wie moet wat doen in het strategieproces?
- Welke mensen en welke activiteiten?
Hoofdstuk 1 Introducing strategy
1.2 What is strategy? Voor de definitie van de goeroes zie pagina 5
Strategie: de richting van een organisatie op lange termijn
Strategie beslissingen gaan over:
- De richting van de organisatie op de lange termijn
- De scope van de activiteiten van een organisatie
- Een voordeel behalen ten opzichte van de concurrentie
- Het adresseren van verandering in het bedrijfsklimaat
- Capability
- Waarden en verwachtingen van stakeholders
Door deze punten zijn de beslissingen:
- Complex van nature
- Gemaakt in situaties van onzekerheid
- Invloed hebben op operationele beslissingen
- Hebben een geïntegreerde aanpak nodig
- Brengen grote zorgen met zich mee
1.2.1 defining strategy
In het lange termijn gedeelte van de definitie van strategie zit het three-horizons
framework:
- Horizon 1: huidige kernactiviteiten - deze activiteiten uit te breiden en te
verdedigen. De verwachting is dat op de lange termijn er een risico is dat
deze flat worden of afnemen op het punt van winst.
- Horizon 2: Ontwikkelen van opkomende activiteiten – om zo nieuwe
bronnen te krijgen voor groei en/of winst.
- Horizon 3: Het maken van levensvatbare opties voor de toekomst –
activiteiten met een hoger risico dat jaren kan duren voordat daar
groei/winst uitkomt.
Naast het lange termijn gedeelte heb je strategic direction: deze word vaak bepaald door
de lange termijn doelstellingen. In de prive sector zijn deze doelstellingen vaak gericht om
meer winst te verkrijgen. Bij de publieke sector kan het ook zijn zoals bij voetbal dat je naar
een hogere klasse wil.
Als laatste heb je Organisation/organisatie: in een organisatie heb je te maken met veel
relaties zowel interne als externe stakeholders.
,Stakeholders: dit zijn de individuen of groepen die van een organisatie afhankelijk zijn om
hun eigen doelstellingen te verwezenlijken en van wie de organisatie op haar beurt
afhankelijk is.
1.2.2 4 manieren om het doel van de organisatie te definiëren:
Mission statement/missie: de werknemers en belanghebbenden duidelijkheid geven over
wat de organisatie in de kern als doel heeft. In wat voor markt zitten we?, Wat is er kwijt al
de organisatie niet zou bestaan?, Hoe maken we een verschil?.
Vision statement/visie: heeft betrekking op de toekomst die de organisatie wil creëren. Wat
willen we bereiken?, Als we hier nu waren over 20 jaar wat willen dan gecreëerd/bereikt
hebben.
Statement of corporate values/bedrijfswaarden: communiceren de onderliggende en
blijvende kern "beginselen" die de strategie van een organisatie sturen en bepalen de
manier waarop de organisatie moet werken. Deze waarden veranderen nooit in geen enkele
omstandigheden.
Statement of objectives/doelen: dit zijn statements van specifieke uitkomsten die bereikt
moeten worden. Vaak beschreven in winst, kunnen ook markt doelen zijn, kan de nadruk
leggen op de basis van concurrentievoordeel, Triple Bottom Line' - economische, sociale en
milieudoelstellingen.
1.2.3 Strategy statements
Deze moeten 3 hoofd thema’s bevatten:
- De fundamentele doelen die een organisatie zoekt, deze reflecteert de
missie, visie en doelen
- De scope of domein van de activiteiten van de organisatie: denk aan de 3
dimensies: customers or clients/klanten of opdrachtgevers, geographical
location/geografische locatie, extent of internal activities/omvang van de
interne activiteiten.
- De specifieke voordelen of mogelijkheden die het heeft om al deze te
leveren: dit beschrijft hoe de organisatie de doelen die gekozen zijn in het
gekozen domein bereikt zullen worden.
1.2.4 levels of strategy
Strategie binnen een organisatie kan bestaan op 3 levels:
Corporate-level strategy: heeft betrekking op de algemene scope van een organisatie en de
wijze waarop waarde wordt toegevoegd aan de samenstellende bedrijven van het
organisatorisch geheel. Diversificatie van de oorspronkelijke activiteiten van de organisatie
naar andere activiteiten. Hieronder vallen geografische scope, verscheidenheid van de
producten of services, werving van nieuwe activiteiten (business).
Business-level strategy: dit gaat over hoe de inviduele activiteiten (businesses) zouden
moeten concurreren in hun eigen specifieke markten. Marketing en product optimalisatie
strategieën.
Functional strategies: gaan over de vraag hoe de onderdelen van een organisatie de
strategieën op bedrijfs- en ondernemingsniveau doeltreffend uitvoeren in termen van
middelen, processen en mensen.
,1.3 exploring strategy framework
In het framework zit:
De strategische positie van een organisatie: heeft betrekking op de invloed op de strategie
van de macro-omgeving, de industrieomgeving, het strategisch vermogen van de organisatie
strategisch vermogen (middelen en competenties) van de organisatie de stakeholders van de
organisatie en de cultuur van de organisatie.
- Strategic purpose: deze komt overeen met strategy statement dus met de
three-horizons dus zie hierboven.
- Macro-environment: de macro level organisaties worden beïnvloed door
polical, economic, social, technological, ecological en legal foces. Hoofstuk
2
- Industry and sector: at the industry level competitors, customers and
suppliers deze geven dan ook uitdagingen. Hoofdstuk 3
- Resources and capabilities: een organisatie heeft deze afgesteld op de
organisatie zodat het de positie in de markt ondersteunt. De vraag die
daarbij gesteld kan worden is: Zijn de organisaties capaciteiten adequaat
, voor de uitdagingen vanuit de omgeving en de eisen van het doel.
Hoofdstuk 4
- Stakeholders and governance: de wensen van de key stakeholders moet
het doel definiëren van de organisatie. Het probleem van corporate
governance is hoe kun je er zeker van zijn dat de managers zich aan het
afgesproken doel houden. Hoofdstuk 5
- History and culture hoofdstuk 6
De vragen die dan gesteld worden met deze punten zijn:
- Wat zijn de macro-environmental opportunities and threats?
- Hoe kan de organisatie de krachten van de industrie beheersen?
- Welke resources en capabilities supporten de strategie?
- Hoe zijn de stakeholders afgestemd op het doel van de organisatie?
- Hoe past de geschiedenis en de cultuur bij de strategie?
Beoordeling van strategische keuzes voor de toekomst: Strategische keuzes hebben
betrekking op de opties voor strategie in termen van zowel de richtingen waarin de strategie
zou kunnen bewegen en de methodes waarmee strategie zou kunnen worden nagestreefd.
- Business strategy and models zie hoofdstuk 7
- Corporate strategy and diversification zie hoofdstuk 8
- International strategy zie hoofdstuk 9
- Entrepreneurship and innovation lees stukkie boek blz 15
- Mergers, acquisitions and alliances zie hoofdstuk 11
De vragen die gesteld worden bij deze punten zijn:
- Hoe moeten afzonderlijke bedrijfsonderdelen concurreren?
- Welke bedrijven moeten in de portefeuille worden opgenomen?
- Waar moet de organisatie concurreren internationaal concurreren?
- Is de organisatie op de juiste wijze aan het innoveren?
- Moet de organisatie andere bedrijven kopen, allianties vormen of het
alleen doen?
Managementstrategie in actie: dit gaat over hoe strategieën gevormd worden en hoe deze
zijn geïmplementeerd. De nadruk ligt op de praktische aspecten van het beheer.
- Evaluating strategies: zie hoofdstuk 12
- Strategy development processes: lees stukkie pagina 16
- Organising and strategy: lees stukkie pagina 16
- Leadership and strategic change: lees stukkie pagina 16,17
- The practice of strategy: zie hoofdstuk 16
De vragen die gesteld worden bij deze punten zijn:
- Welke strategieën zijn geschikt, aanvaardbaar en haalbaar?
- Welk soort strategievormingsproces is nodig?
- Wat zijn de vereiste organisatiestructuren en systemen?
- Hoe moet de organisatie omgaan met noodzakelijke veranderingen en wat
voor soort leiderschap is noodzakelijk?
- Wie moet wat doen in het strategieproces?
- Welke mensen en welke activiteiten?
