Samenvatting hoofdstuk 1: Porifera

PORIFERA/ SPONZEN

 Fylogenie

- Verschillende hypothesen
 Morfologisch vs. Moleculair
 Zustergroepen: Demospongiae en Calcarea vs. Demospongiae en
Hexactinellida




 Algemene info

- 8000 beschreven soorten
 Vooral marien
 150 zoet water
- 15 commerciële soorten
 Hoofdproducent: Tunesië
 Hoofdimporteur: Frankrijk
 Leveren bio-active substances aan farma-industrie
 Kweek in aquacultuur

,  Groeivormen

- Massieve sponzen
- Korstvormende sponzen
- Boorsponzen

 Bouwplannen (3)
↓




- Standaard (bij alle 3):
 Pinacoderm: laag platte cellen die buitenoppervlak bedekt
 Mesohyl: gelei-achtige matrix tussen buitenste (pinacoderm) en binnenste
laag (choanoderm)
 Choanocyten: geflagelleerde kraagcellen
 Choanoderm: laag choanocyten die atrium/spongocoel aflijnt
 Ostia: poriën voor H2O
 Osculum: opening aan bovenkant

1. Asconoïd
 Holle cilinder
 Kleine sponzen (1mm diameter)

2. Syconoïd
 Iets grotere sponzen (cm’s)
 Verbetering oppervlakte-volume-verhouding
 Oppervlakte-inpockets: invloei-kanalen
 Inwendige outpockets: choanocytkamers
 Prosopylen: opening tussen invloei-kanalen en choanocytkamers

3. Leukonoïd
 cm’s – 1m
 Flagellaire pompen
 10.000 (sferische) choanocytkamers/ mm³  grote pompkracht
 Apopyle: opening tussen choanocytkamers en uitvloei-kanalen




 Lichaamswand