Hoorcollege 6
PART 1
We sluiten ons allemaal aan bij groepen in ons leven vanwege gemeenschappelijk behoeften,
interesses, overtuigingen, waarden en attitudes. Organisaties benadrukken steeds meer teamwork.
Een teamspeler zijn, is een veel gebruikte selectietool.
Groep = Twee of meer vrij op elkaar inwerkende individuen die collectieve normen en (individuele)
doelen delen en een gemeenschappelijk identiteit hebben.
De belangrijkste kenmerken van een groep zijn:
- Interactie
- Collectieve normen
- Collectieve (individuele) doelen
- Gemeenschappelijke identiteit
Eigenschappen van groepen:
Status
Formele groepen
Groepen die door een organisatie bewust zijn gecreëerd om een belangrijk organisatiedoel te
bereiken. Denk aan commandogroepen, dit zijn groepen op basis van formele macht. Maar ook
taakgroepen op basis van gespecialiseerde expertise.
Informele groepen
Groepen die zich op natuurlijke wijze ontwikkelen onder het personeel van een organisatie zonder
aanwijzingen van het management van de organisatie.
Denk aan belangengroepen op basis van gedeelde interesses en ideeën om door te gaan in het
bedrijf. Maar ook vriendschapsgroepen met gemeenschappelijke belangen die geen verband hebben
met de organisatie.
Rollen
Verwachtingen die men heeft over de gedragingen die bij een bepaalde positie horen. Welke
gedragingen horen bij een bepaalde rol?
- Overload = Meerdere rollen, maar niet de tijd om aan alle verwachtingen te voldoen.
- Conflict = Meerdere rollen met bijbehorende verwachtingen, alleen zijn deze in strijd met
elkaar.
- Ambiguity = De verwachtingen worden niet duidelijk gecommuniceerd en is het moeilijk om
aan de verwachtingen te voldoen.
Normen
Algemeen wat als goed en slecht wordt gezien. Dit kan zorgen voor duidelijkheid bij verwachtingen.
Expliciet of impliciete normen.
Size & composition
Is een grotere groep beter? Of een groep met veel diversiteit?
Team = Een klein aantal mensen tussen de 2 en 25. Deze mensen delen gemeenschappelijke doelen
met betrekking tot werk en hebben interactie. Ze zijn van elkaar afhankelijk met betrekking op
doelen en resultaten. Ze hebben goed gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden. Deze mensen
zijn opzettelijk bij elkaar gebracht om organisatorisch relevante taken uit te voeren door middel van
een formele groep.
, Er is sprake van een team wanneer:
- De leden afhankelijk van elkaar zijn.
- Collectief doel
- Delen verantwoordelijkheid
Typen teams
Hoe teams vroeger en nu zijn georganiseerd:
Waarom werken organisaties in groepen of in teams?
- Organisatie functies
Het oplossen van complexe taken en beslissingen, het generen van ideeën en oplossingen,
het coördineren van inspanningen, het socialiseren en opleiden van nieuwkomers.
- Individuele functies
Het voldoen aan wederzijdse doelen en interesses, het creëren van veiligheid, het voldoen
aan iemands behoefte aan aansluiting, het opbouwen van eigenwaarde en identiteit.
Social identity theory
Men baseert het zelfbeeld niet alleen op de persoonlijke eigenschappen en prestaties, maar ook op
de evaluatie en eigenschappen van de groepen waarvan ze lid zijn.
De sociale identiteit helpt met het verkrijgen van zelfvertrouwen door te voldoen aan de
verwachtingen en normen en waarden van de groep. Dit zorgt voor een gevoel van acceptatie. Maar
ook door een positief beeld te hebben van de groep waarmee we ons identificeren.
De groep waarmee iemand zich identificeert, heet de in-groep.
De groep waarmee iemand zich niet identificeert, heet de out-groep.
Omdat het zelfvertrouwen afhangt van de in-groep hebben we voorkeur voor deze groep. De
waarnemingen over de out-groep zijn dus gediscrimineerd.
Tuckman’s 5 Stage Model
Groepen en teams hebben ook een bepaalde levensloop.
5 fasen in de ontwikkeling van teams:
- Forming = Teamleden zijn zich aan het oriënteren. Dit is nodig om de grenzen te identificeren
van rollen en doelen. De teamleden gedragen zich onafhankelijk. Daarbij kunnen de leden
gemotiveerd, maar ook onzeker en bezorgd zijn. Wederzijds vertrouwen moet worden
gevormd. Wanneer er geen formele leider is, dan zal deze ontstaan in deze fase.
PART 1
We sluiten ons allemaal aan bij groepen in ons leven vanwege gemeenschappelijk behoeften,
interesses, overtuigingen, waarden en attitudes. Organisaties benadrukken steeds meer teamwork.
Een teamspeler zijn, is een veel gebruikte selectietool.
Groep = Twee of meer vrij op elkaar inwerkende individuen die collectieve normen en (individuele)
doelen delen en een gemeenschappelijk identiteit hebben.
De belangrijkste kenmerken van een groep zijn:
- Interactie
- Collectieve normen
- Collectieve (individuele) doelen
- Gemeenschappelijke identiteit
Eigenschappen van groepen:
Status
Formele groepen
Groepen die door een organisatie bewust zijn gecreëerd om een belangrijk organisatiedoel te
bereiken. Denk aan commandogroepen, dit zijn groepen op basis van formele macht. Maar ook
taakgroepen op basis van gespecialiseerde expertise.
Informele groepen
Groepen die zich op natuurlijke wijze ontwikkelen onder het personeel van een organisatie zonder
aanwijzingen van het management van de organisatie.
Denk aan belangengroepen op basis van gedeelde interesses en ideeën om door te gaan in het
bedrijf. Maar ook vriendschapsgroepen met gemeenschappelijke belangen die geen verband hebben
met de organisatie.
Rollen
Verwachtingen die men heeft over de gedragingen die bij een bepaalde positie horen. Welke
gedragingen horen bij een bepaalde rol?
- Overload = Meerdere rollen, maar niet de tijd om aan alle verwachtingen te voldoen.
- Conflict = Meerdere rollen met bijbehorende verwachtingen, alleen zijn deze in strijd met
elkaar.
- Ambiguity = De verwachtingen worden niet duidelijk gecommuniceerd en is het moeilijk om
aan de verwachtingen te voldoen.
Normen
Algemeen wat als goed en slecht wordt gezien. Dit kan zorgen voor duidelijkheid bij verwachtingen.
Expliciet of impliciete normen.
Size & composition
Is een grotere groep beter? Of een groep met veel diversiteit?
Team = Een klein aantal mensen tussen de 2 en 25. Deze mensen delen gemeenschappelijke doelen
met betrekking tot werk en hebben interactie. Ze zijn van elkaar afhankelijk met betrekking op
doelen en resultaten. Ze hebben goed gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden. Deze mensen
zijn opzettelijk bij elkaar gebracht om organisatorisch relevante taken uit te voeren door middel van
een formele groep.
, Er is sprake van een team wanneer:
- De leden afhankelijk van elkaar zijn.
- Collectief doel
- Delen verantwoordelijkheid
Typen teams
Hoe teams vroeger en nu zijn georganiseerd:
Waarom werken organisaties in groepen of in teams?
- Organisatie functies
Het oplossen van complexe taken en beslissingen, het generen van ideeën en oplossingen,
het coördineren van inspanningen, het socialiseren en opleiden van nieuwkomers.
- Individuele functies
Het voldoen aan wederzijdse doelen en interesses, het creëren van veiligheid, het voldoen
aan iemands behoefte aan aansluiting, het opbouwen van eigenwaarde en identiteit.
Social identity theory
Men baseert het zelfbeeld niet alleen op de persoonlijke eigenschappen en prestaties, maar ook op
de evaluatie en eigenschappen van de groepen waarvan ze lid zijn.
De sociale identiteit helpt met het verkrijgen van zelfvertrouwen door te voldoen aan de
verwachtingen en normen en waarden van de groep. Dit zorgt voor een gevoel van acceptatie. Maar
ook door een positief beeld te hebben van de groep waarmee we ons identificeren.
De groep waarmee iemand zich identificeert, heet de in-groep.
De groep waarmee iemand zich niet identificeert, heet de out-groep.
Omdat het zelfvertrouwen afhangt van de in-groep hebben we voorkeur voor deze groep. De
waarnemingen over de out-groep zijn dus gediscrimineerd.
Tuckman’s 5 Stage Model
Groepen en teams hebben ook een bepaalde levensloop.
5 fasen in de ontwikkeling van teams:
- Forming = Teamleden zijn zich aan het oriënteren. Dit is nodig om de grenzen te identificeren
van rollen en doelen. De teamleden gedragen zich onafhankelijk. Daarbij kunnen de leden
gemotiveerd, maar ook onzeker en bezorgd zijn. Wederzijds vertrouwen moet worden
gevormd. Wanneer er geen formele leider is, dan zal deze ontstaan in deze fase.
