INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
DEEL 1: Algemene kenmerken en bronnen
Hoofdstuk 1: Inleiding
Kenmerken van internationaal recht
o Internationaal recht:
• Regelt relaties tussen staten
• Heeft wel nog steeds impact op individuen
➢ Onderwijs, niet gemarteld worden, werk,…..
o Inhoud van internationaal recht:
• Alle aspecten van interstatelijke activiteiten
➢ Zee
➢ Mensenrechten
➢ Diplomaten
➢ Milieu
➢ ….. (heel breed)
o Belang van internationaal recht:
• Geglobaliseerde wereld
• Impuls voor nationaal recht
o Verschil tussen internationaal en nationaal rechtssysteem:
• Nationaal recht: verticaal rechtssysteem
➢ Centrale organisatie is wetgevende, handhavende als rechterlijke macht
• Internationaal recht: horizontaal rechtssysteem
➢ Fundamenteel verschillend van nationale recht
➢ Wetgeving niet opgelegd door een hiërarchische overheid
➢ Ontbreken van centrale politiemacht en een overkoepelende rechterlijke
macht
➢ Internationaal Gerechtshof pas optreden na toestemming door staten
o Internationaal recht als rechtssysteem:
• Kritiek: gebrek aan handhaving
➢ Vertekend beeld
➢ Teveel focus op gevallen wanneer het niet wordt toegepast/inbreuken
• Maar: internationaal recht wordt vaak toegepast
➢ Wel degelijk gebruikt & toegepast
➢ Psychologische barrière
➢ Geen precieze percentage
➢ Sijpelt door naar nationale wetgeving
➢ Elk land heeft er baat bij: want heeft economisch en politieke gevolgen
1
, • Specifieke handhavingsmechanismen
➢ Bv: De veiligheidsraad, druk uitoefenen, economische steun,…
o Handhavingsmechanismen in het internationaal recht:
• Maatregelen door Veiligheidsraad
• Stopzetten van diplomatieke relaties
• Verlies van rechten en privileges (bv. stopzetten economische steun)
• Rechtshandhaving voor (inter)nationale rechtbank
• Rapportering
➢ Kan leiden tot politieke druk
• …
o Effectiviteit van internationaal recht:
• Eigen belang van staten
• Psychologische barrière om recht te schenden
• Politieke ‘kost’ van recht te schenden
➢ Het niet-naleven van internationaal recht kan politieke en economische
gevolgen hebben
• Compromissen
➢ Door flexibiliteit
o Zwakheden van internationaal recht:
• Gebrek aan sterke instellingen
➢ Bv: Gaza
• Andere belangen primeren
➢ Bv: ego
➢ Staten laten eigenbelang primeren boven het naleven van het internationaal
recht
• Weinig succesvolle naleving (bv. verbod op gebruik van geweld)
Verhouding internationaal en nationaal recht
o Verhouding internationaal en nationaal recht:
• Gebruik van nationaal recht in internationale rechtsorde
• Gebruik van internationaal recht in nationale rechtsorde
• Doorwerking van internationaal recht in nationale rechtsorde
Gebruik van nationaal recht in internationale rechtsorde
2
,o Verwijzing naar nationaal recht in internationaal recht:
• In internationaal recht: vaak verwijzing naar nationaal recht voor
implementatie
➢ Bv. het verkrijgen of verliezen van nationaliteit wordt binnen nationaal
rechterlijke orde geregeld
➢ Gevolg → voorwaarde voor diplomatiek beschermrecht in internationaal
recht is nationaliteit – nationaliteit wordt vastgelegd in nationaal recht
➢ Local remedies rule = alle relevante nationaalrechtelijke
geschillenbeslechtingsmechanismen moeten worden aangesproken
vooraleer kan worden aangeklopt bij het internationaalrechtelijke
mechanisme
o Rol nationaal recht bij ontwikkeling internationaal recht:
• Nationaal recht als statenpraktijk voor internationaal gewoonterecht
➢ Bottom up: nationaal recht beïnvloed internationaal recht
➢ Dit is te vinden in verscheidene nationale rechtsstelsels
• Beginselen van nationaal recht gebruikt in internationale rechtbanken
• Nationaal recht als argumentatie gebruikt in internationale rechtbanken
o Inroepbaarheid van internationaal recht in nationale rechtsorde: welk recht primeert?
• Monisme (bv. België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk,…):
➢ Eenheid van recht
➢ Voorrang: in principe internationaal recht
➢ Internationaal recht hoeft niet voorafgaand omgezet te worden om impact te
hebben binnen de nationale rechtsorde
• Dualisme (bv. UK, Australië, … ):
➢ Monisme, geen omzetting → wel omzetting, dualisme
➢ Verschillende rechtsorden
3
, ➢ omzetting internationaal recht vereist: door nationale wetgeving te
herschrijven of door een gemakkelijke ‘blanco incorporatie’ waarbij een
korte formele wet het geannexeerde oorspronkelijk verdrag van toepassing
maakt.
➢ internationaal recht wordt slechts deel van nationale rechtsorde na
omzetting in nationaal recht
➢ Voorrang: nationaal recht (maar bij niet-naleving van internationaal recht,
wel internationaal aansprakelijk, dan wel geen invloed op toepassing
nationaal recht)
o Internationaal recht laat keuze voor monisme of dualisme (≠Europese Unie: geen keuze!)
• UITZ!: Europese Unie geen dualisme
• Staten kiezen zelf welke vorm ze hanteren zolang ze hun internationaalrechtelijke
verplichtingen te goeder trouw uitvoeren
• Keuze ligt vast in nationale grondwet (Duitsland/VS) of in rechtspraak (België)
o In praktijk: geen zuiver monisme of dualisme
• Bv. in landen met monisme moeten verdragen vaak eerst worden goedgekeurd door
parlement
• Nooit 100% monisme of dualisme
Doorwerking internationaal recht
o Internationale rechtsregel moet bindend zijn om deel uit te maken van nationale
rechtsorde:
• Verdrag (na goedkeuringswet/ratificatie/inwerkingtreding)
• Gewoonterecht en algemene beginselen: geen parlementaire goedkeuring vereist
• Uitspraken internationale rechtbanken: enkel bindend voor partijen bij geschil
o Instrumenten van doorwerking van internationaal recht in het nationaal recht:
• Directe werking verdragen (inroepen verdrag voor nationale rechtbank):
➢ Monisme:
1. Verdrag moet geïncorporeerd zijn in nationale rechtsorde (parlementaire
goedkeuringverdrag)
2. Voldoende nauwkeurigheid vereist zodat nationale rechter verdrag kan
toepassen zonder dat precisering door nationale wetgever noodzakelijk is
➢ Dualisme:
1. In principe geen directe werking verdragen in dualistisch systeem (behalve
EU-Verdrag)
2. Verdragsbepalingen moeten eerst zijn omgezet in nationale wetgeving
vooraleer dit kan worden ingeroepen voor nationale rechtbank
4
DEEL 1: Algemene kenmerken en bronnen
Hoofdstuk 1: Inleiding
Kenmerken van internationaal recht
o Internationaal recht:
• Regelt relaties tussen staten
• Heeft wel nog steeds impact op individuen
➢ Onderwijs, niet gemarteld worden, werk,…..
o Inhoud van internationaal recht:
• Alle aspecten van interstatelijke activiteiten
➢ Zee
➢ Mensenrechten
➢ Diplomaten
➢ Milieu
➢ ….. (heel breed)
o Belang van internationaal recht:
• Geglobaliseerde wereld
• Impuls voor nationaal recht
o Verschil tussen internationaal en nationaal rechtssysteem:
• Nationaal recht: verticaal rechtssysteem
➢ Centrale organisatie is wetgevende, handhavende als rechterlijke macht
• Internationaal recht: horizontaal rechtssysteem
➢ Fundamenteel verschillend van nationale recht
➢ Wetgeving niet opgelegd door een hiërarchische overheid
➢ Ontbreken van centrale politiemacht en een overkoepelende rechterlijke
macht
➢ Internationaal Gerechtshof pas optreden na toestemming door staten
o Internationaal recht als rechtssysteem:
• Kritiek: gebrek aan handhaving
➢ Vertekend beeld
➢ Teveel focus op gevallen wanneer het niet wordt toegepast/inbreuken
• Maar: internationaal recht wordt vaak toegepast
➢ Wel degelijk gebruikt & toegepast
➢ Psychologische barrière
➢ Geen precieze percentage
➢ Sijpelt door naar nationale wetgeving
➢ Elk land heeft er baat bij: want heeft economisch en politieke gevolgen
1
, • Specifieke handhavingsmechanismen
➢ Bv: De veiligheidsraad, druk uitoefenen, economische steun,…
o Handhavingsmechanismen in het internationaal recht:
• Maatregelen door Veiligheidsraad
• Stopzetten van diplomatieke relaties
• Verlies van rechten en privileges (bv. stopzetten economische steun)
• Rechtshandhaving voor (inter)nationale rechtbank
• Rapportering
➢ Kan leiden tot politieke druk
• …
o Effectiviteit van internationaal recht:
• Eigen belang van staten
• Psychologische barrière om recht te schenden
• Politieke ‘kost’ van recht te schenden
➢ Het niet-naleven van internationaal recht kan politieke en economische
gevolgen hebben
• Compromissen
➢ Door flexibiliteit
o Zwakheden van internationaal recht:
• Gebrek aan sterke instellingen
➢ Bv: Gaza
• Andere belangen primeren
➢ Bv: ego
➢ Staten laten eigenbelang primeren boven het naleven van het internationaal
recht
• Weinig succesvolle naleving (bv. verbod op gebruik van geweld)
Verhouding internationaal en nationaal recht
o Verhouding internationaal en nationaal recht:
• Gebruik van nationaal recht in internationale rechtsorde
• Gebruik van internationaal recht in nationale rechtsorde
• Doorwerking van internationaal recht in nationale rechtsorde
Gebruik van nationaal recht in internationale rechtsorde
2
,o Verwijzing naar nationaal recht in internationaal recht:
• In internationaal recht: vaak verwijzing naar nationaal recht voor
implementatie
➢ Bv. het verkrijgen of verliezen van nationaliteit wordt binnen nationaal
rechterlijke orde geregeld
➢ Gevolg → voorwaarde voor diplomatiek beschermrecht in internationaal
recht is nationaliteit – nationaliteit wordt vastgelegd in nationaal recht
➢ Local remedies rule = alle relevante nationaalrechtelijke
geschillenbeslechtingsmechanismen moeten worden aangesproken
vooraleer kan worden aangeklopt bij het internationaalrechtelijke
mechanisme
o Rol nationaal recht bij ontwikkeling internationaal recht:
• Nationaal recht als statenpraktijk voor internationaal gewoonterecht
➢ Bottom up: nationaal recht beïnvloed internationaal recht
➢ Dit is te vinden in verscheidene nationale rechtsstelsels
• Beginselen van nationaal recht gebruikt in internationale rechtbanken
• Nationaal recht als argumentatie gebruikt in internationale rechtbanken
o Inroepbaarheid van internationaal recht in nationale rechtsorde: welk recht primeert?
• Monisme (bv. België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk,…):
➢ Eenheid van recht
➢ Voorrang: in principe internationaal recht
➢ Internationaal recht hoeft niet voorafgaand omgezet te worden om impact te
hebben binnen de nationale rechtsorde
• Dualisme (bv. UK, Australië, … ):
➢ Monisme, geen omzetting → wel omzetting, dualisme
➢ Verschillende rechtsorden
3
, ➢ omzetting internationaal recht vereist: door nationale wetgeving te
herschrijven of door een gemakkelijke ‘blanco incorporatie’ waarbij een
korte formele wet het geannexeerde oorspronkelijk verdrag van toepassing
maakt.
➢ internationaal recht wordt slechts deel van nationale rechtsorde na
omzetting in nationaal recht
➢ Voorrang: nationaal recht (maar bij niet-naleving van internationaal recht,
wel internationaal aansprakelijk, dan wel geen invloed op toepassing
nationaal recht)
o Internationaal recht laat keuze voor monisme of dualisme (≠Europese Unie: geen keuze!)
• UITZ!: Europese Unie geen dualisme
• Staten kiezen zelf welke vorm ze hanteren zolang ze hun internationaalrechtelijke
verplichtingen te goeder trouw uitvoeren
• Keuze ligt vast in nationale grondwet (Duitsland/VS) of in rechtspraak (België)
o In praktijk: geen zuiver monisme of dualisme
• Bv. in landen met monisme moeten verdragen vaak eerst worden goedgekeurd door
parlement
• Nooit 100% monisme of dualisme
Doorwerking internationaal recht
o Internationale rechtsregel moet bindend zijn om deel uit te maken van nationale
rechtsorde:
• Verdrag (na goedkeuringswet/ratificatie/inwerkingtreding)
• Gewoonterecht en algemene beginselen: geen parlementaire goedkeuring vereist
• Uitspraken internationale rechtbanken: enkel bindend voor partijen bij geschil
o Instrumenten van doorwerking van internationaal recht in het nationaal recht:
• Directe werking verdragen (inroepen verdrag voor nationale rechtbank):
➢ Monisme:
1. Verdrag moet geïncorporeerd zijn in nationale rechtsorde (parlementaire
goedkeuringverdrag)
2. Voldoende nauwkeurigheid vereist zodat nationale rechter verdrag kan
toepassen zonder dat precisering door nationale wetgever noodzakelijk is
➢ Dualisme:
1. In principe geen directe werking verdragen in dualistisch systeem (behalve
EU-Verdrag)
2. Verdragsbepalingen moeten eerst zijn omgezet in nationale wetgeving
vooraleer dit kan worden ingeroepen voor nationale rechtbank
4