Praktisch economische recht
Hoofdstuk 1: Inleiding
Wat is economisch recht?
- Het gaat om alle gedragsregels die in het economisch leven moeten worden nageleefd
- De relaties tussen ondernemingen onderling worden ook aangeduid als “B2B” (Business to Business)
en die tussen ondernemingen en consumenten “B2C” (Business to Consumer)
- Het economische recht omvat het ondernemingsrecht en het marktrecht
In het ondernemingsrecht wordt het geheel van de rechtsregels over de oprichting, de organisatie en de
werking van de onderneming bij de uitvoering van haar economische activiteiten behandeld.
Het marktrecht omvat onder meer het geheel van de regels die door de ondernemingen moeten worden
gerespecteerd bij het verdelen van de goederen en dienst op de markt
Evolutie van handelsrecht naar economisch recht.
Voorheen was het handelsrecht de harde kern van het economische recht (met het wetboek van
Koophandel)
Het Wetboek van Koophandel werd ontmanteld en overgeheveld naar het Wetboek van Economisch
recht
Het begrip handelaar verdween en werd vervangen door een nieuw begrip “onderneming”, waarvoor de
uitvoering van een economische activiteit als criterium wordt gebruikt.
Verhouding tussen burgerlijk recht en economisch recht.
Het burgerlijk recht werd gecodificeerd in het Burgerlijk Wetboek en is van toepassing op alle burgers:
in die zin is het burgerlijk recht algemeen= lex generalis
Het economisch recht wordt gebundeld in het Wetboek van Economisch recht.
Ten overstaan van het burgerlijk recht wordt het economisch recht gekwalificeerd als een bijzonder en
afwijkend recht= lex specialis
De bijzondere en afwijkende economische rechtelijke regels genieten voorrang op de algemene
bepalingen uit het burgerlijk recht.
,Deel I
Hoofdstuk 1: De bronnen van het economisch recht
4 bronnen:
Wetgeving
➢ Nationale wetgeving
➢ Internationale wetgeving
Rechtspraak
Rechtsleer en gewoonte
1) nationale wetgeving
De federale wetten zoals:
➢ Het wetboek van economisch recht, dat bestaat uit verschillende thematische wetboeken,
genummerd met Romeinse cijfers
➢ Het wetboek van vennootschappen en verenigingen
➢ Het burgerlijk wetboek, belangrijke regels uit het burgerlijk recht gelden in het economische
recht evenzeer.
- Los van de wetten kunnen er ook koninklijke besluiten worden uitgewerkt
- Verder is er ook een regionale wetgeving: nl de decreten en de besluiten van de gemeenschappen en de
gewesten
2) internationale wetgeving
A) Rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen zo onder andere het recht
van de Europese Unie
Het Europees Parlement en de Europese Raad zijn de wetgevende organen van de EU. Ze werken voor
de meeste aangelegenheden op voet van gelijkheid. Het initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen
berust enkel en alleen bij de Europese Commissie.
Binnen de Europese Unie bestaan er 3 wetgevende instrumenten
De richtlijnen bevatten rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht
moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving. De nationale overheden moeten die
door de richtlijn beoogde resultaten bereiken, maar behouden de bevoegdheid om vorm en middelen te
kiezen.
De verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten. Wetgevende initiatieven vanwege de nationale overheden zijn hier m.a.w
helemaal vereist en eigenlijk zelfs niet toegelaten
De besluiten bevatten bijzondere besluiten die enkel op de uitdrukkelijk aangeduide bestemmeling
van toepassing zijn
De Europese wetgveing kan geconsulteerd worden via www.eu-lex.europa.eu
B) Bi-multilaterale verdragen tussen soevereine staten
Een gekend verdrag is bv: het Weens Koopverdrag
,3) Rechtspraak
= het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges vormt de rechtspraak
Hoewel die rechtspraak juridisch niet bindend is, is ze toch een belangrijke rechtsbron.
Rechterlijke uitspraken van rechters vormen een precedent waarnaar rechters kunnen teruggrijpen bij
hun beoordeling van een zaak.
-> Het gaat vooral om uitspraken die de ondernemingsrechtbank en van de hoven van beroep en het
Hof van Cassatie
4) Gewoonte en rechtsleer
Gewoonterechte regels= gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen
verbindend worden beschouwd. De wetgever verwijst er soms naar.
Daarnaast zijn er nog de gebruiken die in bepaalde sectoren gelden bv: in de diamantsector
Rechtsleer= het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden
De rechters zijn niet gebonden aan deze studies, maar de rechtspraak wordt er wel door beïnvloed. Het
is een indirecte rechtsbron.
Hoofdstuk 2: Ondernemingsrechtbank
Wat zijn de bevoegdheden van de ondernemingsrechtbank?
Hoe is de ondernemingsrechtbank samengesteld?
- De werking en organisatie van de rechtbanken is vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek
- Er is een ondernemingsrechtbank in elk ambtsgebied van het hof van beroep. Er zijn 9
ondernemingsrechtbanken. Sommige hebben lokale afdelingen.
- De afdeling van een ondernemingsrechtbank telt meerdere kamers, afhankelijk van de grootte
van de afdeling. Elke kamer bestaat uit een voorzitter (= beroepsmagistraat) en 2 lekenrechters
(geven advies). Deze bijzitters komen uit het bedrijfsleven.
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen de ondernemingen. Een
niet-onderneming die een vordering tegen een onderneming instelt, kan die eveneens voor de
ondernemingsrechtbank brengen. Andersom kan dat niet.
De ondernemingsrechtbank is daarnaast ook bevoegd voor een aantal specifieke geschillen ongeacht het
bedrag, zelfs als de partijen geen onderneming zijn. (Voorbeeld: als er geschillen zijn tussen vennoten
van vennootschappen en geschillen met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en marktprijzen)
Hoe verloopt een procedure voor de ondernemingsrechtbank?
De gewone procedure kent 3 kernmomenten:
1) Dagvaarding of soms het verzoekschrift (waarbij de eiser de verweerder voor de bevoegde
rechtbank brengt)
2) De openbare terechtzitting
3) Het vonnis
Daarnaast zijn er ook verkorte en buitengewone procedures:
- In spoedeisende zaken kan de voorzitter bijvoorbeeld in kortgeding maatregelen treffen.
- In B2B-relaties bestaat een bijzondere procedure voor de invordering van niet betwiste geldschulden.
Deze verloopt via een advocaat en vooral een gerechtsdeurwaarder.
- Er zijn in de ondernemingsrechtbanken ook aparte schikkingkamers. De behandeling van een geschil
is hier een afzonderlijk traject gericht op een minnelijke oplossing. Bij niet akkoord wordt er
doorverwezen naar een andere kamer voor verdere afhandeling.
, Hoofdstuk 3: het bewijs in de ondernemingszaken
Bij wie ligt de bewijslast?
Het uitgangspunt inzake het bewijs is dat wie meent een ander in rechte te kunnen aanspreken, de
rechtshandelingen of feiten moet bewijzen die daaraan ten grondslag liggen (actori imcumbit probatio).
-> Degene die beweert bevrijd te zijn, moet op zijn beurt de rechtshandelingen of feiten bewijzen die
zijn bewering ondersteunen.
De wet zegt verder dat alle partijen gehouden zijn om mee te werken aan de bewijsvoering.
Bovendien kan de rechtbank in het licht van uitzonderlijke omstandigheden bepalen wie de bewijslast
draagt als de toepassing van de voorgaande regels kennelijk onredelijk zou zijn.
Het geschrift als bewijsmiddel, onder welke vormen kan dat?
Een geschrift= een geheel van alfabetische tekens of van enige andere verstaanbare tekens
aangebracht op een drager die de mogelijkheid biedt toegang ertoe te hebben gedurende een periode die
is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen en waarbij de integriteit ervan wordt
beschermd, welke ook de drager en de transmissiemogelijkheden zijn.
Een geschrift kan geldig zijn met een geschreven handtekening maar ook met een elektronische
handtekening. Er zijn drie soorten elektronische of e-handtekeningen
1) De gewone elektronische handtekening (ES)
2) De geavanceerde elektronische handtekening (AES)
3) De gekwalificeerde elektronische handtekening (QES)
Wat zijn de regels inzake de toegelaten bewijsmiddelen?
In het burgerlijk recht gelden twee vuistregels aangaande de toegelaten bewijsmiddelen.
1. Verbintenissen uit overeenkomsten (met een waarde van meer dan 3 500,00 EUR) kunnen alleen
bewezen worden met schriftelijke bewijzen
2. Materiële feiten mogen worden bewezen met getuigen en vermoedens
In het ondernemingsrecht kan de bewijsvoering soepeler en vrijer verlopen.
- Het uitgangspunt hierbij is dat het bewijs tussen of tegen ondernemingen kan worden geleverd met
alle middelen van recht, tenzij de wet anders bepaalt.
- Een onderneming die iets wil bewijzen tegen een niet-onderneming (bv. een klant-consument) kan
zich hierop niet beroepen. Zij dient de strikte bewijsregels uit het burgerlijk recht na te leven.
- Een partij die geen onderneming is en die tegen een onderneming wenst te bewijzen kan daarentegen
wel alle middelen van recht gebruiken.
Hoe en wanneer kan de boekhouding gebruikt worden als bewijs in ondernemingszaken?
Elke onderneming (op enkele uitzonderingen na) moet een boekhouding voeren die past bij de aard en
de omvang van het bedrijf.
Een onregelmatig gevoerde boekhouding zou als bewijs kunnen dienen tussen ondernemingen of tegen
ondernemingen. Het is de rechter die zal beslissen of hij de boekhouding aanvaardt als bewijs.
Hoofdstuk 1: Inleiding
Wat is economisch recht?
- Het gaat om alle gedragsregels die in het economisch leven moeten worden nageleefd
- De relaties tussen ondernemingen onderling worden ook aangeduid als “B2B” (Business to Business)
en die tussen ondernemingen en consumenten “B2C” (Business to Consumer)
- Het economische recht omvat het ondernemingsrecht en het marktrecht
In het ondernemingsrecht wordt het geheel van de rechtsregels over de oprichting, de organisatie en de
werking van de onderneming bij de uitvoering van haar economische activiteiten behandeld.
Het marktrecht omvat onder meer het geheel van de regels die door de ondernemingen moeten worden
gerespecteerd bij het verdelen van de goederen en dienst op de markt
Evolutie van handelsrecht naar economisch recht.
Voorheen was het handelsrecht de harde kern van het economische recht (met het wetboek van
Koophandel)
Het Wetboek van Koophandel werd ontmanteld en overgeheveld naar het Wetboek van Economisch
recht
Het begrip handelaar verdween en werd vervangen door een nieuw begrip “onderneming”, waarvoor de
uitvoering van een economische activiteit als criterium wordt gebruikt.
Verhouding tussen burgerlijk recht en economisch recht.
Het burgerlijk recht werd gecodificeerd in het Burgerlijk Wetboek en is van toepassing op alle burgers:
in die zin is het burgerlijk recht algemeen= lex generalis
Het economisch recht wordt gebundeld in het Wetboek van Economisch recht.
Ten overstaan van het burgerlijk recht wordt het economisch recht gekwalificeerd als een bijzonder en
afwijkend recht= lex specialis
De bijzondere en afwijkende economische rechtelijke regels genieten voorrang op de algemene
bepalingen uit het burgerlijk recht.
,Deel I
Hoofdstuk 1: De bronnen van het economisch recht
4 bronnen:
Wetgeving
➢ Nationale wetgeving
➢ Internationale wetgeving
Rechtspraak
Rechtsleer en gewoonte
1) nationale wetgeving
De federale wetten zoals:
➢ Het wetboek van economisch recht, dat bestaat uit verschillende thematische wetboeken,
genummerd met Romeinse cijfers
➢ Het wetboek van vennootschappen en verenigingen
➢ Het burgerlijk wetboek, belangrijke regels uit het burgerlijk recht gelden in het economische
recht evenzeer.
- Los van de wetten kunnen er ook koninklijke besluiten worden uitgewerkt
- Verder is er ook een regionale wetgeving: nl de decreten en de besluiten van de gemeenschappen en de
gewesten
2) internationale wetgeving
A) Rechtsregels uitgevaardigd door supranationale politieke instellingen zo onder andere het recht
van de Europese Unie
Het Europees Parlement en de Europese Raad zijn de wetgevende organen van de EU. Ze werken voor
de meeste aangelegenheden op voet van gelijkheid. Het initiatiefrecht om wetgeving voor te stellen
berust enkel en alleen bij de Europese Commissie.
Binnen de Europese Unie bestaan er 3 wetgevende instrumenten
De richtlijnen bevatten rechtsregels die door de nationale overheid van de lidstaten verplicht
moeten worden opgenomen en verwerkt in de eigen wetgeving. De nationale overheden moeten die
door de richtlijn beoogde resultaten bereiken, maar behouden de bevoegdheid om vorm en middelen te
kiezen.
De verordeningen bevatten een algemene en volledige reglementering die rechtstreeks van
toepassing is in alle lidstaten. Wetgevende initiatieven vanwege de nationale overheden zijn hier m.a.w
helemaal vereist en eigenlijk zelfs niet toegelaten
De besluiten bevatten bijzondere besluiten die enkel op de uitdrukkelijk aangeduide bestemmeling
van toepassing zijn
De Europese wetgveing kan geconsulteerd worden via www.eu-lex.europa.eu
B) Bi-multilaterale verdragen tussen soevereine staten
Een gekend verdrag is bv: het Weens Koopverdrag
,3) Rechtspraak
= het geheel van beslissingen uitgesproken door diverse rechtscolleges vormt de rechtspraak
Hoewel die rechtspraak juridisch niet bindend is, is ze toch een belangrijke rechtsbron.
Rechterlijke uitspraken van rechters vormen een precedent waarnaar rechters kunnen teruggrijpen bij
hun beoordeling van een zaak.
-> Het gaat vooral om uitspraken die de ondernemingsrechtbank en van de hoven van beroep en het
Hof van Cassatie
4) Gewoonte en rechtsleer
Gewoonterechte regels= gebaseerd op welbepaalde en herhaalde handelswijzen die als algemeen
verbindend worden beschouwd. De wetgever verwijst er soms naar.
Daarnaast zijn er nog de gebruiken die in bepaalde sectoren gelden bv: in de diamantsector
Rechtsleer= het geheel van studies geschreven door rechtsgeleerden
De rechters zijn niet gebonden aan deze studies, maar de rechtspraak wordt er wel door beïnvloed. Het
is een indirecte rechtsbron.
Hoofdstuk 2: Ondernemingsrechtbank
Wat zijn de bevoegdheden van de ondernemingsrechtbank?
Hoe is de ondernemingsrechtbank samengesteld?
- De werking en organisatie van de rechtbanken is vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek
- Er is een ondernemingsrechtbank in elk ambtsgebied van het hof van beroep. Er zijn 9
ondernemingsrechtbanken. Sommige hebben lokale afdelingen.
- De afdeling van een ondernemingsrechtbank telt meerdere kamers, afhankelijk van de grootte
van de afdeling. Elke kamer bestaat uit een voorzitter (= beroepsmagistraat) en 2 lekenrechters
(geven advies). Deze bijzitters komen uit het bedrijfsleven.
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor alle geschillen tussen de ondernemingen. Een
niet-onderneming die een vordering tegen een onderneming instelt, kan die eveneens voor de
ondernemingsrechtbank brengen. Andersom kan dat niet.
De ondernemingsrechtbank is daarnaast ook bevoegd voor een aantal specifieke geschillen ongeacht het
bedrag, zelfs als de partijen geen onderneming zijn. (Voorbeeld: als er geschillen zijn tussen vennoten
van vennootschappen en geschillen met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en marktprijzen)
Hoe verloopt een procedure voor de ondernemingsrechtbank?
De gewone procedure kent 3 kernmomenten:
1) Dagvaarding of soms het verzoekschrift (waarbij de eiser de verweerder voor de bevoegde
rechtbank brengt)
2) De openbare terechtzitting
3) Het vonnis
Daarnaast zijn er ook verkorte en buitengewone procedures:
- In spoedeisende zaken kan de voorzitter bijvoorbeeld in kortgeding maatregelen treffen.
- In B2B-relaties bestaat een bijzondere procedure voor de invordering van niet betwiste geldschulden.
Deze verloopt via een advocaat en vooral een gerechtsdeurwaarder.
- Er zijn in de ondernemingsrechtbanken ook aparte schikkingkamers. De behandeling van een geschil
is hier een afzonderlijk traject gericht op een minnelijke oplossing. Bij niet akkoord wordt er
doorverwezen naar een andere kamer voor verdere afhandeling.
, Hoofdstuk 3: het bewijs in de ondernemingszaken
Bij wie ligt de bewijslast?
Het uitgangspunt inzake het bewijs is dat wie meent een ander in rechte te kunnen aanspreken, de
rechtshandelingen of feiten moet bewijzen die daaraan ten grondslag liggen (actori imcumbit probatio).
-> Degene die beweert bevrijd te zijn, moet op zijn beurt de rechtshandelingen of feiten bewijzen die
zijn bewering ondersteunen.
De wet zegt verder dat alle partijen gehouden zijn om mee te werken aan de bewijsvoering.
Bovendien kan de rechtbank in het licht van uitzonderlijke omstandigheden bepalen wie de bewijslast
draagt als de toepassing van de voorgaande regels kennelijk onredelijk zou zijn.
Het geschrift als bewijsmiddel, onder welke vormen kan dat?
Een geschrift= een geheel van alfabetische tekens of van enige andere verstaanbare tekens
aangebracht op een drager die de mogelijkheid biedt toegang ertoe te hebben gedurende een periode die
is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen en waarbij de integriteit ervan wordt
beschermd, welke ook de drager en de transmissiemogelijkheden zijn.
Een geschrift kan geldig zijn met een geschreven handtekening maar ook met een elektronische
handtekening. Er zijn drie soorten elektronische of e-handtekeningen
1) De gewone elektronische handtekening (ES)
2) De geavanceerde elektronische handtekening (AES)
3) De gekwalificeerde elektronische handtekening (QES)
Wat zijn de regels inzake de toegelaten bewijsmiddelen?
In het burgerlijk recht gelden twee vuistregels aangaande de toegelaten bewijsmiddelen.
1. Verbintenissen uit overeenkomsten (met een waarde van meer dan 3 500,00 EUR) kunnen alleen
bewezen worden met schriftelijke bewijzen
2. Materiële feiten mogen worden bewezen met getuigen en vermoedens
In het ondernemingsrecht kan de bewijsvoering soepeler en vrijer verlopen.
- Het uitgangspunt hierbij is dat het bewijs tussen of tegen ondernemingen kan worden geleverd met
alle middelen van recht, tenzij de wet anders bepaalt.
- Een onderneming die iets wil bewijzen tegen een niet-onderneming (bv. een klant-consument) kan
zich hierop niet beroepen. Zij dient de strikte bewijsregels uit het burgerlijk recht na te leven.
- Een partij die geen onderneming is en die tegen een onderneming wenst te bewijzen kan daarentegen
wel alle middelen van recht gebruiken.
Hoe en wanneer kan de boekhouding gebruikt worden als bewijs in ondernemingszaken?
Elke onderneming (op enkele uitzonderingen na) moet een boekhouding voeren die past bij de aard en
de omvang van het bedrijf.
Een onregelmatig gevoerde boekhouding zou als bewijs kunnen dienen tussen ondernemingen of tegen
ondernemingen. Het is de rechter die zal beslissen of hij de boekhouding aanvaardt als bewijs.