Onderzoeksmethoden periode 2.3-2.4

Colleges OZM
Inhoud
Week 1 onderzoek.........................................................................................................2
Week 2 onderzoeksdesigns..........................................................................................3
Week 3 betrouwbaarheid en validiteit.........................................................................11
Week 4 het schrijven van een inleiding van een project plan.....................................12
Week 5 werving en selectie van deelnemers..............................................................14
Week 6 werving en selectie van deelnemers & ethiek................................................17
Week 7 dataverzameling.............................................................................................18
Week 8 diagnostische waarde van meetinstrumenten...............................................21
Week 11 beschrijvende statistiek................................................................................24
Week 12 statistische significantie, klinische relevantie en presentatie van data........27
Week 13 data-analyse.................................................................................................29
Week 14 observatieonderzoek....................................................................................31
Week 15 kwalitatief onderzoek en ontwikkeling van vragenlijsten.............................33
Week 16 literatuuronderzoek......................................................................................38

,Week 1 onderzoek


Probleemstelling = in een probleemstelling wordt geformuleerd welke kennis, die
noodzakelijk is om het (praktijk) probleem te kunnen oplossen, tot op heden nog
ontbreekt.
- Welke kennis men écht graag wilt generen in vraagvorm
- Een onderzoeksvraag is dan ook een specifieke verwoording van de behoefte
aan (nieuwe) kennis en inzichten
- In vergelijking met een probleemstelling is een onderzoeksvraag specifieker
en gedetailleerder
Mogelijke facetten (aspecten)
- Kenmerken van de patiënt/patiëntengroep
- Uitkomstmaat
- Interventie
- Meetinstrument
- Behandeling of test waarmee de (nieuwe) interventie wordt vergeleken (care
as usual/gouden standaard)

Soms is een onderzoeksvraag vervangen door een doel:
 “Het doel van deze studie is…”
 “Het doel is om inzicht te krijgen…”

Reproduceerbaarheid van een methode: het steeds opnieuw kunnen bereiken van
een vergelijkbaar resultaat wanneer een beschreven procedure wordt uitgevoerd.
Wanneer andere wetenschappers bij dezelfde methode/procedure niet hetzelfde
resultaat krijgen is het experiment niet reproduceerbaar.
Validiteit: de mate waarin een test meet wat deze zou moeten meten. Bij het
onderzoeken van de validiteit wordt gekeken naar de mate waarin de resultaten van
een test en het te meten verschijnsel met elkaar overeenkomen.
Betrouwbaarheid: zijn je onderzoeksresultaten hetzelfde als je het onderzoek op
dezelfde wijze nogmaals uitvoert.

Een complete methode is belangrijk om een inschatting te maken van de
betrouwbaarheid/reproduceerbaarheid en de validiteit.

,Week 2 onderzoeksdesigns

Verschillende designs:
 RCT
 Cross sectioneel
 Cohort
 Case-control
 Diagnostisch
 Kwalitatief

Nieuwe data verzamelen:
- Kwalitatief = beschrijving van beleving/ervaringen/verwachtingen van
proefpersonen
- Kwantitatief = uitkomsten makkelijk uit te drukken in cijfers

De keuze van onderzoeksdesign is o.a. afhankelijk van de onderzoeksvraag.

Versimpelde weergave van verschillende onderzoeksdesigns:




Kwantitatief onderzoek:
- Cijfermatige informatie
- Vragenlijsten
- Meetstudies
- Observatiestudie

Kwalitatief onderzoek:
Wanneer er nog weinig bekend is over een onderwerp. Het doel is het generen van
nieuwe ideeën/brainstormen. Diepgaande kennis is hierbij nodig: waarom, welke,
hoe?
- Interviews
o Face to face (in kaart brengen van gedachte, gevoelens en ervaringen
van mensen, cijfers spelen geen rol)
- Focusgroepen

, - Observatie