Hoorcollege 7: Geschiedwetenschap aan het begin van de 21e eeuw
Uitdagingen
- Professionalisering: Concurrerende benaderingen.
- Plaatsbepaling: Wat voor wetenschap?
- Specialisatie: Vergruizing.
Inzoomen of uitzoomen?
- Cruciale vraag bij de geschiedbenadering.
- Kracauer: fotografie en geschiedenis.
o Law of perspective: hoe meer afstand, hoe meer eigen perspectief.
Perspectief wordt belangrijker, interpretatie komt voorop te staan.
o Law of levels: op een hoger niveau een andere betekenis.
Hoe verder je verwijderd raakt van je onderwerp, hoe groter het beeld wordt
en hoe anders het perspectief op het onderwerp wordt.
Hoe verder we van een onderwerp af gaan staan en verwijderd raken, hoe
minder inzicht het oplevert. Kritisch op historici die van grote afstand naar de
geschiedenis en het leven kijken.
Volheid van het leven in beeld brengen. Staat haaks op opvatting van
wetenschapsfilosofen over reikwijdte.
- Wetenschappelijke reikwijdte of ‘volheid van het leven’?
- Is een balans tussen beide mogelijk?
o Tegelijkertijd een wijds perspectief én een microperspectief maken.
- Hoe brengen we de geschiedenis in beeld? Taal en het belang van taal voor de historicus en
als een probleem voor historicus.
- Wat brengen we nu eigenlijk in beeld als historici? Wat doen we met tijd en ontwikkeling?
o Ontwikkeling in beeld brengen -> eerder met film dan met fotografie te maken.
- Geschiedfilosofie als aanzet om nieuwe vragen te stellen en nieuwe onderzoeksprojecten af
te leiden.
Representatie
- Tekst als probleem:
o Geertz: praktijken, rituelen, beelden, symbolen.
Niet alleen naar overgeleverde teksten als bronnen kijken. Ziet praktijken,
rituelen, beelden en symbolen ook als iets wat we kunnen ‘lezen’, waar we
over kunnen nadenken en wat we kunnen analyseren. Deze onderdelen zijn
vertaalbaar naar een tekst.
o Ginzburg: beperkte invloed van tekst.
Uitvoerige reflectie van teksten die kennis overdragen.
o Koselleck: taal wijst over zichzelf heen.
Taal belangrijk medium maar acties belangrijker. Ontwikkeling van taal zegt
iets over hoe de wereld zich ontwikkelt. Taal is ingebonden in een bredere
werkelijkheid waar het een afspiegeling van heeft maar ook een moeizame
relatie mee heeft.
- Nieuwe nadruk op tekst:
o Cultural turn.
Meer dingen als teksten beschouwen.
Uitdagingen
- Professionalisering: Concurrerende benaderingen.
- Plaatsbepaling: Wat voor wetenschap?
- Specialisatie: Vergruizing.
Inzoomen of uitzoomen?
- Cruciale vraag bij de geschiedbenadering.
- Kracauer: fotografie en geschiedenis.
o Law of perspective: hoe meer afstand, hoe meer eigen perspectief.
Perspectief wordt belangrijker, interpretatie komt voorop te staan.
o Law of levels: op een hoger niveau een andere betekenis.
Hoe verder je verwijderd raakt van je onderwerp, hoe groter het beeld wordt
en hoe anders het perspectief op het onderwerp wordt.
Hoe verder we van een onderwerp af gaan staan en verwijderd raken, hoe
minder inzicht het oplevert. Kritisch op historici die van grote afstand naar de
geschiedenis en het leven kijken.
Volheid van het leven in beeld brengen. Staat haaks op opvatting van
wetenschapsfilosofen over reikwijdte.
- Wetenschappelijke reikwijdte of ‘volheid van het leven’?
- Is een balans tussen beide mogelijk?
o Tegelijkertijd een wijds perspectief én een microperspectief maken.
- Hoe brengen we de geschiedenis in beeld? Taal en het belang van taal voor de historicus en
als een probleem voor historicus.
- Wat brengen we nu eigenlijk in beeld als historici? Wat doen we met tijd en ontwikkeling?
o Ontwikkeling in beeld brengen -> eerder met film dan met fotografie te maken.
- Geschiedfilosofie als aanzet om nieuwe vragen te stellen en nieuwe onderzoeksprojecten af
te leiden.
Representatie
- Tekst als probleem:
o Geertz: praktijken, rituelen, beelden, symbolen.
Niet alleen naar overgeleverde teksten als bronnen kijken. Ziet praktijken,
rituelen, beelden en symbolen ook als iets wat we kunnen ‘lezen’, waar we
over kunnen nadenken en wat we kunnen analyseren. Deze onderdelen zijn
vertaalbaar naar een tekst.
o Ginzburg: beperkte invloed van tekst.
Uitvoerige reflectie van teksten die kennis overdragen.
o Koselleck: taal wijst over zichzelf heen.
Taal belangrijk medium maar acties belangrijker. Ontwikkeling van taal zegt
iets over hoe de wereld zich ontwikkelt. Taal is ingebonden in een bredere
werkelijkheid waar het een afspiegeling van heeft maar ook een moeizame
relatie mee heeft.
- Nieuwe nadruk op tekst:
o Cultural turn.
Meer dingen als teksten beschouwen.