HC5 - Traumatology (Deel 1a)
Chirurgische en niet-chirurgische behandeling van fracturen
Basisprincipes van niet-operatieve fractuur stabilisatie (hier wordt niet verder op
ingegaan) → Immobilisatie: gipsverband, tractie, bedrust en geen belasting (non WB)
Basisprincipes van chirurgische fractuur stabilisatie
Doelstellingen van chirurgische fractuurbehandeling
● Reductie van fracturen en fixatie van de fractuurfragmenten om de anatomische
verhoudingen te herstellen.
● Fractuurfixatie die absolute of relatieve stabiliteit biedt, afhankelijk van het type
fractuur, de patiënt en het letsel.
● Vroegtijdige en veilige mobilisatie en revalidatie met een holistische benadering.
⇒ Rol van kinesitherapeut
● Behoud van de bloedtoevoer naar de zachte weefsels en het bot door middel van
zachte reductietechnieken en zorgvuldige behandeling van de zachte weefsels.
Revalidatie met een holistische benadering
Doelstellingen van chirurgische fractuurbehandeling
Revalidatie met een holistische benadering: kijk naar uw patiënt en niet alleen naar het
gebroken bot:
● Het hele lichaam: comorbiditeiten en verwachte resultaten
● Lichamelijke en geestelijke gezondheid: stress, emoties, ...
● Omgevingsfactoren: thuissituatie, sport, voeding,...
● Patiënt = partner: gezamenlijke besluitvorming, revalidatiedoelen, ...
⇒ Post-operatieve zorg / doelen kunnen verschillend zijn voor patiënten met dezelfde
aandoening!
Impact van chirurgische fractuurfixatie op fysiotherapie en revalidatie
Chirurgische fractuurbehandeling maakt onmiddellijke mobilisatie mogelijk
a. Prioriteiten en volgorde
b. Hoe mobiliseren?
c. Impact van pijn
d. Impact van zwelling
e. Interpretatie van beperkte beweging
a. Prioriteiten en volgorde
Mobilisatie: belangrijk om snel te starten:
○ Begin met mobilisatie op de dag van of de dag na de chirurgische
behandeling van de fractuur, zodra het bloeden onder controle is.
○ Littekenvorming begint al tijdens de dagen na de operatie.
○ Er is sprake van een musculaire disbalans als reactie op het trauma:
■ Fysiologisch beschermingsmechanisme van het lichaam: remt gewrichtsbewegingen
■ Veroorzaakt pijn
■ Kan contracturen veroorzaken
■ Behandeling musculaire disbalans (hypertone en hypotone spieren):
stretchen van hypertone spieren, versterken van hypotone spieren
1
, ○ Groter risico op capsulaire retractie + littekenvorming na intra-articulaire
fracturen
■ Capsulaire retractie → lichaam wacht niet om de chirurgische schade te herstellen →
mobilisatie zo snel mogelijk
Volgorde van mobilisatie in post-operatieve fase:
1. Passieve mobilisatie 4. Uithouding herstel
2. Actieve mobilisatie 5. Coördinatie
3. Kracht herstel (na enkele
dagen of weken)
b. Hoe mobiliseren?
○ Actieve mobilisatie moet volgen op passieve mobilisatie.
○ Mobilisatie moet verder gaan dan de pijngrens, maar moet onder het niveau
van intolerantie blijven: belang v. adequate en tijdige (medische) pijntherapie
○ Controleer de postoperatieve instructies van de chirurg: uitzonderingen voor
volledige mobilisatie na de operatie zijn:
■ Peesherstel: actieve mobilisatie van herstelde pees niet onmiddellijk toegestaan
■ Prothetische vervanging (heup, schouder): volledige bewegingsvrijheid niet
onmiddellijk toegestaan, bv. adductie van de heup
■ Implantaat met (gedeeltelijk) intra-articulaire positie, bv. claviculaire haakplaat:
volledige bewegingsvrijheid niet toegestaan zolang het implantaat op zijn plaats zit
■ Osteosynthese met pinnen en draden: volledige bewegingsvrijheid niet onmiddellijk
toegestaan; reden voor vroegtijdige verwijdering van het implantaat
⇒ Normaal mag volledige mobilisatie wel onmiddellijk na operatie met nagels of schroeven
c. Impact van pijn
○ Pijn wordt veroorzaakt door de laesie en door de chirurgische behandeling
○ Belang van pijnstilling, gerelateerd aan het tijdstip van fysiotherapie
○ Herken doorverwezen pijn
■ Bijvoorbeeld kniepijn veroorzaakt door een heupfractuur
○ Herken abnormale pijn:
■ Compartimentsyndroom
■ Zenuwletsel
■ Losraken van implantaat en secundaire fractuur verplaatsing /
gewrichtsdislocatie (prothese)
d. Impact van zwelling
○ Zwelling wordt veroorzaakt door de laesie en door de chirurgische
behandeling.
○ Zwelling begint op het moment van het trauma en kan tot 5 dagen
aanhouden.
○ Zwelling heeft invloed op de mobilisatie:
■ Zwelling limiteert volledige mobilisatie
■ Stop de mobilisatie in geval van extreme zwelling (blaarvorming) om
huidbeschadiging te voorkomen.
2
, ○ Acute behandeling van postoperatieve zwelling = RICE-principe
■ Rust
■ Ijsapplicatie
■ Compressie therapie
■ Elevatie
⇒ Een beetje zwelling is normaal na een fractuur en operatie
⇒ Extreme zwelling en blaren: stopzetting activiteiten en kine moet uitgesteld worden
e. Interpretatie van beperkte beweging
○ Beperkte beweging kan worden veroorzaakt door:
■ Zwelling
■ Spier onevenwichtigheid (disbalans)
■ Kapsel retractie / littekenvorming
■ Ontwrichting van een gewricht (prothetische gewrichtsvervanging),
verplaatsing van fractuurfragmenten (mislukte osteosynthese met
implantaatverslapping)
■ Neurologische oorzaak: parese / verlamming
Chirurgische technieken
a. Absolute stabiliteit = conventionele plaat- en schroefosteosynthese (geen beweging)
b. Relatieve stabiliteit = biologische osteosynthese (beperkte beweging)
c. Gewrichts vervangings technieken (prothese vervangt functie)
Conventionele plaat- en schroefosteosynthese:
➔ Principe: Om een perfecte anatomische reductie en absolute stabiliteit van
botfragmenten te bereiken (geen beweging tussen gebroken fragmenten)
◆ Voorbeeld: enkelbreuk
➔ Type genezing: Directe (= primaire) fractuurgenezing zonder callusvorming
door de vorming van ‘snijkegels’ (cutting cones)
→ Cutting cones (structuren in het bot) = ‘mini-bouwteams’ in bot die zorgen
voor directe botgenezing bij absolute stabiliteit
→ Callus = extra botvorming/tijdelijke brug tussen de gebroken botdelen voor
indirecte genezing
→ De genezing verloopt via remodellering van het bestaande botweefsel
◆ Top van snijkegel: osteoclast (botafbraak) → ‘boren tunnel’
◆ Staart van snijkegel: osteoblast (botvorming) → ‘vullen tunnel met nieuw bot’
➔ Implantaat: Gebruik van compressie
◆ Compressie schroeven
● Breuk fragmenten worden samengedrukt door een schroef
● De compressieschroef passeert de breuklijn
3
Chirurgische en niet-chirurgische behandeling van fracturen
Basisprincipes van niet-operatieve fractuur stabilisatie (hier wordt niet verder op
ingegaan) → Immobilisatie: gipsverband, tractie, bedrust en geen belasting (non WB)
Basisprincipes van chirurgische fractuur stabilisatie
Doelstellingen van chirurgische fractuurbehandeling
● Reductie van fracturen en fixatie van de fractuurfragmenten om de anatomische
verhoudingen te herstellen.
● Fractuurfixatie die absolute of relatieve stabiliteit biedt, afhankelijk van het type
fractuur, de patiënt en het letsel.
● Vroegtijdige en veilige mobilisatie en revalidatie met een holistische benadering.
⇒ Rol van kinesitherapeut
● Behoud van de bloedtoevoer naar de zachte weefsels en het bot door middel van
zachte reductietechnieken en zorgvuldige behandeling van de zachte weefsels.
Revalidatie met een holistische benadering
Doelstellingen van chirurgische fractuurbehandeling
Revalidatie met een holistische benadering: kijk naar uw patiënt en niet alleen naar het
gebroken bot:
● Het hele lichaam: comorbiditeiten en verwachte resultaten
● Lichamelijke en geestelijke gezondheid: stress, emoties, ...
● Omgevingsfactoren: thuissituatie, sport, voeding,...
● Patiënt = partner: gezamenlijke besluitvorming, revalidatiedoelen, ...
⇒ Post-operatieve zorg / doelen kunnen verschillend zijn voor patiënten met dezelfde
aandoening!
Impact van chirurgische fractuurfixatie op fysiotherapie en revalidatie
Chirurgische fractuurbehandeling maakt onmiddellijke mobilisatie mogelijk
a. Prioriteiten en volgorde
b. Hoe mobiliseren?
c. Impact van pijn
d. Impact van zwelling
e. Interpretatie van beperkte beweging
a. Prioriteiten en volgorde
Mobilisatie: belangrijk om snel te starten:
○ Begin met mobilisatie op de dag van of de dag na de chirurgische
behandeling van de fractuur, zodra het bloeden onder controle is.
○ Littekenvorming begint al tijdens de dagen na de operatie.
○ Er is sprake van een musculaire disbalans als reactie op het trauma:
■ Fysiologisch beschermingsmechanisme van het lichaam: remt gewrichtsbewegingen
■ Veroorzaakt pijn
■ Kan contracturen veroorzaken
■ Behandeling musculaire disbalans (hypertone en hypotone spieren):
stretchen van hypertone spieren, versterken van hypotone spieren
1
, ○ Groter risico op capsulaire retractie + littekenvorming na intra-articulaire
fracturen
■ Capsulaire retractie → lichaam wacht niet om de chirurgische schade te herstellen →
mobilisatie zo snel mogelijk
Volgorde van mobilisatie in post-operatieve fase:
1. Passieve mobilisatie 4. Uithouding herstel
2. Actieve mobilisatie 5. Coördinatie
3. Kracht herstel (na enkele
dagen of weken)
b. Hoe mobiliseren?
○ Actieve mobilisatie moet volgen op passieve mobilisatie.
○ Mobilisatie moet verder gaan dan de pijngrens, maar moet onder het niveau
van intolerantie blijven: belang v. adequate en tijdige (medische) pijntherapie
○ Controleer de postoperatieve instructies van de chirurg: uitzonderingen voor
volledige mobilisatie na de operatie zijn:
■ Peesherstel: actieve mobilisatie van herstelde pees niet onmiddellijk toegestaan
■ Prothetische vervanging (heup, schouder): volledige bewegingsvrijheid niet
onmiddellijk toegestaan, bv. adductie van de heup
■ Implantaat met (gedeeltelijk) intra-articulaire positie, bv. claviculaire haakplaat:
volledige bewegingsvrijheid niet toegestaan zolang het implantaat op zijn plaats zit
■ Osteosynthese met pinnen en draden: volledige bewegingsvrijheid niet onmiddellijk
toegestaan; reden voor vroegtijdige verwijdering van het implantaat
⇒ Normaal mag volledige mobilisatie wel onmiddellijk na operatie met nagels of schroeven
c. Impact van pijn
○ Pijn wordt veroorzaakt door de laesie en door de chirurgische behandeling
○ Belang van pijnstilling, gerelateerd aan het tijdstip van fysiotherapie
○ Herken doorverwezen pijn
■ Bijvoorbeeld kniepijn veroorzaakt door een heupfractuur
○ Herken abnormale pijn:
■ Compartimentsyndroom
■ Zenuwletsel
■ Losraken van implantaat en secundaire fractuur verplaatsing /
gewrichtsdislocatie (prothese)
d. Impact van zwelling
○ Zwelling wordt veroorzaakt door de laesie en door de chirurgische
behandeling.
○ Zwelling begint op het moment van het trauma en kan tot 5 dagen
aanhouden.
○ Zwelling heeft invloed op de mobilisatie:
■ Zwelling limiteert volledige mobilisatie
■ Stop de mobilisatie in geval van extreme zwelling (blaarvorming) om
huidbeschadiging te voorkomen.
2
, ○ Acute behandeling van postoperatieve zwelling = RICE-principe
■ Rust
■ Ijsapplicatie
■ Compressie therapie
■ Elevatie
⇒ Een beetje zwelling is normaal na een fractuur en operatie
⇒ Extreme zwelling en blaren: stopzetting activiteiten en kine moet uitgesteld worden
e. Interpretatie van beperkte beweging
○ Beperkte beweging kan worden veroorzaakt door:
■ Zwelling
■ Spier onevenwichtigheid (disbalans)
■ Kapsel retractie / littekenvorming
■ Ontwrichting van een gewricht (prothetische gewrichtsvervanging),
verplaatsing van fractuurfragmenten (mislukte osteosynthese met
implantaatverslapping)
■ Neurologische oorzaak: parese / verlamming
Chirurgische technieken
a. Absolute stabiliteit = conventionele plaat- en schroefosteosynthese (geen beweging)
b. Relatieve stabiliteit = biologische osteosynthese (beperkte beweging)
c. Gewrichts vervangings technieken (prothese vervangt functie)
Conventionele plaat- en schroefosteosynthese:
➔ Principe: Om een perfecte anatomische reductie en absolute stabiliteit van
botfragmenten te bereiken (geen beweging tussen gebroken fragmenten)
◆ Voorbeeld: enkelbreuk
➔ Type genezing: Directe (= primaire) fractuurgenezing zonder callusvorming
door de vorming van ‘snijkegels’ (cutting cones)
→ Cutting cones (structuren in het bot) = ‘mini-bouwteams’ in bot die zorgen
voor directe botgenezing bij absolute stabiliteit
→ Callus = extra botvorming/tijdelijke brug tussen de gebroken botdelen voor
indirecte genezing
→ De genezing verloopt via remodellering van het bestaande botweefsel
◆ Top van snijkegel: osteoclast (botafbraak) → ‘boren tunnel’
◆ Staart van snijkegel: osteoblast (botvorming) → ‘vullen tunnel met nieuw bot’
➔ Implantaat: Gebruik van compressie
◆ Compressie schroeven
● Breuk fragmenten worden samengedrukt door een schroef
● De compressieschroef passeert de breuklijn
3