Hoofdstuk 2
(S-data) self-report data is de informatie die een person over zichzelf laat zien. Dit is
misschien niet altijd even waar aangezien men zichzelf graag in een positief daglicht
presenteert.
(O-data) observer-reporter data is de indrukken die we vormen en evaluaties die wij maken
over anderen. Inter-rater reliability is wanneer meerdere observatoren het eens zijn over
een geobserveerd persoon. Hierbij kan het dilemma zijn om bekende van de geobserveerde
persoon te gebruiken als een bron van informatie of onbekende de persoon te laten
observeren. En om te kiezen tussen een observatie in zijn/haar natuurlijke habitat of een
omgeving waar je invloed kan uitoefenen op de situatie.
(T-data) test data hierbij wordt de geobserveerde in een testsituatie geplaatst. Dit om
erachter te komen of andere mensen hetzelfde op verschillende situaties reageren. Hierbij
kan een nadeel zijn dat deelnemers proberen te raden wat er gemeten wordt en zo het
gewenste gedrag gaan proberen te vertonen. Een tweede nadeel kan de interpretatie zijn
van de tests en of deze hetzelfde is voor de observatoren en voor de deelnemers. En ten
derde kan de onderzoeker zijn/haar gedrag ook invloed hebben op hoe de deelnemers zich
(willen) gedragen. Denk aan een hele vriendelijke onderzoeker of een norrig iemand.
Een FMRI kan worden gebruikt om te meten welke gebieden in de hersenen actief zijn bij
bepaalde activiteiten.
Een ander voorbeeld van het verzamelen van T data is door middel van het gebruik van
projective tests. Denk aan: wat ziet u in deze inktvlek? Of: verzin een verhaal bij deze foto.
(L-data) life-outcome data is informatie die verzameld kan worden door de evenementen,
activiteiten en uitkomsten in iemand zijn/haar leven die beschikbaar zijn door openbare
controle. Bijvoorbeeld: het aantal echtscheidingen of het aantal boete’s op iemand zijn/haar
naam, social media profielen.
S en O data wordt vaak gebruikt om L data te voorspellen.
Meta-analyse is het samenvatten van de resultaten van een groot aantal individuele
onderzoeken.
Aggregatie/aggregation is het proces van het optellen of het gemiddeld maken van
verschillende individuele observaties, wat resulteert in een betere meting van een
persoonlijkheidskenmerk dan een enkele observatie hiervan. Hierdoor is het
betrouwbaarder omdat een enkele observatie niet altijd representatief kan zijn. Ik ben
bijvoorbeeld erg chagrijnig als ik slecht heb geslapen maar dit betekent niet dat ik een
knorrig persoon ben.
(S-data) self-report data is de informatie die een person over zichzelf laat zien. Dit is
misschien niet altijd even waar aangezien men zichzelf graag in een positief daglicht
presenteert.
(O-data) observer-reporter data is de indrukken die we vormen en evaluaties die wij maken
over anderen. Inter-rater reliability is wanneer meerdere observatoren het eens zijn over
een geobserveerd persoon. Hierbij kan het dilemma zijn om bekende van de geobserveerde
persoon te gebruiken als een bron van informatie of onbekende de persoon te laten
observeren. En om te kiezen tussen een observatie in zijn/haar natuurlijke habitat of een
omgeving waar je invloed kan uitoefenen op de situatie.
(T-data) test data hierbij wordt de geobserveerde in een testsituatie geplaatst. Dit om
erachter te komen of andere mensen hetzelfde op verschillende situaties reageren. Hierbij
kan een nadeel zijn dat deelnemers proberen te raden wat er gemeten wordt en zo het
gewenste gedrag gaan proberen te vertonen. Een tweede nadeel kan de interpretatie zijn
van de tests en of deze hetzelfde is voor de observatoren en voor de deelnemers. En ten
derde kan de onderzoeker zijn/haar gedrag ook invloed hebben op hoe de deelnemers zich
(willen) gedragen. Denk aan een hele vriendelijke onderzoeker of een norrig iemand.
Een FMRI kan worden gebruikt om te meten welke gebieden in de hersenen actief zijn bij
bepaalde activiteiten.
Een ander voorbeeld van het verzamelen van T data is door middel van het gebruik van
projective tests. Denk aan: wat ziet u in deze inktvlek? Of: verzin een verhaal bij deze foto.
(L-data) life-outcome data is informatie die verzameld kan worden door de evenementen,
activiteiten en uitkomsten in iemand zijn/haar leven die beschikbaar zijn door openbare
controle. Bijvoorbeeld: het aantal echtscheidingen of het aantal boete’s op iemand zijn/haar
naam, social media profielen.
S en O data wordt vaak gebruikt om L data te voorspellen.
Meta-analyse is het samenvatten van de resultaten van een groot aantal individuele
onderzoeken.
Aggregatie/aggregation is het proces van het optellen of het gemiddeld maken van
verschillende individuele observaties, wat resulteert in een betere meting van een
persoonlijkheidskenmerk dan een enkele observatie hiervan. Hierdoor is het
betrouwbaarder omdat een enkele observatie niet altijd representatief kan zijn. Ik ben
bijvoorbeeld erg chagrijnig als ik slecht heb geslapen maar dit betekent niet dat ik een
knorrig persoon ben.
