SAMENVATTING
Larissa Derks | Geschiedenis | VWO MEMO
, TIJDVAK 1 Jagers en boeren
Kenmerkende Aspecten:
- De levenswijze van jagers-verzamelaars
- Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
- Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
1.1 De agrarische revolutie
De levenswijze van jagers-verzamelaars
Tussen 9000 en 6000 v.Chr. ontstonden in het Midden-Oosten landbouwsamenlevingen, in een
gebied genaamd de vruchtbare halve maan, dat in Mesopotamië ligt. In de tijd hiervoor was er geen
andere levenswijze dan de combinatie van jagen en verzamelen. Zo’n 2.5 miljoen jaar geleden
verscheen het eerste wezen dat wij als mens beschouwen in Afrika. Hij leefde ook al als jager-
verzamelaar. De homo sapiens – de moderne mens zogezegd – ontstond tijdens de laatste ijstijd, ook
in Afrika.
Je kunt zeggen dat jagers-verzamelaars een nomadisch bestaan leidden: wanneer hun leefomgeving
niet meer genoeg voedsel bood, trokken ze verder. Ze leefden in groepen van 20 tot 30 mensen. We
weten niet erg veel van deze tijd maar waarschijnlijk waren er niet veel sociale verschillen. Het kan
zijn dat er een verdeling was, waarbij mannen gingen jagen, en vrouwen zorgden voor het
verzamelen van voedsel. De groepen dreven onderling handel.
De homo sapiens waren de eerste mensen die gebruik maakten van gespecialiseerde
gereedschappen en wapens gemaakt van verschillende materialen. Het is ook de enige mensensoort
die afbeeldingen heeft achtergelaten (bijvoorbeeld grotschilderingen).
Deze mensen leefden in de prehistorie want ze konden nog niet schrijven.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
De overgang naar een boerenbestaan is een van de belangrijkste gebeurtenissen uit de prehistorie.
Het gebeurde waarschijnlijk rond het einde van de ijstijd omdat er toen meer vruchtbaar gebied was
door de weersomstandigheden. Er ontstond op sommige plekken zoveel voedsel dat groepen zich
voor een langere tijd ergens vestigden. Maar waarom maakten de mensen deze overstap? Daar zijn
verschillende theorieën over:
- De klimaatverandering gaf de aanzet tot overgang op landbouw. Door de kou en droogte
was er een voedseltekort. Doordat de mensen gewend waren om langer ergens te blijven
wilden ze niet wegtrekken. Daarom zijn ze zijn ze zelf graan gaan produceren
- De bevolking groeide op sommige plekken zo snel dat de natuur het niet bij kon benen.
Mensen trokken niet verder en moesten zelf gewassen gaan verbouwen aangezien de natuur
was uitgeput.