Bedrijfskunde-Bedrijfseconomie
1.3 Dubbele boekhouding
1.3.1 Inleiding
De dubbele boekhouding is de meest voorkomende vorm boekhouden. De methode dankt haar
naam aan het feit dat elke transactie vanuit 2 verschillende standpunten bekeken en geboekt
worden.
1.3.2 Jaarrekening
Vennootschappen moeten elk jaar een jaarrekening opstellen. Deze jaarrekening is een soort
samenvatting en bestaat uit 3 delen:
- Balans: een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van de
onderneming. Alle bezittingen (Activa) staan aan de linkerzijde van de balans. De rechterkant
(Passiva) zijn de wijze waarop zij gefinancierd zijn.
- Resultatenrekening: een winst- en verliesrekening. Deze geeft een financieel overzicht van de
opbrengsten en kosten van de onderneming.
- Toelichting
Bezittingen – schulden = eigen vermogen
De jaarrekening geeft een beeld van de situatie van de onderneming. Deze moet openbaar worden
gemaakt via neerlegging bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België.
1.3.3 Balans
1.3.3.1 Begrip
De balans geeft een overzicht van de bronnen en aanwendingen van vermogen in de onderneming
op een bepaald moment.
Concreet gaat het om de bezittingen, schulden en eigen vermogen van de onderneming op een
bepaald tijdstip. Het gaat hier dus om een momentopname.
De regel is ACTIEF = PASSIEF.
,1.3.3.2 Voorstelling
Om te vermijden dat elke onderneming de wettelijke verplichting om een overzicht te geven van
aanwendingen en bronnen van vermogen op haar eigen manier invult en op die manier elke
vergelijking onmogelijk maakt, heeft de wetgever schema’s uitgewerkt die verplicht moeten worden
gevolgd.
1.3.3.3 Bespreking
Het actief: langs de linkerzijde van de balans worden de activa aangegeven. Dit zijn bedrijfsmiddelen
of aanwendingen van vermogen.
De verschillende rubrieken van de actiefzijde worden gerangschikt volgens stijgende graad van
liquiditeit van de bezittingen.
Vaste activa (gebouwen, machines, …) blijven voor vele jaren binnen de onderneming en staan dus
bovenaan.
Voorraden worden normaliter snel verkocht en omgezet in handelsvorderingen en staan al lager.
Vorderingen zullen zo snel mogelijk worden geïnd en dus worden omgezet in geld.
,Liquide middelen tenslotte (tegoeden op de bankrekening, kasgelden, …) kunnen onmiddellijk
worden gebruikt ter betaling en staan dan ook onderaan.
Het passief: aan de rechterzijde van de balans worden de passiva of bronnen van vermogen
aangegeven.
De rangschikking van de verschillende rubrieken op de passiefzijde gebeurt naargelang de
opeisbaarheid van het vermogen. Opeisbaarheid geeft de snelheid aan waarmee het vermogen moet
worden terugbetaald.
1.3.3.4 Eigen vermogen en het balansevenwicht
Volgens het balansevenwicht is het bedrag van het totaal actief altijd gelijk aan het bedrag van het
totaal passief.
Het eigen vermogen is het kapitaal en de opgebouwde reserves samengesteld.
, 2. Belasting op de toegevoegde waarde
2.1 Begrip en principe
De btw is een verbruiksbelasting voor particulieren. Bedoeling is dat de eindconsument van een goed
of dienst belasting betaalt op het bedrag van die consumptie. Btw is Belasting op de Toegevoegde
Waarde.
Elke grondstof ondergaat een reeks be- en verwerkingsprocessen tot eindproduct. De
oorspronkelijke waarde van het goed verhoogt bij deze handelingen omdat er telkens een waarde
wordt aan toegevoegd. Het is enkel op die toegevoegde waarde dat de btw wordt berekend die door
de consument uiteindelijk wordt gedragen omdat hij de laatste schakel in de keten is.
Ondernemingen worden hierbij enkel ingeschakeld als innende en doorstortende partij. De btw is
voor hen geen opbrengst, omdat ze de btw die ze ontvangen van klanten moeten doorstorten aan de
btw-administratie.
De berekening van de door te storten btw verloopt dus zoals blijkt uit het voorbeeld heel eenvoudig:
Indien in uitzonderlijke omstandigheden (vb. bij grote investeringen) de onderneming meer btw
betaald heeft aan haar leveranciers dan ze heeft ontvangen van klanten, kan ze het saldo
terugvorderen van de btw-administratie:
1.3 Dubbele boekhouding
1.3.1 Inleiding
De dubbele boekhouding is de meest voorkomende vorm boekhouden. De methode dankt haar
naam aan het feit dat elke transactie vanuit 2 verschillende standpunten bekeken en geboekt
worden.
1.3.2 Jaarrekening
Vennootschappen moeten elk jaar een jaarrekening opstellen. Deze jaarrekening is een soort
samenvatting en bestaat uit 3 delen:
- Balans: een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van de
onderneming. Alle bezittingen (Activa) staan aan de linkerzijde van de balans. De rechterkant
(Passiva) zijn de wijze waarop zij gefinancierd zijn.
- Resultatenrekening: een winst- en verliesrekening. Deze geeft een financieel overzicht van de
opbrengsten en kosten van de onderneming.
- Toelichting
Bezittingen – schulden = eigen vermogen
De jaarrekening geeft een beeld van de situatie van de onderneming. Deze moet openbaar worden
gemaakt via neerlegging bij de balanscentrale van de Nationale Bank van België.
1.3.3 Balans
1.3.3.1 Begrip
De balans geeft een overzicht van de bronnen en aanwendingen van vermogen in de onderneming
op een bepaald moment.
Concreet gaat het om de bezittingen, schulden en eigen vermogen van de onderneming op een
bepaald tijdstip. Het gaat hier dus om een momentopname.
De regel is ACTIEF = PASSIEF.
,1.3.3.2 Voorstelling
Om te vermijden dat elke onderneming de wettelijke verplichting om een overzicht te geven van
aanwendingen en bronnen van vermogen op haar eigen manier invult en op die manier elke
vergelijking onmogelijk maakt, heeft de wetgever schema’s uitgewerkt die verplicht moeten worden
gevolgd.
1.3.3.3 Bespreking
Het actief: langs de linkerzijde van de balans worden de activa aangegeven. Dit zijn bedrijfsmiddelen
of aanwendingen van vermogen.
De verschillende rubrieken van de actiefzijde worden gerangschikt volgens stijgende graad van
liquiditeit van de bezittingen.
Vaste activa (gebouwen, machines, …) blijven voor vele jaren binnen de onderneming en staan dus
bovenaan.
Voorraden worden normaliter snel verkocht en omgezet in handelsvorderingen en staan al lager.
Vorderingen zullen zo snel mogelijk worden geïnd en dus worden omgezet in geld.
,Liquide middelen tenslotte (tegoeden op de bankrekening, kasgelden, …) kunnen onmiddellijk
worden gebruikt ter betaling en staan dan ook onderaan.
Het passief: aan de rechterzijde van de balans worden de passiva of bronnen van vermogen
aangegeven.
De rangschikking van de verschillende rubrieken op de passiefzijde gebeurt naargelang de
opeisbaarheid van het vermogen. Opeisbaarheid geeft de snelheid aan waarmee het vermogen moet
worden terugbetaald.
1.3.3.4 Eigen vermogen en het balansevenwicht
Volgens het balansevenwicht is het bedrag van het totaal actief altijd gelijk aan het bedrag van het
totaal passief.
Het eigen vermogen is het kapitaal en de opgebouwde reserves samengesteld.
, 2. Belasting op de toegevoegde waarde
2.1 Begrip en principe
De btw is een verbruiksbelasting voor particulieren. Bedoeling is dat de eindconsument van een goed
of dienst belasting betaalt op het bedrag van die consumptie. Btw is Belasting op de Toegevoegde
Waarde.
Elke grondstof ondergaat een reeks be- en verwerkingsprocessen tot eindproduct. De
oorspronkelijke waarde van het goed verhoogt bij deze handelingen omdat er telkens een waarde
wordt aan toegevoegd. Het is enkel op die toegevoegde waarde dat de btw wordt berekend die door
de consument uiteindelijk wordt gedragen omdat hij de laatste schakel in de keten is.
Ondernemingen worden hierbij enkel ingeschakeld als innende en doorstortende partij. De btw is
voor hen geen opbrengst, omdat ze de btw die ze ontvangen van klanten moeten doorstorten aan de
btw-administratie.
De berekening van de door te storten btw verloopt dus zoals blijkt uit het voorbeeld heel eenvoudig:
Indien in uitzonderlijke omstandigheden (vb. bij grote investeringen) de onderneming meer btw
betaald heeft aan haar leveranciers dan ze heeft ontvangen van klanten, kan ze het saldo
terugvorderen van de btw-administratie: