Samenvatting leeruitkomsten strafrecht blok 1
H1&2
• Je kunt formeel en materieel strafrecht van elkaar onderscheiden en je kunt
aangeven waar het formele en materiële strafrecht in de wet geregeld is.
Materieel strafrecht heeft betrekking op de grenzen van strafrechtelijke aansprakelijkheid,
dus welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. Dit
betreft strafbepalingen en algemene leerstukken over de uitsluiting en uitbreiding van
strafbaarheid (noodweer of poging en medeplichtigheid) Dit is geregeld in het Wetboek van
Strafrecht.
Formeel strafrecht (strafprocesrecht) bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer
een norm van het materiële strafrecht is overtreden. Dit is geregeld in het Wetboek van
Strafvordering en Strafrecht.
• Je kunt aangeven uit welke vier componenten een strafbaar feit is opgebouwd.
1 Menselijke Gedraging (MG)
2 Wettelijke Delictsomschrijving (DO)
3 Wederrechtelijkheid (W)
4 Verwijtbaarheid (V)
• Je kunt aangeven hoe een wettelijke delictsomschrijving is opgebouwd en je kunt
het verschil tussen bestanddelen en elementen aangeven.
Een wettelijke delictsomschrijving is opgebouwd en bestaat uit bestanddelen, het gaat erom
dat een feit pas strafbaar is als het in de strafwet terug te vinden is. De feitelijk gedraging
moet een juridische duiding, een juridisch etiket krijgen. In straf processueel perspectief: in
iedere individuele strafzaak zal de rechter de bewezenverklaarde feitelijke gedraging uit de
tenlastelegging juridisch moeten benoemen. (Kwalificatie) Elementen zijn de laatste twee
componenten van een strafbaar feit (verwijtbaarheid en wederrechtelijkheid) deze zijn niet in
de wet opgenomen, bestanddelen wel!
• Je kunt globaal uitleggen welke rol rechtspraak speelt in de theorievorming rond het
strafrecht.
Door de uitspraken van de
rechters zijn er nieuwe
regelingen ontstaan, zoals
bijvoorbeeld de
schulduitsluitingsgrond
AVAS.
, Door de uitspraken van de
rechters zijn er nieuwe
regelingen ontstaan, zoals
bijvoorbeeld de
schulduitsluitingsgrond
AVAS.
Door rechtspraak van de rechters zijn er nieuwe regelingen ontstaan, zoals de
strafuitsluitingsgrond AVAS.
• Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met wederrechtelijkheid en schuld.
-Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde voor strafbaarheid. Deze staat soms in de
delictsomschrijving. Wederrechtelijkheid is hetgeen wat in strijd is met de geldende
geschreven regels. ( de wet)
- Schuld: ook wel verwijtbaarheid, hiervan is sprake als men van iemand in redelijkheid kon
vergen dat hij zich anders gedroeg dan hij deed, dus een andere optie dan het overtreden van
de wet. ( Wel kan er een maatregel als TBS worden opgelegd)
• Je kunt uitleggen wat de begrippen legaliteitsbeginsel, strafmonopolie, generale en
speciale preventie inhouden.
-Legaliteitsbeginsel (nulla poena): gedraging kan alleen strafbaar zijn als er op het moment
van plegen een wet bestond die de gedraging strafbaar stelde. (geschreven recht)
- Strafmonopolie: staat heeft het als enige het monopolie op straffen
-Generale preventie: het voorkomen van het plegen van misdaden voor anderen (Potentiële
wetsovertreders)
-Speciale preventie: het voorkomen van een strafbaar feit bij iemand die met justitie in
aanraking is geweest, dus dat hij of zij het niet nog een keer iets dergelijks doet
• Je kunt onderscheiden op welke verschillende manieren strafbare feiten in het
wetboek zijn omschreven (soorten: misdrijven en overtredingen, formeel en materieel
omschreven delicten, commissie- en omissiedelicten, geprivilegieerde en (door het
gevolg gekwalificeerde delicten) en je kunt bij een concrete delictsomschrijving
aangeven tot welk soort deze behoort.
- Voor het wetboek van strafrecht geldt: Misdrijven staan in het 2e boek opgesomd en
overtredingen in het 3e boek.
- Het verschil tussen misdrijven en overtredingen: Er is een andere rechter bevoegd, poging
tot medeplichtigheid ( bij een overtreding is dat namelijk niet strafbaar, bij misdrijven wel) en
het gebruik van dwangmiddelen zijn slechts toegestaan bij verdenking van een misdrijf.
- Het onderscheid tussen formele en materiele delicten heeft betrekking op de manier waarop
een delict in de wet is omschreven. Formele delicten staan in de wet omschreven als een
handeling, een specifiek omschreven activiteit. Het verrichten van deze handeling is dan ook
strafbaar gesteld. Bij Materiele delicten heeft de wetgever niet de handeling maar het gevolg
H1&2
• Je kunt formeel en materieel strafrecht van elkaar onderscheiden en je kunt
aangeven waar het formele en materiële strafrecht in de wet geregeld is.
Materieel strafrecht heeft betrekking op de grenzen van strafrechtelijke aansprakelijkheid,
dus welk gedrag niet toegestaan is en welke personen daarvoor kunnen worden gestraft. Dit
betreft strafbepalingen en algemene leerstukken over de uitsluiting en uitbreiding van
strafbaarheid (noodweer of poging en medeplichtigheid) Dit is geregeld in het Wetboek van
Strafrecht.
Formeel strafrecht (strafprocesrecht) bepaalt welke regels moeten worden gevolgd wanneer
een norm van het materiële strafrecht is overtreden. Dit is geregeld in het Wetboek van
Strafvordering en Strafrecht.
• Je kunt aangeven uit welke vier componenten een strafbaar feit is opgebouwd.
1 Menselijke Gedraging (MG)
2 Wettelijke Delictsomschrijving (DO)
3 Wederrechtelijkheid (W)
4 Verwijtbaarheid (V)
• Je kunt aangeven hoe een wettelijke delictsomschrijving is opgebouwd en je kunt
het verschil tussen bestanddelen en elementen aangeven.
Een wettelijke delictsomschrijving is opgebouwd en bestaat uit bestanddelen, het gaat erom
dat een feit pas strafbaar is als het in de strafwet terug te vinden is. De feitelijk gedraging
moet een juridische duiding, een juridisch etiket krijgen. In straf processueel perspectief: in
iedere individuele strafzaak zal de rechter de bewezenverklaarde feitelijke gedraging uit de
tenlastelegging juridisch moeten benoemen. (Kwalificatie) Elementen zijn de laatste twee
componenten van een strafbaar feit (verwijtbaarheid en wederrechtelijkheid) deze zijn niet in
de wet opgenomen, bestanddelen wel!
• Je kunt globaal uitleggen welke rol rechtspraak speelt in de theorievorming rond het
strafrecht.
Door de uitspraken van de
rechters zijn er nieuwe
regelingen ontstaan, zoals
bijvoorbeeld de
schulduitsluitingsgrond
AVAS.
, Door de uitspraken van de
rechters zijn er nieuwe
regelingen ontstaan, zoals
bijvoorbeeld de
schulduitsluitingsgrond
AVAS.
Door rechtspraak van de rechters zijn er nieuwe regelingen ontstaan, zoals de
strafuitsluitingsgrond AVAS.
• Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met wederrechtelijkheid en schuld.
-Wederrechtelijkheid is altijd een voorwaarde voor strafbaarheid. Deze staat soms in de
delictsomschrijving. Wederrechtelijkheid is hetgeen wat in strijd is met de geldende
geschreven regels. ( de wet)
- Schuld: ook wel verwijtbaarheid, hiervan is sprake als men van iemand in redelijkheid kon
vergen dat hij zich anders gedroeg dan hij deed, dus een andere optie dan het overtreden van
de wet. ( Wel kan er een maatregel als TBS worden opgelegd)
• Je kunt uitleggen wat de begrippen legaliteitsbeginsel, strafmonopolie, generale en
speciale preventie inhouden.
-Legaliteitsbeginsel (nulla poena): gedraging kan alleen strafbaar zijn als er op het moment
van plegen een wet bestond die de gedraging strafbaar stelde. (geschreven recht)
- Strafmonopolie: staat heeft het als enige het monopolie op straffen
-Generale preventie: het voorkomen van het plegen van misdaden voor anderen (Potentiële
wetsovertreders)
-Speciale preventie: het voorkomen van een strafbaar feit bij iemand die met justitie in
aanraking is geweest, dus dat hij of zij het niet nog een keer iets dergelijks doet
• Je kunt onderscheiden op welke verschillende manieren strafbare feiten in het
wetboek zijn omschreven (soorten: misdrijven en overtredingen, formeel en materieel
omschreven delicten, commissie- en omissiedelicten, geprivilegieerde en (door het
gevolg gekwalificeerde delicten) en je kunt bij een concrete delictsomschrijving
aangeven tot welk soort deze behoort.
- Voor het wetboek van strafrecht geldt: Misdrijven staan in het 2e boek opgesomd en
overtredingen in het 3e boek.
- Het verschil tussen misdrijven en overtredingen: Er is een andere rechter bevoegd, poging
tot medeplichtigheid ( bij een overtreding is dat namelijk niet strafbaar, bij misdrijven wel) en
het gebruik van dwangmiddelen zijn slechts toegestaan bij verdenking van een misdrijf.
- Het onderscheid tussen formele en materiele delicten heeft betrekking op de manier waarop
een delict in de wet is omschreven. Formele delicten staan in de wet omschreven als een
handeling, een specifiek omschreven activiteit. Het verrichten van deze handeling is dan ook
strafbaar gesteld. Bij Materiele delicten heeft de wetgever niet de handeling maar het gevolg
