Na sv H1 §1&2
§1
Krachten (F) kunnen:
- de beweging van een voorwerp veranderen
- veranderen van richting
- de vorm van een voorwerp veranderen
Vorm:
- Elastisch
- het voorwerp krijgt de oorspronkelijke vorm weer terug als de kracht wegvalt
- bijvoorbeeld een stiekje
- bij balsporten vervormt de bal ook elastisch, al kun je dat niet
altijd zien met het blote oog
- Plastisch
- het voorwerp komt niet meer terug in zijn oorspronkelijke vorm
- bijvoorbeeld bij een autobotsing
Soorten krachten (F):
- Spierkracht (Fspier)
- ontstaat doordat de spieren in je lichaam zich samentrekken
- Veerkracht (Fv)
- ontstaat als je een veerkrachtig materiaal uittrekt of indrukt
- Spankracht (Fspan)
- ontstaat als er aan een touw of kabel wordt getrokken
- Kleefkracht (Fkleef)
- ontstaat als 2 voorwerpen aan elkaar plakken
- Zwaartekracht (Fz)
- de kracht waarmee de aarde trekt aan alles om de aarde heen, het is ook de
kracht waarmee de zon de aarde aantrekt en in zijn baan houdt
- Magnetische kracht
- als een noordpool en een zuidpool (v een magneet) elkaar aantrekken, maar
2 gelijke polen stoten elkaar af
- Wrijvingskracht (Fw)
- luchtwrijving en rolwrijving samen
- luchtwrijving: tegenwerking van lucht
- bijv. tegenwind
- rolwrijving: de wrijvingskracht die bij bijv. fietsen de banden
ondervinden van het wegdek
Krachtmeter → krachten kun je hiermee meten
- In een krachtmeter zit een spiraalveer, hoe groter de kracht aan de krachtmeter
trekt, des te verder de veer uitrekt. (er zijn ook krachtmeters die je in moet duwen)
- Op een krachtmeter staat een schaalverdeling in Newton
Newton → (N) de eenheid waarin alle krachten gemeten worden
, Formule zwaartekracht:
Fz = m • g
Zwaartekracht → Newton
Massa → kg
g → op de aarde is dat 9,8
Kracht heeft een:
- Grootte
- Richting
- Aangrijpingspunt
Vector →een grootheid met deze 3 eigenschappen, een vector teken je als een pijl
- De lengte vd pijl geeft de grootte vd kracht aan
- Hoe langer hoe groter de kracht
- De richting vd pijl geeft de richting vd kracht aan
- de richting waarin de kracht werkt
- Het beginpunt vd pijl geeft het aangrijpingspunt aan
- punt waar de kracht begint te werken
een kracht is een vector
Krachtenschaal → als je een kracht gaat tekenen, kies je dit eerst (bijv. 1 cm ≙ 5 N)
Zwaartepunt
Zwaartekracht werkt op alle punten van een voorwerp
Zwaartepunt (Z) → het punt bij een voorwerp dat het in evenwicht is (bijv. als je het op je
vinger balanceren)
§1
Krachten (F) kunnen:
- de beweging van een voorwerp veranderen
- veranderen van richting
- de vorm van een voorwerp veranderen
Vorm:
- Elastisch
- het voorwerp krijgt de oorspronkelijke vorm weer terug als de kracht wegvalt
- bijvoorbeeld een stiekje
- bij balsporten vervormt de bal ook elastisch, al kun je dat niet
altijd zien met het blote oog
- Plastisch
- het voorwerp komt niet meer terug in zijn oorspronkelijke vorm
- bijvoorbeeld bij een autobotsing
Soorten krachten (F):
- Spierkracht (Fspier)
- ontstaat doordat de spieren in je lichaam zich samentrekken
- Veerkracht (Fv)
- ontstaat als je een veerkrachtig materiaal uittrekt of indrukt
- Spankracht (Fspan)
- ontstaat als er aan een touw of kabel wordt getrokken
- Kleefkracht (Fkleef)
- ontstaat als 2 voorwerpen aan elkaar plakken
- Zwaartekracht (Fz)
- de kracht waarmee de aarde trekt aan alles om de aarde heen, het is ook de
kracht waarmee de zon de aarde aantrekt en in zijn baan houdt
- Magnetische kracht
- als een noordpool en een zuidpool (v een magneet) elkaar aantrekken, maar
2 gelijke polen stoten elkaar af
- Wrijvingskracht (Fw)
- luchtwrijving en rolwrijving samen
- luchtwrijving: tegenwerking van lucht
- bijv. tegenwind
- rolwrijving: de wrijvingskracht die bij bijv. fietsen de banden
ondervinden van het wegdek
Krachtmeter → krachten kun je hiermee meten
- In een krachtmeter zit een spiraalveer, hoe groter de kracht aan de krachtmeter
trekt, des te verder de veer uitrekt. (er zijn ook krachtmeters die je in moet duwen)
- Op een krachtmeter staat een schaalverdeling in Newton
Newton → (N) de eenheid waarin alle krachten gemeten worden
, Formule zwaartekracht:
Fz = m • g
Zwaartekracht → Newton
Massa → kg
g → op de aarde is dat 9,8
Kracht heeft een:
- Grootte
- Richting
- Aangrijpingspunt
Vector →een grootheid met deze 3 eigenschappen, een vector teken je als een pijl
- De lengte vd pijl geeft de grootte vd kracht aan
- Hoe langer hoe groter de kracht
- De richting vd pijl geeft de richting vd kracht aan
- de richting waarin de kracht werkt
- Het beginpunt vd pijl geeft het aangrijpingspunt aan
- punt waar de kracht begint te werken
een kracht is een vector
Krachtenschaal → als je een kracht gaat tekenen, kies je dit eerst (bijv. 1 cm ≙ 5 N)
Zwaartepunt
Zwaartekracht werkt op alle punten van een voorwerp
Zwaartepunt (Z) → het punt bij een voorwerp dat het in evenwicht is (bijv. als je het op je
vinger balanceren)