Les 1: Introductie
Sociologie = …?
Twee kernbegrippen
• ‘Socius’ = sociale, de metgezel, samenleven
• ‘Logos’ = de leer van…, kennis, kunde
Sociologie = ‘Samenlevingskunde’ of de wetenschap die het samenleven
bestudeert:
Hoe leven mensen samen in allerlei deelgebieden (familie,
vereniging, school,…)?
Wat zijn de kenmerken van die samenlevingsverbanden?
Welke structuren geven vorm aan de samenleving?
Door welke wetmatigheden ze worden gestuurd?
Hoe werkt de samenleving?
Sociologie en Sociaal Werk?
• Sociologie is steunwetenschap van Sociaal Werk (net zoals
psychologie, filosofie, economie, rechten, ….)
• Belang van begrip van werking van
• Samenleving (micro, meso, macro-niveau),
• Maatschappelijke structuren en patronen,
• Sociale relaties,
• …
moedigt kritisch denken aan over sociale ontwikkelingen
geeft sociaal werk een wetenschappelijke grondslag om effectievere
hulp en ondersteuning te bieden
Biedt sociale contextualisering voor werken met mensen
‘Structuur’ = manier waarop de samenleving is opgebouwd
‘Wetmatigheden’ = als dit gebeurt, gebeurt dan dat? → mogelijk binnen
sociologie? / samenleving?
‘sociale contextualisering’ = context geven aan bepaalde situaties
Les 2: Socialisatie
,Socialisatie
Samenleven/samenleving bestaat uit
• Ongeschreven en onzichtbare regels
• Soms uitgesproken en expliciet aangeleerd
• Soms impliciet aangeleerd door observatie
• Vaak ook niet?
• Over wat ‘normaal’/gewenst is en wat niet
• gedragingen,
• meningen,
• wensen,
• ….
Door die ongeschreven regels bepalen normaal en gewenst gedrag
We leren deze regels doorheen onze deelname aan de samenleving
• Via opvoeding ouders en familie, school, vrienden, …
Sommige regels worden afgedwongen:
• Wet, schoolreglement, familie-afspraken, goed- af/keurend gedrag van
vrienden en van Anderen
➔ Belang van anderen (ook mensen die je niet kent)!
Socialisatie = leren erbij te horen, wat past
Voorbeelden:
• Begroeting & persoonlijke ruimte
• ➔ bij vrienden?
• ➔ ten aanzien van docenten/collega’s?
Niemand legt dit ooit formeel uit: je leert hoe je dit doet/hoe je te
gedragen doorheen de tijd, doorheen de ervaring.
• Gender
• Wat is mannelijkheid/vrouwelijkheid? Waarom deze dualiteit?
• Bvb: Simone De Beauvoir: “On ne naît pas femme, on le devient”
Socialisatie – definitie (1)
Samenleving samenlevingscode
= het leerproces waarbij een individu zich in de omgang met anderen de cultuur/
code van zijn omgeving eigen maakt. Het is een leerproces dat start bij de
geboorte en duurt tot aan de dood.
, • Regels, wetten, gedrag, …
• Sociale posities
• Sociale rollen
Socialisatie – definitie (2)
• Socialisatie is een wederkerig proces: wij leren van anderen, maar anderen
leren ook van ons
• Socialisatie zorgt voor:
• Dat cultuur/code wordt doorgegeven aan de volgende generatie.
• Voortbestaan van een sociale orde
• Voorspelbaarheid van sociaal handelen
•
Sociale orde = we houden ons aan een bepaalde orde regels in een
samenleving die min en meer door iedereen worden nageleefd
Sociaal handelen =?
• Socialisatie heeft een dubbele impact
• Socialisatie emancipeert: het versterkt je handelingsmogelijkheden
• Socialisatie disciplineert: het beperkt je handelingsmogelijkheden
3 vormen van socialisatie (primaire, secundaire, tertiaire)
1. Primaire socialisatie:
• Socialisatie in kerngezin en in peergroups (vrienden en
‘betekenisvolle anderen’)
• Je leert: de belangrijkste waarden, normen, doelstellingen en
verwachtingen van de omringende samenlevingsverbanden (bvb:
stad of platteland, sociale klasse, …)
, • Primaire socialisatie gebeurt vooral informeel (vanzelfsprekend en
onbewust, doorheen dagelijkse bezigheden)
• sociale huid
2. Secundaire socialisatie
• Socialisatie die in school en andere organisaties (verenigingen,
jeugdclub, de job, …)
• gebeurt vaker formeler, vaak met overgangsrituelen (bvb.
afstuderen, nieuwe job vinden, …).
• Door secundaire socialisatie krijgt iemand vaak nieuwe sociale rollen
en een nieuwe sociale identiteit
• sociale kleren die kleren kan je wisselen, je leert hoe je u moet
gedragen in verschillende sociale rollen, je kan daarin switchen
3. Tertiaire socialisatie
• ‘Impliciete’ socialisatie in het dominante cultuurpatroon via
socialisatie-agenten zoals massamedia (krant, tv, sociale media,
…).
• Tertiaire socialisatie houdt een bepaald voorbeeldgedrag voor: wat
we op tv/internet zien, heeft vaak een sterke invloed op ons gedrag
(vb. Disney en romantiek).
• Tertiaire socialisatie kan primaire en secundaire versterken of
verzwakken.
• Tertiaire socialisatie gebeurt heel onpersoonlijk (er is zelden directe
interactie).
Kort samenvatten:
Samenleving ➔ samenlevingscode (die we meekrijgen via socialisatie)
Sociologie =
➔ Ontcijferen van code
• Welke puzzelstukken zijn belangrijk?
• Hoe vallen de puzzelstukken in/uit elkaar?
➔ In welke samenleving leven we vandaag?
• Wie/wat is bepalend voor de sociale orde?
• Welke structuren en patronen zijn er?
• Hoe verhouden groepen en individuen zich met (onderling en tov)
elkaar?
Elke samenleving heeft een eigen sociale code
Code lijkt vaak evident en natuurlijk (alsof ze altijd zo zijn geweest en moeten
zijn)
MAAR: sociologie leert ons: “Alles is contingent, maar niet arbitrair” (Elchardus):
• Contingent=
• iets kan ook anders zijn dan het nu is.
• Dingen zijn veranderlijk.