Scheikunde H9
9.1
Reactiesnelheid: hoe snel een reactie verloopt. (aantal mol dat per liter per seconde ontstaat of
verdwijnt.) MxL/s
Concentratieverandering (M/L)
Gemiddelde reactiesnelheid: -----------------------------------------------
Verstreken tijd (s)
De reactiesnelheid is afhankelijk van 5 factoren:
- Temperatuur
- Concentratie van beginstof
- Verdelingsgraad
- Aanwezigheid van katalysator
- Soort stof
Botsende-deeltjesmodel: volgens het botsende-deeltjesmodel treedt er een chemische reactie op
zodra er sprake is van een effectieve botsing tussen deeltjes.
Alle deeltjes zoals moleculen, atomen en ionen zijn constant in beweging. Ze kunnen dus ook tegen
elkaar botsen.
Als deze deeltjes hard tegen elkaar botsen ontstaat er een effectieve botsing, hierdoor ontstaat een
chemische reactie.
Hoe groter het aantal botsingen per seconde, des te groter de kans op een effectieve botsing, des te
sneller de reactie verloopt.
Door botsende-deeltjesmodel:
Temperatuur:
- Hogere temperatuur laat de deeltjes sneller bewegen. Hierdoor grotere kans op botsingen en
meer kans op effectieve botsingen. (per 10 graden omhoog, reactiesnelheid verdubbeld.)
Concentratie:
- Hoe groter de concentratie, hoe meer deeltjes. Meer deeltjes is meer kans op
effectieve botsingen.
Verdelingsgraad:
- Als je meer oppervlakte hebt dan heb je dus ook meer deeltjes waardoor er meer kans is op
effectieve botsingen. (bij gassen en oplossingen is het al maximaal)
, Katalysator:
- Zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt of bij een lagere temperatuur. Door katalysator
word de geactiveerde toestand eerder bereikt. Het verlaagt dus de activeringsenergie.
Soort stof:
- Verschillende stoffen hebben verschillende activering energieën.
Door activeringsenergie
9.2
Wet van behoud van energie: volgens de wet van behoud van energie kan energie nooit verdwijnen
of ontstaan. Je kunt ze alleen in elkaar omzetten. (energiebalans)
Bij alle processen treedt een energie-effect op, endotherm of exotherm.
Reactie-energie: de energie die vrijkomt of nodig is bij een chemische reactie. (ΔE) (reactiewarmte)
ΔE = Ereactieproducten – Ebeginstoffen
Exotherm:
- Energie komt vrij
- De reactieproducten hebben minder chemische energie dan de
beginstoffen.
- Reactie-energie is negatief
Endotherm:
- Energie opgenomen
- Reactieproducten hebben meer chemische energie dan de beginstoffen.
- Reactie-energie is positief
Vormingswarmte: de hoeveelheid warmte die nodig is of vrijkomt tijdens het vormen van een mol
stof uit zijn elementen.
Om de reactie warmte te berekenen doe je
Reactiewarmte (ΔE): vormingswarmtereactieproducten – vormingswarmtebeginstoffen
1. Stel de reactievergelijking op
2. Zoek de vormingswarmten op
3. Vermenigvuldig met de reactievergelijking dingen
4. Doe de formule
9.1
Reactiesnelheid: hoe snel een reactie verloopt. (aantal mol dat per liter per seconde ontstaat of
verdwijnt.) MxL/s
Concentratieverandering (M/L)
Gemiddelde reactiesnelheid: -----------------------------------------------
Verstreken tijd (s)
De reactiesnelheid is afhankelijk van 5 factoren:
- Temperatuur
- Concentratie van beginstof
- Verdelingsgraad
- Aanwezigheid van katalysator
- Soort stof
Botsende-deeltjesmodel: volgens het botsende-deeltjesmodel treedt er een chemische reactie op
zodra er sprake is van een effectieve botsing tussen deeltjes.
Alle deeltjes zoals moleculen, atomen en ionen zijn constant in beweging. Ze kunnen dus ook tegen
elkaar botsen.
Als deze deeltjes hard tegen elkaar botsen ontstaat er een effectieve botsing, hierdoor ontstaat een
chemische reactie.
Hoe groter het aantal botsingen per seconde, des te groter de kans op een effectieve botsing, des te
sneller de reactie verloopt.
Door botsende-deeltjesmodel:
Temperatuur:
- Hogere temperatuur laat de deeltjes sneller bewegen. Hierdoor grotere kans op botsingen en
meer kans op effectieve botsingen. (per 10 graden omhoog, reactiesnelheid verdubbeld.)
Concentratie:
- Hoe groter de concentratie, hoe meer deeltjes. Meer deeltjes is meer kans op
effectieve botsingen.
Verdelingsgraad:
- Als je meer oppervlakte hebt dan heb je dus ook meer deeltjes waardoor er meer kans is op
effectieve botsingen. (bij gassen en oplossingen is het al maximaal)
, Katalysator:
- Zorgt ervoor dat een reactie sneller verloopt of bij een lagere temperatuur. Door katalysator
word de geactiveerde toestand eerder bereikt. Het verlaagt dus de activeringsenergie.
Soort stof:
- Verschillende stoffen hebben verschillende activering energieën.
Door activeringsenergie
9.2
Wet van behoud van energie: volgens de wet van behoud van energie kan energie nooit verdwijnen
of ontstaan. Je kunt ze alleen in elkaar omzetten. (energiebalans)
Bij alle processen treedt een energie-effect op, endotherm of exotherm.
Reactie-energie: de energie die vrijkomt of nodig is bij een chemische reactie. (ΔE) (reactiewarmte)
ΔE = Ereactieproducten – Ebeginstoffen
Exotherm:
- Energie komt vrij
- De reactieproducten hebben minder chemische energie dan de
beginstoffen.
- Reactie-energie is negatief
Endotherm:
- Energie opgenomen
- Reactieproducten hebben meer chemische energie dan de beginstoffen.
- Reactie-energie is positief
Vormingswarmte: de hoeveelheid warmte die nodig is of vrijkomt tijdens het vormen van een mol
stof uit zijn elementen.
Om de reactie warmte te berekenen doe je
Reactiewarmte (ΔE): vormingswarmtereactieproducten – vormingswarmtebeginstoffen
1. Stel de reactievergelijking op
2. Zoek de vormingswarmten op
3. Vermenigvuldig met de reactievergelijking dingen
4. Doe de formule