100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting ANTWOORDEN van studiewijzers van FILOSOFIE!!!

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
70
Geüpload op
23-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Volledig vanuit slides en aangevuld volledig met lesnotities, deze samenvatting bevat enkel FILOSOFIE!!!! Bevat alles dat in de studiewijzer staat!!












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 december 2025
Aantal pagina's
70
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

FILOSOFIE
STUDIEWIJZER 1

1. Wat verstaat Aristoteles onder ‘filosofie’? Leg uit aan de hand van de etymologie van het begrip
filosofie/wijsbegeerte.

 Filosofie en wijsbegeerte zijn synoniemen van elkaar. Het betekent letterlijk liefde tot de
wijsheid. Volgens de Van Dale is het een allesomvattende wetenschap die ook een levensleer
wil zijn.
 Voor Aristoteles is de filosofie een soort levenskunst

 Filosofie betekent letterlijk ‘liefde voor wijsheid’ en komt uit het oude Griekenland. Ze heeft zowel
een theoretische als praktische doel: filosofie helpt mensen om de waarheid te zoeken en gelukkig te
worden. Ze leert ook hoe je goed moet leven, alleen en samen met anderen in de samenleving.
Aristoteles zegt dat filosofie belangrijk is om kennis te krijegn en om een goed mens te zijn. Filosofie
geeft antwoorden op vragen over de natuur, de mens en God en helpt zo bij een goe den gelukkig
leven

2. De Griekse filosofie wilde in twee opzichten een levenskunst zijn. Leg uit. Waarom betekende dit
ook een breuk met het op mythe en verhaaltraditie gebaseerde wereldbeeld van de archaïsche
cultuur?

 Voor Aristoteles is de filosofie een soort levenskunst om twee redenen:

1. De filosofie als theoretische activiteit maakt de filosoof gelukkig. Het levert volgens hem
zelf gelukzaligheid op. Volgens Aristoteles is het hoogste ideaal dat de mens kan bereiken om
wijs te worden. Volgens aristoteles levert wijsheid geluk op dat het doel op zich is. Aristoteles
was van mening dat er een soort intrinsiek goed is. Dit wil zeggen dat er een doel op zich is in
de kennis je gelukkig wordt. Aristoteles noemt dit
Eudaimonia.
■ Eudaimonia: Eu = goed, Daimonia = demoon
 Wie aan wetenschap doet, komt in de greep van de goede demonen.

1. De tweede reden van Aristoteles is dat filosofie ook een praktisch nut heeft. Filosofie is
namelijk de wetenschap dat er in bepaalde onderdelen duidelijk opgericht is om te leren hoe
de staat in elkaar zit en dus hoe de mensen goed kunnen leven.

 De filosofie breekt heel duidelijk met het mythische en religieuze wereldbeeld van de
traditionele Griekse cultuur. Filosofie vervangt de mythe door de reden. Er vindt een soort
revolutie plaats in de menselijke geest in de 6e eeuw v.C. Er waren een aantal filosofen die
het leven wilden begrijpen door de reden en niet meer door religie.
○ 6de eeuw: natuurfilosofen, verklaring van de natuur
○ 5de eeuw: socrates met het goede leven (ethiek)
○ 4de eeuw: Plato en Aristoteles met de metafysica, politieke filosofie en de ethiek.




1

,3. De filosofie vormt één van de pijlers van de Westerse cultuur. Leg uit.

● De filosofie, ontstaan in het oude Griekenland, vormt naast de christelijke religie en het Romeinse
Recht één van de pijlers van de Westerse cultuur. Als product van het menselijk vernuft heeft zij
doorheen een geschiedenis van meer dan tweeduizend jaar een belangrijke rol gespeeld in de
vorming van de identiteit en het zelfverstaan van de hedendaagse mens wereldwijd.

4. Wat zijn de 4 centrale doelstellingen van deze cursus? Verhelder het verband tussen deze
doelstellingen.

 Ten eerste wil ik een karakterschets leveren van de moderne filosofie, aan de hand van
portretten van markante filosofen (17e–19e eeuw).
 Ten tweede wil ik aantonen hoe de moderne filosofie mee bepalend is geweest voor de
moderne cultuur, en zo één van de constitutieve krachten vormt van onze identiteit.
 Ten derde wil ik via het verhaal van de moderne filosofie het inzicht aanscherpen in de crisis
van de verlichte rede, die zo bepalend is voor de moderne cultuur en wereld.
 "Ten vierde hoop ik aan te tonen hoe we via dit verhaal ook tot een beter inzicht komen in
de uitdagingen van de hedendaagse mens op spiritueel, moreel en politiek vlak.”

De vier doelen vormen een progressieve lijn van historische reconstructie → via culturele
impact en kritische diagnose  naar actuele relevantie.

5. Er zijn twee redenen om de geschiedenis van de moderne filosofie te bespreken, beginnend bij
Plato en eindigend in de 20ste eeuw. Geef deze redenen en leg uit.

1. We beginnen met Plato, omdat we de weg naar de moderne filosofie moeten begrijpen.
Begrijpen wat de moderne filosofie is, is eigenlijk ook begrijpen hoe het Griekse denken
getransformeerd is in de moderne tijd. De gedachte dat wij door na te denken over wat
eigenlijk de betekenis is van ons leven, wat we willen in het leven en hoe we op een goede
en redelijke manier een invulling kunnen geven aan ons leven is eigenlijk een wijsheid
zoeken. Dit is een ambitie die we ontlenen aan de Grieken, maar die vandaag de dag nog een
betekenis heeft.
2. Een tweede reden om te beginnen bij Plato is het feit dat er continuïteit is. De ambitie van de
moderne filosofie blijft in zekere zin een funderende of omvattende wetenschap leveren, die
tegelijk een levensleer is, in het besef dat de klassieke rede heeft gedaan.

6. Wat zijn de 3 ‘eeuwige’ vragen die de filosofie zich stelt en die in elke cultuur terugkeren? In
welke zin verschilt het antwoord van de filosofie op deze vragen van dat van de religie?

1. Wat zijn de eerste beginselen en ultieme oorzaken die ten grondslag liggen aan de
werkelijkheid? (Metafysische vraag naar het zijn en de oorsprong van alles.
2. Kan de mens kennis van deze beginselen verwerven, en zo ja, hoe? (Epistemologische vraag
naar waarheid en methode.)
3. Hoe moet de mens, in het licht van deze kennis, leven? (Ethiek en levenskunst: het goede
leven voor individu en samenleving.)




2

,7. Wat verstaat Ernest Gellner onder de sferen van ploeg, zwaard, boek? In welke van die hoort de
filosofie thuis en waarom?

 Ploeg = Staat voor zelfbehoud en voortbestaan als biologisch organisme. Het gaat om
landbouw, voedselproductie en materiële levensvoorwaarden.
 Zwaard = Verwijst naar de nood aan coöperatie en bescherming tegen geweld. Dit is de sfeer
van sociale orde, macht en verdediging.
 Boek = Symboliseert het verlangen naar kennis. Hier situeert zich de cultuur als talig
bemiddeld systeem van concepten en ideeën, inclusief wetenschap, religie en filosofie.

Filosofie behoort tot de sfeer van het boek, omdat zij draait om het zoeken naar waarheid en inzicht
via taal, rede en argumentatie. Ze is een vorm van gecodificeerde kennis die niet alleen theoretisch
is, maar ook richting geeft aan het menselijk handelen en samenleven. In Gellners visie vormt deze
sfeer het geestelijke fundament van cultuur, waarin filosofie een sleutelrol speelt bij het ontwikkelen
van concepten en wereldbeelden.




8. Leg helder uit wat het cruciale verschil is tussen het ideaal van de klassieke rede en dat van de
verlichte rede.

Het verschil tussen de klassieke rede en de verlichte rede ligt in hun visie op rationaliteit en
zingeving. De klassieke rede, zoals bij Plato en Aristoteles, vertrekt vanuit een vertrouwen in een
harmonie tussen mens en kosmos. De menselijke geest weerspiegelt een universele logos en kan
daardoor zekere kennis verwerven. Filosofie is in dit ideaal zowel de hoogste wetenschap als de
levensleer: zij biedt inzicht én richting voor het goede leven, in samenwerking met geloof.

De verlichte rede breekt met dit kader. Vanaf de 17e eeuw wordt rationaliteit opgevat als autonoom,
los van metafysische of religieuze grondslagen. Het nieuwe ideaal zoekt zekerheid via kritische
methode en empirische wetenschap. Filosofie verliest haar rol als hoogste wetenschap en wordt een
kritisch onderzoek naar kennis en moraal. Deze breuk laat de moderne mens achter met een tragisch
bewustzijn: steeds meer verklaringskracht, maar geen eenduidige richtsnoer voor zin en levensdoel.

9. Volgens Ernest Gellner en Michel Foucault is er sprake van een breuk tussen de premoderne
cultuur en de moderne cultuur waardoor een nieuwe rationaliteit ideaal ontstaat. Leg uit.

Volgens Ernest Gellner en Michel Foucault vormt de overgang van de premoderne naar de moderne
cultuur een radicale breuk in het denken. In de premoderne tijd domineerde het ideaal van de
klassieke rede, waarin kennis werd gezien als een weerspiegeling van een kosmische harmonie en
waarin rede en geloof elkaar versterken. Filosofie fungeerde als hoogste wetenschap én levensleer,
met een normatieve rol voor moraal en politiek.

Vanaf de 17e eeuw verandert dit door drie grote transformaties: de Renaissance, de Reformatie en
vooral de wetenschappelijke revolutie. Gellner spreekt van de “big divide”, Foucault spreekt van een
“coupure”: het oude waarheidsregime stort in en maakt plaats voor een nieuwe rationaliteit ideaal.
De natuur wordt niet langer begrepen als een bezielde kosmos, maar als een mechanische orde die
via observatie, experiment en wiskunde verklaard kan worden. Deze mechanisering van het
wereldbeeld leidt tot de verlichte rede, die kennis baseert op empirische en mathematische
methodes. Het gevolg is een onttovering van de wereld: de rede biedt verklaringskracht, maar geen
metafysische zin of moreel kompas meer.


3

, 10. Wat verstaan we onder ‘de crisis van de verlichte rede’? In welke zin kan een filosofische
analyse van deze crisis zinvol zijn?

De crisis van de verlichte rede verwijst naar het spanningsveld dat ontstaat na de opkomst van het
moderne rationaliteitsideaal in de 17e eeuw. De verlichte rede, die zich losmaakt van het klassieke
ideaal waarin rede en geloof harmonieus samenwerken, richt zich op objectieve kennis via
observatie, experiment en wiskunde. Dit levert een ongekende verklaringskracht op, maar gaat
gepaard met een verlies: de rede biedt geen eenduidig richtsnoer meer voor zingeving, moraal en
het goede leven. Waar de klassieke rede nog een symbiose kende tussen theoretisch weten en
levensleer, laat de verlichte rede de mens achter in een onttoverde wereld. Max Weber en Hume
wijzen erop dat deze rationaliteit wel instrumenteel is – nuttig voor techniek en beheersing van de
natuur – maar geen antwoord geeft op de vraag naar zin en waarden. Dit leidt tot een tragisch
bewustzijn: vooruitgang en beheersing gaan samen met onzekerheid en morele leegte.

Een filosofische analyse van deze crisis is zinvol omdat zij inzicht biedt in de culturele en spirituele
uitdagingen van de moderniteit. Door de historische breuk en haar gevolgen te begrijpen, kan de
filosofie helpen zoeken naar nieuwe vormen van betekenis en richting in een wereld waarin
traditionele kaders zijn verdwenen.

11. Hoe vertaalt zich in de 19de eeuw het tragisch bewustzijn van de verlichte rede?

In de 19de eeuw vertaalt het tragisch bewustzijn van de verlichte rede zich in een diepe tweespalt
binnen de filosofie en cultuur. Enerzijds overheerst optimisme: denkers als Hegel, Marx en Comte
geloven dat de rede haar definitieve triomf beleeft en dat vooruitgang onstuitbaar is. Anderzijds
groeit een kritische tegenstem: filosofen zoals Schopenhauer en Nietzsche stellen de rationaliteit
ideaal radicaal in vraag. Zij zien dat de overwinning van de verlichte rede een prijs heeft: weliswaar
beheerst de mens steeds beter de natuur en ontwikkelt hij wetenschap en techniek, maar hij verliest
het geloof in een oorspronkelijke harmonie en in een objectieve grondslag voor zin, moraal en het
goede leven.

Dit leidt tot een tragisch bewustzijn: vooruitgang gaat samen met onttovering en existentiële
onzekerheid. De rede biedt verklaringskracht, maar geen levensleer meer. Deze spanning tussen
triomf en tragedie bepaalt niet alleen de moderne filosofie, maar ook de cultuur van de moderniteit
waarin wij nog steeds leven.

12. Geef chronologisch aan wat de drie grote periodes zijn in de geschiedenis van de mensheid
volgens Gellner. Waar situeer je het ontstaan van de filosofie?

Ernest Gellner onderscheidt drie grote periodes in de geschiedenis van de mensheid, telkens
gekenmerkt door een specifieke verhouding tussen ploeg, zwaard en boek:

1. Tijd van de jagers-verzamelaars
In deze oergeschiedenis zijn de drie sferen nog niet van elkaar onderscheiden. Kennis wordt
beleefd via ritueel en mythe, en er is geen systematische codificatie.



2. Agraria (sedentaire landbouwsamenlevingen)
Met de opkomst van landbouw, steden en schrift ontstaat een differentiëring tussen de
sferen. Het schrift maakt een systematische codificatie van kennis mogelijk in religieuze en
filosofische doctrines. Hier bloeit de Griekse filosofie en het ideaal van de klassieke rede op.

4
€13,66
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
fatimaamarkhil

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
fatimaamarkhil Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
Nieuw op Stuvia
Lid sinds
2 weken
Aantal volgers
0
Documenten
3
Laatst verkocht
-

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen