Organisatieontwikkeling - Overzicht 1
Organisatie = hulpmiddel om doel te bereiken (missie-gedreven organisatie = duidelijk doel)
Kenmerken 1. Menselijke samenwerkingsverbanden
2. Gericht op realiseren doel
3. Systeem van bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten
4. Verbonden externe omgeving
Soorten Social of non-pro t = geen winstmaximalisatie, maatschappelijk sociaal doel, collectief
Pro t = winstmaximalisatie, eigen doelen
Organisatieontwikkeling (Roskam)
Basiscomponenten 1. Omgeving
2. Structuur
3. Menselijke kapitaal
Omgeving - Missie-gedreven (bestaansreden, welke impact wil men realiseren i/d samenleving)
- Strategie
- In verbinding m/d omgeving (beïnvloeden v/d omgeving en beïnvloedt worden door)
Structuur Structuur met speci eke taken, rollen, bevoegdheden om missie waar te maken
Menselijk kapitaal Aanwerven, opleiden, samenwerken om taken, rollen, bevoegdheden binnen structuur uit
te voeren om zo missie waar te maken
Grote WAAROM = Waarom doen we wat we doen? ⇢ wat betekenen vr/d omgeving, welke focus (ANALYSEFASE)
3 fundamenten - Missie (wat is bestaansreden?)
- Visie en kernwaarden (waarom doen we wat we doen?)
- Strategie (hoe willen we dit bereiken?)
Strategische driehoek 1. Gewenste toekomst = willen Maakbare toekomst = evenwicht tussen doelen,
(visie, missie, doelen) ⇢ doel omgeving en middelen
2. Noodzakelijke toekomst =
moeten (kansen, bedreigingen) ⇢
omgeving
3. Mogelijke toekomst = kunnen
(sterktes, zwaktes) ⇢ middelen
Strategische Bepaal gewenste toekomst ⇢ sturende elementen = missie, visie, doelen, waarden en
management normen
Opdrachtenverklaring Bundeling van missie, visie en kernwaarden
v/e organsiatie
Missie Waarvoor we (be)staan = kern v/d Basiselementen:
organisatie samengevat 1. Waarom (behoefte)
2. Waar (actiedomein)
Soms decretaal verankerd = 3. Wat (doel)
gelijkende missie, visie, … 4. Hoe (waarden en normen)
Kenmerken:
1. Marktgeoriënteerd (behoeften en wensen cliënt)
2. Inspirerend (omgeving en medewerkers)
3. Summier (duidelijk, begrijpbaar)
4. Speci ek (duidelijk, observeerbaar)
5. Ijverig (ambitieus, realistisch)
6. Omstreden (permanente discussie aard en opdracht)
7. Nalatenschap (wijzigt niet, waarom herinnerd worden)
Goede missie vgls. Golden Circle = goed fundament ⇢ 3 kernvragen (impactmodel)
Simon Sinek 1. Waarom doen we wat we doen = impact
2. Hoe doen we wat we doen = output
3. Wat dienen we eigenlijk te doen = input
© Eveline Vandenberghe 2025
fi fi fi fi
, Organisatieontwikkeling - Overzicht 2
Visie Waarvoor we gaan = vult missie aan, Voorwaarden:
blik gericht buiten de organisatie en 1. Collectief proces (iedereen moet mee)
op toekomst, hoe zal de wereld eruit 2. Duidelijk (referentiepunt evaluatie)
zien na het volbrengen van de missie 3. Gecommuniceerd
= concreet, ambitieus en haalbaar 4. Gericht op unieke eigenschappen
toekomstperspectief 5. Inspireert
6. Gedragen door allen
Goede visie vgls. Simon Just cause = nog te verwezenlijken toekomstbeeld ⇢ 3 voorwaarden
Sinek 1. Veerkrachtig (politieke, technologische, culturele veranderingen)
2. Gebundelde inclusieve bijdrage
3. Gericht op voordeel van anderen
Missie Visie
1. Gericht op organisatie 1. Gericht op omgeving
2. Wie zijn we 2. Hoe gaan we m/d wereld om
3. Identiteit, waarden 3. Toekomst, droom
4. Vanuit lang verleden 4. Vanuit verre toekomst
5. Tijdloos 5. Veranderlijk (bijstellen)
Kernwaarden Waarin we geloven = vormt basis - De WHY (Golden Circle SS)
voor missie en visie, vaak - Centrale overtuigingen en basiswaarden
opgenomen i/d visie, geven richting - Ideologisch DNA v/d organisatie
aan het denken
Omgevingsanalyse = extern en intern, waardoor worden organisaties beïnvloedt (ANALYSEFASE)
Extern 1. Samenleving (adaptation en goalattainment) - Kansen (positieve trends)
(Noodzakelijke 2. Werkveld - Bedreigingen (negatieve trends)
toekomst)
Samenleving VUCA ⇢ 4 uitdagingen AGIL (Parsons) ⇢ 4 elementen schema
1. Volatility = veranderlijk ⇢ visie ontwikkelen 1. Adaptation = aanpassing ⇢ anticiperen
2. Uncertainty = onzekerheid ⇢ begrip 2. Goal attainment = doelrealisatie ⇢ KT, LT
vergroten 3. Integration = integratie ⇢ relatieopbouw
3. Complexity = complex ⇢ helderheid door 4. Latent patern maintenance =
begrip patroonhandhaving ⇢ organisatiecultuur
4. Ambiguity = vaag, dubbelzinnig ⇢ ontwikkelen
wendbaarheid, exibiliteit (Paradigma = relevant blijven in veranderende
omgeving)
DESTEP ⇢ onderzoek externe omgeving verschillende variabelen
1. Demogra sch (wie)
2. Ecologisch (fysieke omgeving)
3. Sociaal (cultuur)
4. Technologisch
5. Economisch
6. Politiek
Werkveld Analyse: 2 stappen:
- Stakeholders 1. Identi catie concurrentie, stakeholders i/h
- Sector werkveld
2. Doelstelling en strategie v/d concurrentie,
stakeholders
Intern 1. Organisatie (latent pattern maintenance en - Sterktes (competitief voordeel)
(Mogelijke integration) - Zwaktes (nadelige positie)
toekomst)
© Eveline Vandenberghe 2025
fi fi fl
Organisatie = hulpmiddel om doel te bereiken (missie-gedreven organisatie = duidelijk doel)
Kenmerken 1. Menselijke samenwerkingsverbanden
2. Gericht op realiseren doel
3. Systeem van bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten
4. Verbonden externe omgeving
Soorten Social of non-pro t = geen winstmaximalisatie, maatschappelijk sociaal doel, collectief
Pro t = winstmaximalisatie, eigen doelen
Organisatieontwikkeling (Roskam)
Basiscomponenten 1. Omgeving
2. Structuur
3. Menselijke kapitaal
Omgeving - Missie-gedreven (bestaansreden, welke impact wil men realiseren i/d samenleving)
- Strategie
- In verbinding m/d omgeving (beïnvloeden v/d omgeving en beïnvloedt worden door)
Structuur Structuur met speci eke taken, rollen, bevoegdheden om missie waar te maken
Menselijk kapitaal Aanwerven, opleiden, samenwerken om taken, rollen, bevoegdheden binnen structuur uit
te voeren om zo missie waar te maken
Grote WAAROM = Waarom doen we wat we doen? ⇢ wat betekenen vr/d omgeving, welke focus (ANALYSEFASE)
3 fundamenten - Missie (wat is bestaansreden?)
- Visie en kernwaarden (waarom doen we wat we doen?)
- Strategie (hoe willen we dit bereiken?)
Strategische driehoek 1. Gewenste toekomst = willen Maakbare toekomst = evenwicht tussen doelen,
(visie, missie, doelen) ⇢ doel omgeving en middelen
2. Noodzakelijke toekomst =
moeten (kansen, bedreigingen) ⇢
omgeving
3. Mogelijke toekomst = kunnen
(sterktes, zwaktes) ⇢ middelen
Strategische Bepaal gewenste toekomst ⇢ sturende elementen = missie, visie, doelen, waarden en
management normen
Opdrachtenverklaring Bundeling van missie, visie en kernwaarden
v/e organsiatie
Missie Waarvoor we (be)staan = kern v/d Basiselementen:
organisatie samengevat 1. Waarom (behoefte)
2. Waar (actiedomein)
Soms decretaal verankerd = 3. Wat (doel)
gelijkende missie, visie, … 4. Hoe (waarden en normen)
Kenmerken:
1. Marktgeoriënteerd (behoeften en wensen cliënt)
2. Inspirerend (omgeving en medewerkers)
3. Summier (duidelijk, begrijpbaar)
4. Speci ek (duidelijk, observeerbaar)
5. Ijverig (ambitieus, realistisch)
6. Omstreden (permanente discussie aard en opdracht)
7. Nalatenschap (wijzigt niet, waarom herinnerd worden)
Goede missie vgls. Golden Circle = goed fundament ⇢ 3 kernvragen (impactmodel)
Simon Sinek 1. Waarom doen we wat we doen = impact
2. Hoe doen we wat we doen = output
3. Wat dienen we eigenlijk te doen = input
© Eveline Vandenberghe 2025
fi fi fi fi
, Organisatieontwikkeling - Overzicht 2
Visie Waarvoor we gaan = vult missie aan, Voorwaarden:
blik gericht buiten de organisatie en 1. Collectief proces (iedereen moet mee)
op toekomst, hoe zal de wereld eruit 2. Duidelijk (referentiepunt evaluatie)
zien na het volbrengen van de missie 3. Gecommuniceerd
= concreet, ambitieus en haalbaar 4. Gericht op unieke eigenschappen
toekomstperspectief 5. Inspireert
6. Gedragen door allen
Goede visie vgls. Simon Just cause = nog te verwezenlijken toekomstbeeld ⇢ 3 voorwaarden
Sinek 1. Veerkrachtig (politieke, technologische, culturele veranderingen)
2. Gebundelde inclusieve bijdrage
3. Gericht op voordeel van anderen
Missie Visie
1. Gericht op organisatie 1. Gericht op omgeving
2. Wie zijn we 2. Hoe gaan we m/d wereld om
3. Identiteit, waarden 3. Toekomst, droom
4. Vanuit lang verleden 4. Vanuit verre toekomst
5. Tijdloos 5. Veranderlijk (bijstellen)
Kernwaarden Waarin we geloven = vormt basis - De WHY (Golden Circle SS)
voor missie en visie, vaak - Centrale overtuigingen en basiswaarden
opgenomen i/d visie, geven richting - Ideologisch DNA v/d organisatie
aan het denken
Omgevingsanalyse = extern en intern, waardoor worden organisaties beïnvloedt (ANALYSEFASE)
Extern 1. Samenleving (adaptation en goalattainment) - Kansen (positieve trends)
(Noodzakelijke 2. Werkveld - Bedreigingen (negatieve trends)
toekomst)
Samenleving VUCA ⇢ 4 uitdagingen AGIL (Parsons) ⇢ 4 elementen schema
1. Volatility = veranderlijk ⇢ visie ontwikkelen 1. Adaptation = aanpassing ⇢ anticiperen
2. Uncertainty = onzekerheid ⇢ begrip 2. Goal attainment = doelrealisatie ⇢ KT, LT
vergroten 3. Integration = integratie ⇢ relatieopbouw
3. Complexity = complex ⇢ helderheid door 4. Latent patern maintenance =
begrip patroonhandhaving ⇢ organisatiecultuur
4. Ambiguity = vaag, dubbelzinnig ⇢ ontwikkelen
wendbaarheid, exibiliteit (Paradigma = relevant blijven in veranderende
omgeving)
DESTEP ⇢ onderzoek externe omgeving verschillende variabelen
1. Demogra sch (wie)
2. Ecologisch (fysieke omgeving)
3. Sociaal (cultuur)
4. Technologisch
5. Economisch
6. Politiek
Werkveld Analyse: 2 stappen:
- Stakeholders 1. Identi catie concurrentie, stakeholders i/h
- Sector werkveld
2. Doelstelling en strategie v/d concurrentie,
stakeholders
Intern 1. Organisatie (latent pattern maintenance en - Sterktes (competitief voordeel)
(Mogelijke integration) - Zwaktes (nadelige positie)
toekomst)
© Eveline Vandenberghe 2025
fi fi fl