Voorbeeld 2 van de 15 pagina's
Voorbeeld 2 van de 15 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Titel boek:
Auteur(s):
Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
wat zijn de kenmerken van een schenking?
Antwoord: - er is een eenzijdige vormvrije overeenkomst (schriftelijk/mondeling). - om niet - verarming schenker en verrijking begiftigde - bevoordelingsbedoeling (vrijgevigheid)
2.
waarom is het handig om een notariële schenkingsovereenkomst te sluiten? noem 3 redenen!
Antwoord: - een schenking bij dode is alleen geldig als dit er is. Deze akte wordt ingeschreven in het Centraal Testamentenregister. Een normale schenking onder levenden vervalt na overlijden niet, dit moet dan door de erfgenamen worden geschonken. - de bewijskracht is groter. 180-dagentermijn -> als tussen de schenkingsdatum en overlijdensdatum van de schenker minder dan 180 dagen zitten, wordt de schenking bij erfenis opgeteld en betaal je erfbelasting. - er kan door de schenker beweerd worden dat een schenking is overeengekomen door de omstandigheden (dementie). Door de zorgplicht van notaris wordt er alleen een akte opgesteld als de schenker weet wat hij doet.
3.
Wat zijn de kenmerken van een ANBI? noem er 4
Antwoord: - 90%-eis -> als je je voor min. 90% inzet voor algemeen nut. - geen winstoogmerk -> het moet dan gaan om stichting, vereniging of kerkgenootschap - beloning bestuurders beperkt tot onkostenvergoedingen. - openbaar maken van gegevens op een website.
4.
Wat is een SBBI?
Antwoord: sociaal belang behartigende instelling. Het behartigt individuele belangen van leden /doelgroep, maar ook maatschappelijke waarde. Over ontvangen schenkingen hoeft het geen schenkbelasting te betalen. Een schenking hieraan is niet fiscaal aftrekbaar. (Bijv. dansgroepen)
5.
noem de groepen van het Versterfrecht met een toelichting
Antwoord: GROEP 1: Echtgenoot en zijn kinderen (ook overledene). Stief- en pleegkinderen zijn geen erfgenamen. GROEP 2: Ouders (minimaal pp ¼), broers en zussen (de halfbroers- en zussen hebben ½ deel recht van waar de volle broers en zussen recht op hebben), zijn er geen volle maar alleen halfbroers- en zussen, dan krijgen ze max. de helft van het erfdeel van de ouders. GROEP 3: Grootouders. GROEP 4: Overgrootouders.
6.
noem de 4 manieren van het uitoefenen van wilsrechten
Antwoord: - de langstlevende ouder hertrouwt: de kinderen kunnen bij melding voorgenomen huwelijk hun vordering opeisen. De kinderen krijgen het blote eigendom, maar de ouder houdt het vruchtgebruik, bij overlijden krijgen de kinderen hun eigendom. - de langstlevende ouder is hertrouwd, overlijdt en laat een echtgenoot (stiefouder) achter: als de kinderen hun wilsrecht niet hebben gebruikt bij hertrouwen dan kunnen ze hun erfdeel opeisen bij de stiefouder. De stiefouder mag wel het vruchtgebruik behouden en de kinderen krijgen blote eigendom. - de echtgenoot (stiefouder) van de langstlevende ouder komt te overlijden: als de kinderen het wilsrecht niet hebben gebruikt, mogen ze het erfdeel opeisen bij de erfgenamen van de overleden stiefouder. - uiterste wil (testament): je kan van het wettelijke versterfrecht afwijken, dit doe je door het testament. Je kan je huisdieren hier niet bij zetten, wel dat er voor ze gezorgd moet worden. Je moet minimaal 16 jaar zijn, je moet het ook echt willen.
7.
welke keuzes heb je bij een erfenis
Antwoord: - aanvaarden -> zuiver aanvaarden of beneficiaire aanvaarden - verwerpen
8.
wat zijn de voorwaarde heb je bij een bedrijfsopvolgregeling?
Antwoord: - echte onderneming (niet alleen beleggen). - termijn eigenaar onderneming (schenker moet min. 5 jaar eigenaar zijn geweest, vererving minimaal 1 jaar). - voorzettingstermijn (nieuwe eigenaar mag pas na 5 jaar verkopen/staken, anders toch die belasting betalen alsof de regeling voor bedrijfopvolging niet is toegepast). - bij schenken moet ook de ontvanger min. 36 maanden voorgaand aan de schenking werken bij de geschonken onderneming.
9.
wat is het verschil tussen causation en effectuation?
Antwoord: Bij causation volg je de weg van bestaande ondernemers. bij effectuation kijk je wat je zelf hebt en zo ontstaat een weg.
10.
noem de 5 basisprincipes van effectuation
Antwoord: bird in the hand, affordable loss, crazy quilt, lemonade, pilot in the plane.
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lvdvelden. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 94314 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen
