Week 1 – Ethiek
Ethiek & Moraal
1.1 Verschillende benaderingen van de wereld
1.2 Intuïtief moreel oordeel
Oordeel over gedrag van mensen en hoe ze met elkaar omgaan. Je denkt er niet over na
vóórdat je het doet.
Schiet te kort in functioneren van professional:
1. Morele intuïtie is niet uit te leggen aan anderen;
2. Als je alleen intuïtief oordeelt, kun je niet leren van je fouten en successen;
3. Intuïtie bereidt je niet voor op nieuwe situaties. (Omdat je er niks van leert)
1.3 Vijf kenmerken van morele oordelen
Een moreel oordeel:
1. Gaat over menselijk gedrag
2. Overstijgt het individuele (universaliteits-principe)
3. Is normatief
4. Is gericht op het goede
5. Kan morele verontwaardiging veroorzaken
1.4 Van intuïtief naar weloverwogen oordeel
Morele vragen
Morele argumenten
Van een tunnelvisie naar verschillende invalshoeken (diamant) weloverwogen oordeel
Hiervoor moet je morele vragen stellen en argumenten hebben.
1.5a Formuleren van een morele vraag
• Morele vraag is in zijn formulering neutraal
• Het moet een echte vraag zijn
• De vraag draait om iemand zijn gedrag
• De vraag gaat over datgene waar je je in de betreffende situatie het meest druk om maakt
(morele pijn).
,1.5b Voorbeelden van een morele vraag
• Mag ik spieken om mijn toets te halen?
• Moet ik deze diefstal door een collega melden aan mijn baas?
• Kan ik dit gevonden horloge houden
1.5 HRM: Ethische vraagstukken
- Instroom
- Doorstroom
- Arbeidsomstandigheden en veiligheid
- Uitstroom
- Sollicitatieplicht
- Discriminatie
‘’Verontwaardiging is een gevolg van een moreel oordeel, geen reden daarvoor’’
1.6 Ethiek en moraal
Moraal: Geheel van gedeelde morele oordelen van een groep dat ontstaat in een gesprek.
Het is het geheel van morele regels waaraan wij onszelf en anderen in redelijkheid gehouden
achten.
Ethiek: Wetenschap die moraal bestuurt en die tracht de moraal verder te helpen door
nieuwe argumenten te ontwikkelen en te gebruiken in afwegingen.
Moraal van het verhaal…
Week 2 – Ethiek
2.1 (Morele) normen
Morele norm: Zelfopgelegde regel die gedrag voorschrijft betreffende goed samenleven. Je
legt neer wat een regel precies is en waar je je aan moet houden. 50 km per uur rijden
binnen de bebouwde kom is een norm.
Normen zijn:
- Situatie gebonden
- Tijdgebonden
- En subcultuur gebonden
2.2 Goed samenleven
, Wettelijke rechten: deze zijn opgeschreven en kan je terugvinden.
Morele regels: die zijn er in ons onbewustzijn. Het staat niet vastgelegd.
2.3 Fraude … en normen!
- Je mag niet spieken
- Je mag geen (letterlijk) teksten overnemen
- Of moet je zorgen dat je er niet mee weg komt?
3.1 Waarden
Morele waarden: ideaal, principe betreffende goed samenleven dat we proberen te
realiseren door middel van ons gedrag. Het ding dat je wilt bereiken, waar je naar streeft.
3.2 Verschil waarden en normen
Norm is de manier waarop je die waarde probeert te realiseren.
3.3 Fraude … en waarden!
- Onverschrokkenheid
- Eerlijkheid
- Respect
- Welke waarde prevaleert?
3.4 Conflicterende waarden
“Met normen overtuig je jezelf, met waarden overtuig je de ander”
4.1 Deugden
Deugd: Goede karaktereigenschap betreffende goed functioneren. Bij deugden gaat het
erover hoe je moet zijn.
4.2 Fraude … en deugden!
- Wat is goed?
- Hoe wil ik zijn?
- Ik wil er alles aan doen om mijn opleodomg te halen
Ethiek & Moraal
1.1 Verschillende benaderingen van de wereld
1.2 Intuïtief moreel oordeel
Oordeel over gedrag van mensen en hoe ze met elkaar omgaan. Je denkt er niet over na
vóórdat je het doet.
Schiet te kort in functioneren van professional:
1. Morele intuïtie is niet uit te leggen aan anderen;
2. Als je alleen intuïtief oordeelt, kun je niet leren van je fouten en successen;
3. Intuïtie bereidt je niet voor op nieuwe situaties. (Omdat je er niks van leert)
1.3 Vijf kenmerken van morele oordelen
Een moreel oordeel:
1. Gaat over menselijk gedrag
2. Overstijgt het individuele (universaliteits-principe)
3. Is normatief
4. Is gericht op het goede
5. Kan morele verontwaardiging veroorzaken
1.4 Van intuïtief naar weloverwogen oordeel
Morele vragen
Morele argumenten
Van een tunnelvisie naar verschillende invalshoeken (diamant) weloverwogen oordeel
Hiervoor moet je morele vragen stellen en argumenten hebben.
1.5a Formuleren van een morele vraag
• Morele vraag is in zijn formulering neutraal
• Het moet een echte vraag zijn
• De vraag draait om iemand zijn gedrag
• De vraag gaat over datgene waar je je in de betreffende situatie het meest druk om maakt
(morele pijn).
,1.5b Voorbeelden van een morele vraag
• Mag ik spieken om mijn toets te halen?
• Moet ik deze diefstal door een collega melden aan mijn baas?
• Kan ik dit gevonden horloge houden
1.5 HRM: Ethische vraagstukken
- Instroom
- Doorstroom
- Arbeidsomstandigheden en veiligheid
- Uitstroom
- Sollicitatieplicht
- Discriminatie
‘’Verontwaardiging is een gevolg van een moreel oordeel, geen reden daarvoor’’
1.6 Ethiek en moraal
Moraal: Geheel van gedeelde morele oordelen van een groep dat ontstaat in een gesprek.
Het is het geheel van morele regels waaraan wij onszelf en anderen in redelijkheid gehouden
achten.
Ethiek: Wetenschap die moraal bestuurt en die tracht de moraal verder te helpen door
nieuwe argumenten te ontwikkelen en te gebruiken in afwegingen.
Moraal van het verhaal…
Week 2 – Ethiek
2.1 (Morele) normen
Morele norm: Zelfopgelegde regel die gedrag voorschrijft betreffende goed samenleven. Je
legt neer wat een regel precies is en waar je je aan moet houden. 50 km per uur rijden
binnen de bebouwde kom is een norm.
Normen zijn:
- Situatie gebonden
- Tijdgebonden
- En subcultuur gebonden
2.2 Goed samenleven
, Wettelijke rechten: deze zijn opgeschreven en kan je terugvinden.
Morele regels: die zijn er in ons onbewustzijn. Het staat niet vastgelegd.
2.3 Fraude … en normen!
- Je mag niet spieken
- Je mag geen (letterlijk) teksten overnemen
- Of moet je zorgen dat je er niet mee weg komt?
3.1 Waarden
Morele waarden: ideaal, principe betreffende goed samenleven dat we proberen te
realiseren door middel van ons gedrag. Het ding dat je wilt bereiken, waar je naar streeft.
3.2 Verschil waarden en normen
Norm is de manier waarop je die waarde probeert te realiseren.
3.3 Fraude … en waarden!
- Onverschrokkenheid
- Eerlijkheid
- Respect
- Welke waarde prevaleert?
3.4 Conflicterende waarden
“Met normen overtuig je jezelf, met waarden overtuig je de ander”
4.1 Deugden
Deugd: Goede karaktereigenschap betreffende goed functioneren. Bij deugden gaat het
erover hoe je moet zijn.
4.2 Fraude … en deugden!
- Wat is goed?
- Hoe wil ik zijn?
- Ik wil er alles aan doen om mijn opleodomg te halen