Samenvatting college 1 t/m 8 Auditing Theory
College 1
Samenvatting artikel “The Pricing of Audit Services” (Simunic, 1980)
Het artikel kijkt naar hoe de toegevoegde waarde van een audit service werkt ten behoeve
van het management van een organisatie:
- efficiëntie van external reporting proces;
- verlaging van risico’s voor het management; en
- vergroten van zekerheid.
Inleiding
De aanleiding voor het onderzoek is de concurrentie tussen accountants en het
monopoliseren van de markt voor audits door de Big 8 firma’s. Het doel van het onderzoek is
vaststellen of er sprake is van prijsconcurrentie op de markt voor audits ongeacht het
marktaandeel van de Big 8 firma’s.
Er is sprake van een agency-driehoek: agent (manager), principalen (aandeelhouders) en de
monitor (accountant of toezichthouders).
Perspectief op controlekwaliteit
Externe audit is slechts een onderdeel van het gehele financiële rapportagesysteem.
Hierdoor beschouwd de klant de audit als een product wat “substitutes” en “complements”
heeft. De klant maakt dus een kosten- en batenanalyse: wegen de kosten van de audit
niet op tegen de baten, dan zal de klant kijken naar substituten (zoals een interne controle).
Tabel 2
Tabel 2 staat centraal in het artikel en bestaat uit implicaties van de onderlinge verbanden
tussen de kenmerken van de financiële rapportagesystemen van gecontroleerde bedrijven.
De belangrijkste conclusies op basis van tabel 2 zijn:
- Bij voldoende concurrentiedruk (lagere prijs) zal de vraag naar controle toenemen
(interne controles nemen af).
- Bij onvoldoende concurrentiedruk (monopolieprijzen) zal de vraag naar controle
afnemen (interne controles nemen toe).
1
,Voorbeeld:
- Increases in Auditor’s Share of Losses (restrisico van 5%): accountant neemt
verantwoordelijkheid (aansprakelijkheid) over deze 5%. Hierdoor neemt de prijs van
Audit Services toe (want je zekerheid neemt toe en je risico neemt af).
Tabel 3
Essentie van tabel 3 is dat een accountantskantoor meerdere prijsstrategieën kan toepassen
bij het bepalen van de audit fee. Hierbij wordt een splitsing gemaakt tussen kantoren die wel
(kolom links = Results for the “Large” Auditee Segment) en niet (kolom rechts = Results for
the “Small” Auditee Segment) tot de Big 8 behoren.
Als de Big 8-kantoren samenspannen om de prijzen op de markt te verhogen, dan zullen de
overige kantoren (niet Big-8) proberen het marktaandeel en de prijsconfiguratie uit te breiden
(lagere prijzen hanteren).
2
,Voorbeelden:
- Competition with differentiated product to the Big 8: Big 8 is zowel duurder in
kleiner als groter segment (bijvoorbeeld door innovatie data-analyse).
- Monopoly pricing by the Big 8 (= hogere prijs bij grote klanten en lagere prijs bij
kleinere klanten): Shell kan bijvoorbeeld sowieso al niet bediend worden door een
klein kantoor, waardoor zij afhankelijk zijn van de Big 8 (monopoliepositie).
Conclusie
Des te meer toegevoegde waarde de accountantscontrole heeft, des te hoger de vraag
hiernaar zal zijn. Toegevoegde waarde wordt gecreëerd door:
- een effectievere controle die de risico’s van het management verlaagd (hierdoor
minder noodzaak voor interne controles);
- een efficiënte controle (met voldoende concurrentiedruk), waardoor
accountantscontroles goedkoper en beter kan worden uitgevoerd; en
- door productdifferentiatie.
Indien de accountant onvoldoende kwaliteit levert of een te hoge prijs hanteert, zullen de
bedrijven meer interne controles uit willen voeren. Hierdoor wordt de onderzoeksvraag
beantwoord: de Big 8 firma’s hebben geen invloed door een monopoliepositie, er is namelijk
geen sprake van een significant prijsverschil tussen de Big 8 firma’s en de kleinere kantoren.
De belangrijke rol van concurrentiedruk is de prijsbepaling van controlekosten:
- bij voldoende concurrentiedruk zal de vraag naar controle toenemen;
- bij een te dure controle zal een organisatie zelf meer controlestappen
uitvoeren/voorbereiden.
Er is dus sprake van insourcing (interne auditdienst gaat veel meer werkzaamheden zelf
doen) en outsourcing (accountant gaat meer werkzaamheden overnemen).
- Insourcing neemt toe indien accountant te duur wordt of slechte kwaliteit levert.
- Outsourcing neemt toe indien accountant efficiënter is.
3
, Samenvatting Ethiekwijzer (Karssing)
Deugd-ethiek
De deugd-ethiek legt de nadruk op wie men is en niet zozeer op wat men doet en bereikt.
Hoofdvraag: Hoe gedraag ik mij als een goed accountant? Hoe geef ik zo goed mogelijk
invulling aan mijn rol? Past dit bij mijn beeld van een goede accountant? Wil ik op deze
manier gekend zijn als accountant?
Focus: De accountant zelf staat centraal.
Uitgangspunt: Handelen overeenkomstig hetgeen een deugdzame accountant betaamt in
termen van voorzichtigheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en moed.
Hulpvragen
- Welke rol heeft de accountant in deze casus?
- Hoe ziet deze rol er idealiter uit?
- Welke deugden zijn belangrijk om deze ideale rol te realiseren? Alle termen
uitwerken op het tentamen!
Beginsel-ethiek
Het is je morele plicht om dat handelingsalternatief te kiezen dat in overeenstemming is met
een in zichzelf geldend beginsel, een waarde of een moreel recht, onafhankelijk van de
gevolgen van een dergelijke keuze. De gevolgen staan niet centraal, maar de geldigheid van
de waarden, beginselen en rechten.
Hoofdvraag: Mag dit? Wat is mijn plicht?
Focus: De handeling zelf staat centraal.
Uitgangspunt: Een handeling is moreel juist als deze overeenstemt met een in zichzelf
geldende morele regel (wet, norm of fundamenteel beginsel), ongeacht de gevolgen van de
handeling. De fundamentele beginselen zijn:
- Integriteit
- Objectiviteit
- Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
- Vertrouwelijkheid
- Professionaliteit
Hulpvragen:
- Welke morele regels, normen of fundamentele beginselen spelen een rol?
- Wat moet/mag ik doen volgens deze morele regels, normen of beginselen?
- Welke bedreigingen spelen hierbij een rol en wat zijn gepaste maatregelen om die
bedreigingen weg te nemen?
Gevolgen-ethiek
Het is je morele plicht om dat handelingsalternatief te kiezen dat in zijn gevolgen het meeste
bijdraagt aan het opgetelde welzijn van de belanghebbenden.
Hoofdvraag: Wat is voor zoveel mogelijk belanghebbenden de beste keuze?
Focus: De gevolgen van een handeling, kijkend naar het algemene welzijn.
4
College 1
Samenvatting artikel “The Pricing of Audit Services” (Simunic, 1980)
Het artikel kijkt naar hoe de toegevoegde waarde van een audit service werkt ten behoeve
van het management van een organisatie:
- efficiëntie van external reporting proces;
- verlaging van risico’s voor het management; en
- vergroten van zekerheid.
Inleiding
De aanleiding voor het onderzoek is de concurrentie tussen accountants en het
monopoliseren van de markt voor audits door de Big 8 firma’s. Het doel van het onderzoek is
vaststellen of er sprake is van prijsconcurrentie op de markt voor audits ongeacht het
marktaandeel van de Big 8 firma’s.
Er is sprake van een agency-driehoek: agent (manager), principalen (aandeelhouders) en de
monitor (accountant of toezichthouders).
Perspectief op controlekwaliteit
Externe audit is slechts een onderdeel van het gehele financiële rapportagesysteem.
Hierdoor beschouwd de klant de audit als een product wat “substitutes” en “complements”
heeft. De klant maakt dus een kosten- en batenanalyse: wegen de kosten van de audit
niet op tegen de baten, dan zal de klant kijken naar substituten (zoals een interne controle).
Tabel 2
Tabel 2 staat centraal in het artikel en bestaat uit implicaties van de onderlinge verbanden
tussen de kenmerken van de financiële rapportagesystemen van gecontroleerde bedrijven.
De belangrijkste conclusies op basis van tabel 2 zijn:
- Bij voldoende concurrentiedruk (lagere prijs) zal de vraag naar controle toenemen
(interne controles nemen af).
- Bij onvoldoende concurrentiedruk (monopolieprijzen) zal de vraag naar controle
afnemen (interne controles nemen toe).
1
,Voorbeeld:
- Increases in Auditor’s Share of Losses (restrisico van 5%): accountant neemt
verantwoordelijkheid (aansprakelijkheid) over deze 5%. Hierdoor neemt de prijs van
Audit Services toe (want je zekerheid neemt toe en je risico neemt af).
Tabel 3
Essentie van tabel 3 is dat een accountantskantoor meerdere prijsstrategieën kan toepassen
bij het bepalen van de audit fee. Hierbij wordt een splitsing gemaakt tussen kantoren die wel
(kolom links = Results for the “Large” Auditee Segment) en niet (kolom rechts = Results for
the “Small” Auditee Segment) tot de Big 8 behoren.
Als de Big 8-kantoren samenspannen om de prijzen op de markt te verhogen, dan zullen de
overige kantoren (niet Big-8) proberen het marktaandeel en de prijsconfiguratie uit te breiden
(lagere prijzen hanteren).
2
,Voorbeelden:
- Competition with differentiated product to the Big 8: Big 8 is zowel duurder in
kleiner als groter segment (bijvoorbeeld door innovatie data-analyse).
- Monopoly pricing by the Big 8 (= hogere prijs bij grote klanten en lagere prijs bij
kleinere klanten): Shell kan bijvoorbeeld sowieso al niet bediend worden door een
klein kantoor, waardoor zij afhankelijk zijn van de Big 8 (monopoliepositie).
Conclusie
Des te meer toegevoegde waarde de accountantscontrole heeft, des te hoger de vraag
hiernaar zal zijn. Toegevoegde waarde wordt gecreëerd door:
- een effectievere controle die de risico’s van het management verlaagd (hierdoor
minder noodzaak voor interne controles);
- een efficiënte controle (met voldoende concurrentiedruk), waardoor
accountantscontroles goedkoper en beter kan worden uitgevoerd; en
- door productdifferentiatie.
Indien de accountant onvoldoende kwaliteit levert of een te hoge prijs hanteert, zullen de
bedrijven meer interne controles uit willen voeren. Hierdoor wordt de onderzoeksvraag
beantwoord: de Big 8 firma’s hebben geen invloed door een monopoliepositie, er is namelijk
geen sprake van een significant prijsverschil tussen de Big 8 firma’s en de kleinere kantoren.
De belangrijke rol van concurrentiedruk is de prijsbepaling van controlekosten:
- bij voldoende concurrentiedruk zal de vraag naar controle toenemen;
- bij een te dure controle zal een organisatie zelf meer controlestappen
uitvoeren/voorbereiden.
Er is dus sprake van insourcing (interne auditdienst gaat veel meer werkzaamheden zelf
doen) en outsourcing (accountant gaat meer werkzaamheden overnemen).
- Insourcing neemt toe indien accountant te duur wordt of slechte kwaliteit levert.
- Outsourcing neemt toe indien accountant efficiënter is.
3
, Samenvatting Ethiekwijzer (Karssing)
Deugd-ethiek
De deugd-ethiek legt de nadruk op wie men is en niet zozeer op wat men doet en bereikt.
Hoofdvraag: Hoe gedraag ik mij als een goed accountant? Hoe geef ik zo goed mogelijk
invulling aan mijn rol? Past dit bij mijn beeld van een goede accountant? Wil ik op deze
manier gekend zijn als accountant?
Focus: De accountant zelf staat centraal.
Uitgangspunt: Handelen overeenkomstig hetgeen een deugdzame accountant betaamt in
termen van voorzichtigheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing en moed.
Hulpvragen
- Welke rol heeft de accountant in deze casus?
- Hoe ziet deze rol er idealiter uit?
- Welke deugden zijn belangrijk om deze ideale rol te realiseren? Alle termen
uitwerken op het tentamen!
Beginsel-ethiek
Het is je morele plicht om dat handelingsalternatief te kiezen dat in overeenstemming is met
een in zichzelf geldend beginsel, een waarde of een moreel recht, onafhankelijk van de
gevolgen van een dergelijke keuze. De gevolgen staan niet centraal, maar de geldigheid van
de waarden, beginselen en rechten.
Hoofdvraag: Mag dit? Wat is mijn plicht?
Focus: De handeling zelf staat centraal.
Uitgangspunt: Een handeling is moreel juist als deze overeenstemt met een in zichzelf
geldende morele regel (wet, norm of fundamenteel beginsel), ongeacht de gevolgen van de
handeling. De fundamentele beginselen zijn:
- Integriteit
- Objectiviteit
- Vakbekwaamheid en zorgvuldigheid
- Vertrouwelijkheid
- Professionaliteit
Hulpvragen:
- Welke morele regels, normen of fundamentele beginselen spelen een rol?
- Wat moet/mag ik doen volgens deze morele regels, normen of beginselen?
- Welke bedreigingen spelen hierbij een rol en wat zijn gepaste maatregelen om die
bedreigingen weg te nemen?
Gevolgen-ethiek
Het is je morele plicht om dat handelingsalternatief te kiezen dat in zijn gevolgen het meeste
bijdraagt aan het opgetelde welzijn van de belanghebbenden.
Hoofdvraag: Wat is voor zoveel mogelijk belanghebbenden de beste keuze?
Focus: De gevolgen van een handeling, kijkend naar het algemene welzijn.
4
