100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Recht en onderneming (1105TEWVSG) Samenvatting (Prof. Hendrik Vanhees)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
103
Geüpload op
23-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Samenvatting van het vak Recht en onderneming (6sp) gegeven op de Faculteit Bedrijfswetenschappen en Economie UAntwerpen door docent Hendrik Vanhees in het academiejaar . De samenvatting is gebaseerd op de lessen en de 3 boeken: Boek 1 Inleiding tot het recht deel 1, Boek 2 Inleiding tot het recht deel 2 & Boek 3 Ondernemingsrecht in hoofdlijnen. - D. CUYPERS m.m.v. H. VANHEES, Inleiding tot het recht, Antwerpen, 2023 (2delen) - E. DIRIX, R. STEENNOT en H. VANHEES, Ondernemingsrecht in hoofdlijnen, Antwerpen, Intersentia, 2023 In de samenvatting komen volgende topics aan bod: BOEK 1: o een inleiding tot het recht; o de rechtsbronnen; o basisbeginselen uit het gerechtelijk recht; BOEK 2: o goederen- en zakenrecht; o verbintenissen en overeenkomsten; o bijzondere overeenkomsten; o onrechtmatige daad. BOEK 3: o de basisregels uit het ondernemingsrecht; o handelscontracten (distributieovereenkomsten en handelstussenpersonen); o faillissementsrecht;

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
23 december 2025
Aantal pagina's
103
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Recht en onderneming (1105TEWVSG| 2025)
Studiepunten: 6
Docent Hendrik Vanhees

Studiemateriaal:
 D. CUYPERS m.m.v. H. VANHEES, Inleiding tot het recht, Antwerpen, 2023
(2delen).
 E. DIRIX, R. STEENNOT en H. VANHEES, Ondernemingsrecht in hoofdlijnen,
Antwerpen, Intersentia, 2023.
 Deze boeken zijn verkrijgbaar bij Universitas (www.cursusdienst.be)

Eindcompetenties:
 Analyticus: Je hebt inzicht in de functie en de werking van de belangrijkste
rechtsregels in de samenleving (theoretisch, praktisch en kritisch).
 Analyticus: Je kunt de functie en de werking van de belangrijkste rechtsregels in de
samenleving theoretisch situeren.
 Analyticus: Je begrijpt de functie en de werking van de belangrijkste rechtsregels in
een eenvoudig praktijkvoorbeeld.
 Analyticus: Je kunt een juridisch probleem herkennen.
 Analyticus: Je beheerst de juridische basisbegrippen en de rechtsterminologie voor
latere gespecialiseerde juridische vakken in het curriculum, voor het lezen van
juridische teksten en om adequaat te communiceren met juristen.
 Analyticus: Je kunt de betekenis van deze basisbegrippen en terminologie verklaren.
 Analyticus: Je kunt de juridische basisbegrippen en de rechtsterminologie in
juridische teksten verklaren.
 Coördinator: Je beschikt over een minimale vaardigheid in het tijdig herkennen van
juridische problemen om deze deskundig te laten adviseren.

Inhoud:
 Het eerste deel van de cursus omvat een algemene inleiding tot het recht. In dit deel
komen o.a. aan bod:
o een inleiding tot het recht;
o de rechtsbronnen;
o basisbeginselen uit het gerechtelijk recht;
o goederen- en zakenrecht;
o verbintenissen en overeenkomsten;
o bijzondere overeenkomsten;
o onrechtmatige daad.
 Vervolgens wordt aandacht besteed aan belangrijke topics uit het handels- en
economisch recht, en met name aan:
o de basisregels uit het ondernemingsrecht;
o handelscontracten (distributieovereenkomsten en handelstussenpersonen);
o waardepapieren;
o intellectuele rechten;
o faillissementsrecht;
o mededingingsrecht;
o regels inzake marktpraktijken en consumentenbescherming

Evaluatievormen:
 Examen: schriftelijk zonder mondelinge toelichting, gesloten boek, meerkeuzevragen
(40 vragen)
 Bij het examen Recht en onderneming betreft de cesuur 67%. Studenten moeten
minstens 27 van de 40 vragen juist beantwoorden om geslaagd te worden
verklaard.

,Table of Contents
1. DEEL I: INLEIDING TOT HET RECHT......................................................................................................1
0.1 WAT IS RECHT?.............................................................................................................................1
3.1 OBJECTIEF VS. SUBJECTIEF RECHT.................................................................................................1
3.2 INDELING VAN HET RECHT: NATIONAAL RECHT...........................................................................1
22.3 RELATIVITEIT...............................................................................................................................3
27.4 INDELING VAN HET RECHT: INTERNATIONAAL RECHT................................................................3
2. PUBLIEK RECHT...................................................................................................................................4
37.1 BASISBEGRIPPEN.........................................................................................................................4
37.2 DE SUPRANATIONALE RECHTSORDE...........................................................................................6
78.1 HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE...............................................................................9
78.2 DE INTERNATIONALE RECHTSORDE..........................................................................................10
105.1 DE BELGISCHE RECHTSORDE...................................................................................................12
210.2 INTERCOMMUNALE SAMENWERKINGSVERBANDEN..............................................................19
3. BRONNEN VAN HET RECHT...............................................................................................................20
214.2 DE WET...................................................................................................................................20
214.3 DE HIERARCHIE VAN DE WETTEN...........................................................................................20
227.1 DE ANDERE BRONNEN VAN HET RECHT..................................................................................21
253.1 GRONDWETTELIJKE HOVEN EN CONTROLERENDE INSTELLINGEN..........................................24
290.1 INDELING VAN RECHTEN........................................................................................................27
4. GERECHTELIJKE RECHT......................................................................................................................29
308.1 ALGEMENE BEGINSELEN.........................................................................................................29
342.1 DE RECHTSCOLLEGES..............................................................................................................31
379.1 DE GERECHTELIJKE PROCEDURE.............................................................................................34
430.1 ARBITRAGE.............................................................................................................................38
490.1 BEWIJSRECHT (BELANGRIJK VOOR EXAMEN)..........................................................................41
5. DEEL II: GOEDEREN- EN ZAKENRECHT..............................................................................................45
550.1 INDELING VAN DE GOEDEREN................................................................................................45
565.1 ZELFSTANDIGE ZAKELIJKE RECHTEN EN ZAKELIJKE ZEKERHEIDSRECHTEN..............................47
567.1 ZELFSTANDIGE ZAKELIJKE RECHTEN........................................................................................47
625.1 DE ZAKELIJKE ZEKERHEDEN.....................................................................................................51
6. DE VERBINTENISSEN.........................................................................................................................54
643.1 DE VERBINTENISSEN ALGEMEEN............................................................................................54
659.1 DE OVEREENKOMST................................................................................................................55
676.4 DE GRONDBEGINSELEN EN DE INTERPRETATIE VAN OVEREENKOMSTEN..............................57
691.1 DE GELDIGHEIDSVOORWAARDEN VAN DE OVEREENKOMST.................................................58
724.1 HET ONTSTAAN VAN DE OVEREENKOMST..............................................................................60
741.1 DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST.............................................................................61
756.1 DERDEN EN DE OVEREENKOMST............................................................................................63
759.2 TENIETGAAN VAN OVEREENKOMSTEN...................................................................................64
7. DE BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN................................................................................................65
765.2 DE KOOP-VERKOOP................................................................................................................65
770.1 DE HUUROVEREENKOMST......................................................................................................65
770.2 DE VOORNAAMSTE ANDERE OVEREENKOMSTEN..................................................................65
8. DE ONRECHTMATIGE DAAD OF FOUTAANSPRAKELIJKHEID..............................................................66
777.2 AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN DAAD...............................................................................66
784.1 AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDERMANS DAAD....................................................................68
784.2 AANSPRAKELIJKHEID VAN GEESTESGESTOORDEN..................................................................68
9. ONDERNEMINGSRECHT IN HOOFDLIJNEN........................................................................................69
784.3 ONDERNEMINGSRECHT..........................................................................................................69

, 792.1 HANDELAARS EN ONDERNEMINGEN......................................................................................70
815.1 VERSCHIL BURGERLIJK RECHT EN ONDERNEMINGSRECHT (HANDELSRECHT)........................71
874.1 VERPLICHTINGEN BIJ AANVANG VAN DE ONDERNEMING......................................................77
931.1 ONBESLAGBAARHEID VAN DE GEZINSWONING......................................................................83
939.1 ZWARTWERK...........................................................................................................................83
10. HANDELSOVEREENKOMSTEN.........................................................................................................84
942.1 HANDELSTUSSENPERSONEN EN DISTRIBUTIECONTRACTEN...................................................84
1007.1 OVEREENKOMSTEN M.B.T. DE HANDELSZAAK (HANDELSFONDS)........................................87
11. INSOLVENTIERECHT........................................................................................................................89
1052.1 HET EIGENLIJKE FAILLISEMENTSRECHT.................................................................................89
1157.2 REORGANISATIE....................................................................................................................99
12. VOORBEELDVRAGEN (UIT LES)......................................................................................................100

, 1. DEEL I: INLEIDING TOT HET RECHT
0.1 WAT IS RECHT?
Recht is het geheel van bindende regels tot ordening van de samenleving in beginsel
opgelegd, minstens bekrachtigd door de maatschappij en als zodanig afdwingbaar
gesteld.
We worden dagdagelijks geconfronteerd met recht. (bv overeenkomst met nmbs als je
met trein komt, …)
 Privé & proffesioneel (recht beheerst ons leven)
Het recht behoort aan de waakzame > Je moet gebruik maken van je recht.

Rechtsregels
- Regels die afdwingbaar zijn met maatschappelijk geweld.
- Rechtsregels zijn onvermijdelijk en fundamenteel.
- Het is de geïnstitutionaliseerde ordening van het menselijk handelen.

Je spreekt van recht als een syteem 3 componenten bevat:
1. Recht moet het gedrag van de mensen ordenen. (mag geen fraude plegen, moet
betalen als je iets koopt)
2. Recht moet regels kunnen afdwingen (bij niet naleving een sanctie, moet
afdwingbaar zijn)
3. Bestaande regels van het recht moeten kunnen worden gewijzigd of afgeschaft.

3.1 OBJECTIEF VS. SUBJECTIEF RECHT
 Objectief: geheel van gedragsregels op een bepaald moment in een bepaalde
samenleving van toepassing.
Rechtsregels zoals ze bestaan (zoals het door de wetgevende organen in het leven
wordt geroepen)
Bv: rechtsregel die huurder het recht aanreikt rustig genot te hebben van een gehuurd
goed, koop-verkoop overeenkomst, regels die staatsstructuur regelen, regels rond
huurovereenkomsten, …
Materieel (inhoudelijke rechten en plichten) vs. Formeel recht (procedures en regels
voor handhaving recht)

 Subjectief: recht vanuit het standpunt van het individu. Rechten en plichten die
voortvloeien uit de rechtsregel (objectieve regels) voor de bestemmeling.
(Rechtssubject)
Bv: De huurder beschikt over het recht het rustig genot te hebben van de gehuurde
woning, als je een foto neemt van een persoon, dan mag je deze niet reproduceren
(posten, verwerken ect) zonder de toestemming van de persoon in kwestie.

Het objectief recht bepaalt de ‘subjectieve rechten’ d.w.z. de aanspraken die individuen
kunnen laten gelden t.o.v. anderen. De omzetting naar de praktijk geschiedt via
procedurerecht.

3.2 INDELING VAN HET RECHT: NATIONAAL RECHT
Dit is het recht dat voorkomt uit nationale rechtsregels. (gemeenteraad, provincieraad,
federaal parlement, …)
3.2.1 PRIVAATRECHT
Privaatrecht beheert de relaties tussen burgers onderling. Kenmerken: traditie &
vrijheid.
1) BURGERLIJK RECHT:
- Fundamentale regels voor iedere burger (relaties tussen burgers): familie en
gezin, erfrecht, huwelijkscontracten, aansprakelijkheid, frequente contracten, …
- Regels terug te vinden in het 1BW.
1
BW: Burgerlijk wetboek (nieuw) & OBW: ouderlijk burgerlijk wetboek
1

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
femsv Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
306
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
128
Documenten
67
Laatst verkocht
2 dagen geleden

Samenvattingen van de vakken uit mijn bachelor in Thomas More Mechelen in de richting bedrijfsmanagement (business&management). En van de vakken uit mijn schakeljaar & master aan de UA in de richting Organisatie&Management.

4,6

54 beoordelingen

5
36
4
15
3
2
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen