100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Inleiding tot de rechts- en moraalfilosofie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
54
Geüpload op
23-12-2025
Geschreven in
2023/2024

Samenvatting van het vak inleiding tot de rechts- en moraalfilosofie. Ik behaalde hiermee een 14/20.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 december 2025
Aantal pagina's
54
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inleiding tot de rechtsfilosofie
Deel I: Historische Ontwikkeling van de Rechtsfilosofie: van de ME tot de 20e eeuw

1(A). Wat is rechtsfilosofie?

RECHT:
Juristen: geheel van regels die neerslag vinden in de bronnen van het recht (algemene principes,
wetten, gewoonten, etc) → in rechtspraak en rechtsleer → zoeken naar meest adequate juridische
oplossing via dit systeem van regels voor juiste oplossing van een probleem (vb euthanasie)
Sociologen: niet om wat geldend recht is maar recht als sociaal fenomeen (externe visie)
◦ Nauw = maatschappelijke controle uitgeoefend door systematische aanwending van macht
◦ Breed = geheel van collectieve gedragingen en normen die het sociale leven structureren
Filosofen: dubbele betekenis van het woord
• Morele rechtvaardigheid: noodzakelijk verband tussen recht en moraliteit →
NATUURRECHTLEER
• Bestaand positief rechtstelsel: een juridische ordening die feitelijk eKectief is binnen een
bepaald grondgebied (bepaald door macht) → ordenende functie van het recht, ook bij
onrechtvaardigheid
RECHTSPOSITIVISME

RECHTSFILOSOFIE = geen definitie, het kan niet alles omvatten maar essentieel = gaat om grondvragen:
. In hoeverre houdt het recht verband met moraal en rechtvaardigheid?
. In hoeverre is recht louter een machtsinstrument?
. Hoe kun je je juridische dwang rechtvaardigen?
. Tot welke grens mag overheid zich met leven van burgers bemoeien?
. …

Vb: juristen buiten het kader → kunnen sommige aspecten niet beantwoorden binnen het recht zelf
• Strafrechter: Is het strafrecht wel de geschikte manier om mensen te bewegen regels na te leven?
• Wetgevingsjurist: welke zaken moeten wel en niet door de overheid geregeld worden?
• Rechter: Moet ik wetten toepassen die fundamenteel onrechtvaardig zijn of tot een onrechtvaardige
uitkomst leiden?

Houden hun dus met dezelfde onderwerpen bezig (euthanasie, milieu, alternatieve straKen, …) vanuit een
andere benadering en ander perspectief
Ø Niet enkel intern, vanuit het terrein maar ook extern van buiten, van een afstand, over het recht
Ø Zinvol voor juristen om tijdig eigen activiteit kritisch van afstand te bekijken naar rol van het recht

Filosofie & wetenschap
• Wetenschap: bepaalde stabiele beschrijving of verklaring van de werkelijkheid (ook sociologie of
sociale wetenschap) = wat is geldige kennis?
• Filosofie: bepaalde visie op de wereld voorstellen en daarvoor beargumenteren → verschillende
benaderingen tussen filosofen (stromingen) met kritiek op anderen
• Filosofie als zoektocht naar grondslagen:
◦ wat is goed en kwaad? (ethiek)
◦ van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennis (wetenschap)
◦ van juridische en niet-juridische regels

. Juridische regels als deelverzameling van sociale regels die zien op het samenleven tussen mensen
in de maatschappij (religieuze regels, etiquette, sociale regels, gewoonte, morele regels)
. Recht deels als autonoom systeem is historische ontwikkeling: ontwikkeling van aparte
beroepsgroep met eigen taal, gebruiken, kleding en ceremonie
. Niet in isolatie te zien van andere praktijken en maatschappij, vragen van moreel en politiek

,Rechtsfilosofie: Een poging om enigszins geordend en systematisch na te denken over aard, functie,
reikwijdte en legitimiteit van het recht (Westerman)


1(B). Middeleeuwen; god en recht

Chaos door ineenstorten maatschappelijke orde West-Romeinse rijk in vierde eeuw
→ ontstaan Feodale maatschappij opgedeeld in kleine eenheden olv de adel (5e eeuw)
◦ Wereldlijke macht bij Keizer
◦ Geestelijke macht bij Rooms-Katholieke kerk
◦ Standenmaatschappij geestelijken, adel, boeren en burgers

Complex stelsel van wederzijdse bijstand en verplichtingen tussen de standen waar het individu zelf geen
rechten en plichten heeft maar wel compexe relaties met priveleges bestaan tussen de standen

Ø Mens niet als autonoom individu maar ontleent
identiteit aan de stand waartoe men behoort
Ø Vrijheidsrechten als groepsrechten van een stand:
voorrechten van bepaalde groep tegen opkomende
centrale macht van vorst
Ø Verdragen zoals Magna Carta (1215) beschermen
collectieve priveleges van adel tegen aanspraken
koning – eerste rechten neergeschreven

Res Publica Christiana (RPC)
◦ Geestelijke macht berust bij Katholieke kerk
◦ Augustinus van Hippo, stad van god 5e eeuw
introduceerd het begrip ‘res publica christiana’: de
internationale gemeenschap van christelijke volkeren
en staten

Christelijke kerk positief afgezet tegen de aanspraken van het Romeins Rijk op de res puclica (re-publiek /
publieke zaak als de gemeenschap en haar welzijn) → betwisting legitimiteit van rome als staat omdat het
rijk was veroverd met geweld en niet door rechtvaardigheid, Christelijke kerk wel als echte res publica,
opgericht voor welzijn van de mensheid (publiek maken, RPC als denkkader):
Ø Geloofdeenheid
Ø Erkenning van overkoepeld geestelijk gezag van de paus
Ø Het heilige recht van de kerk om ketterij (ongelovigen) , desnoods te vuur en te zwaard , te bestrijden
en de wereldlijke overheid te verplichten daaraan mee te werken

Augustinus – geassocieerd met doctrine van goddelijke soevereiniteit
. Soevereiniteit: recht om hoogste gezag uit te oefenen, zonder verantwoording aan anderen
. Soevereiniteit van god (christendom): recht van god om zijn heersende macht over zijn schepping
uit te oefenen
ð Voordurende controle en verenigd bestuur over de wereld

Mensbeeld: zondeval = mens valt ten prooi aan drift en begeerte, ook het intellect kan mensen op
dwaalspoor zetten → maatschappij als verzameling van verdorven mensen (hebzucht, ambitie en
machtswellust) → onmogelijke rechtvaardigheid en rechtvaardig samen leven dus andere oplossing

Staatsbeeld: zonder rechtvaardigheid is er geen verschil tussen staat en roversbendes → ordening
alleen via god mogelijk om kwalijke kanten van de mens te controleren = God is uiteindelijke wetgever
en mensen moeten zich richten naar zijn bevelen

Rechtsbeeld: menselijke wetten moeten inhoudelijk rechtstreeks uitgaan van Gods woord als
criterium van rechtvaardigheid (gerechtigheid Gods) = goddelijk hoger recht zoals geschreven in bijbel

,13e eeuw: ontwikkeling universiteiten (italie) → herontdekking van teksten uit de oudheid (met invloed van
griekse filosofen zoals Aristoteles ivm het christelijk denken)

Oud-Grieks wereldbeeld waarin de Christendom met de wil van de almachtige
verschillende goden zelf gebonden zijn aan een ó schepper die ook anders zou kunnen scheppen
grondorde

Aristoteles
Iedereen heeft een doel te vervullen wat gedurende het leven zo goed mogelijk vervuld moet worden
= basis ligt bij mens ipv bij god!
è Staatsinrichting moet ervoor zorgen dat de natuurlijke aard van mensen het beste tot
ontwikkeling komt (teleologie of doelgerichtheid)
è ó Augustinus voor wie de verdorven mens niet als uitgangspunt kan worden genomen voor
staat.

Mens is als wezen (≠ alexander de grote)
. Sociaal: aangewezen op samenwerking met anderen
. Rationeel: door middel van verstandelijke vermogens kan de mens achter zijn natuurlijke
bestemming komen
. De mens is in staat om dit op eigen kracht te verwezenlijken door vervulling (niet afwijzing) van
aardse neigingen

Thomas van Aquino
Verzoening tussen aristoteles en het christendom
• Nuancering van de zondeval: geen onherstelbare schade aan de mens door erfzonde, is te repareren.
• Er zijn natuurlijke neigingen van de mens die niet fundamenteel zijn aangetast
• De aard van de mens geeft aanwijzingen over te volgen levenskoers, ontplooiing hiervan als taak en
Gods opdracht
• Studie van de mens toont de morele normen die we moeten volgen (hoe we moeten handelen):
natuurwetten* of principes van natuurrecht*

Natuurwetten Natuurrecht
‘de rangorde van de voorschriften van natuurrecht Aard van de mens als uitgangspunt (ipv god)
corresponderen van de rangorde van de = Mens is sociaal & rationeel (vgl. Aristotelis) en
natuurlijke neigingen’ tot het goede, namelijk: kan op eigen kracht de principes (natuurwetten)
1) Natuurlijk zelfbehoud: onzelf willen vinden die hij moet volgen, door ze via de rede af
beschermen (planten dieren, mensen → te leiden uit de menselijke aard:
recht tot noodweer)
2) Voortplanting & opvoeding kinderen Natuurrecht: natuurlijke neigingen + de rede
(dieren, mensen) ◦ Afleiding uit menselijke natuur
3) Rationele neiging tot het goede ◦ Afleiding via menselijke vermogens
(specifiek menselijk): de waarheid van
God te kennen en in een maatschappij
sociaal te leven (plicht tot kennis en
anderen niet te schaden)

Aquinas leidt morele geboden (behoren) af uit de
beschrijving van menselijke
neigingen (zijn): Liefde tot God en liefde voor de
mens, 10 geboden

, Staat De staat is niet meer noodzakelijk kwaad (augustinus veronderstelde roversbende)
maar het is een middel om menselijke neigingen te realiseren en ontplooien
Onrechtvaardigheid is mogelijk, als de staat zich niet aan de voorwaarden houdt voor
het goede leven. + ondergrens aan overheidsmacht: Wetten verliezen geldigheid als ze
met het gemeenschappelijk goede in tegenspraak komt
Rechtvaardig De mens is van nature een ‘sociaal en politiek’ dat gezelschap van anderen nodig heeft
bestuurd om te overleven → samenleven kan niet zonder regulerend element =
gemeenschappelijk welzijn van velen (niet individueel) onder leiding van rechtvaardig
leiderschap die gericht is op het streven naar algemeen welzijn
Hoger recht Hoger recht als uitgangspunt ter beoordeling van het bestaande recht (universele en
eeuwige betekenis voor alle culturen, en tijden) – als positief recht overeenstemt met
hoger recht kan het worden bekritiseerd
. Augustinus: God verordent direct hoe mens de samenleving dient in te richten,
met de Bijbel als enige bron
. Aquinas natuurrecht: God verordent indirect hoe mens de samenleving dient
in te richten, door de wijze waarop hij deze geschapen heeft met natuurlijke
neigingen en de redelijke vermogens tot afleiding
Legitimatie Centrale plaats van god
van de staat . Augustinus: God als enige directe bron van recht
. Aquinas: aard van de mens als Gods schepping als bron van recht

Focus op inhoud van wetten die overeenkomstig met de goddelijke opdracht moet zijn
Minder belang op totstandkoming: vorst is wetgever, is alleen gebonden aan goddelijke
recht en natuurrecht
Belang van collectief, de gemeenschap – geen individuele rechten op waarden van
vrijheid en gelijkheid
€7,46
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
criminoloog123

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
criminoloog123 Vrije Universiteit Brussel
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
Nieuw op Stuvia
Lid sinds
1 dag
Aantal volgers
0
Documenten
16
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen