1. Begrippenlijst leereenheid 1
Prokaryoot Eencellig organisme zonder celkern of organellen.
Eukaryoot Cel met celkern en organellen, zoals bij planten,
dieren en schimmels.
Endosporen Zeer resistente structuren die sommige bacteriën
vormen om extreme omstandigheden te
overleven.
Geslachtelijke voortplanting bij bacteriën Bacteriën wisselen genetisch materiaal uit, niet
via gameten, maar via processen zoals
conjugatie.
Batch cultuur Gesloten kweek waarbij voedingsstoffen op raken
en afvalstoffen ophopen.
Generatietijd Tijd die een bacterie nodig heeft om zich te
verdubbelen.
GRAS-status “Generally Recognized As Safe” – aanduiding dat
een stof veilig is voor gebruik in voeding.
Flagella Zweepstaartjes waarmee bacteriën en andere
cellen zich voortbewegen.
Conjugatie Overdracht van DNA via een plasmide van de ene
bacterie naar de andere.
Transformatie Opname van vrij DNA uit de omgeving door een
bacterie.
Transductie Overdracht van DNA tussen bacteriën via een
bacteriofaag.
Mineralisatie Afbraak van organisch materiaal tot anorganische
stoffen.
Nitrificatie Omzetting van ammonium naar nitriet en nitraat
door bacteriën.
Actief slib Microbieel mengsel in waterzuiveringsinstallaties
dat organische stoffen afbreekt.
Kruiscontaminatie Onbedoelde overdracht van micro-organismen
van het ene product naar het andere.
Functional food Voedsel met een extra
gezondheidsbevorderende werking.
1
, Melkzuurbacteriën Bacteriën die suikers omzetten in melkzuur,
belangrijk bij fermentatie.
Startercultuur Specifieke micro-organismen die bewust worden
toegevoegd om fermentatie te starten (bv. bij
kaas, yoghurt).
Bacteriocines Antimicrobiële stoffen geproduceerd door
bacteriën om andere bacteriën te remmen.
Obligaat parasiet Organisme dat alleen kan leven en voortplanten
in een gastheer.
C-cyclus Koolstofkringloop – de circulatie van koolstof
door biosfeer, atmosfeer en geosfeer.
N-cyclus Stikstofkringloop – de omzettingen van
stikstofverbindingen in de natuur.
MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus,
een gevaarlijke ziekenhuisbacterie die resistent is
tegen veel antibiotica.
Lysogeen Virus-DNA wordt ingebouwd in het gastheer-
genoom en blijft latent aanwezig.
Lytische cyclus Virus vermenigvuldigt zich in de gastheer en
veroorzaakt cellysis.
Bacteriofaag Virus dat bacteriën infecteert.
Provirus Virus-DNA dat geïntegreerd is in het DNA van de
gastheercel.
Groeicyclus Fasen van bacteriële groei: lag-fase, exponentiële
fase, stationaire fase, afstervingsfase.
2
Prokaryoot Eencellig organisme zonder celkern of organellen.
Eukaryoot Cel met celkern en organellen, zoals bij planten,
dieren en schimmels.
Endosporen Zeer resistente structuren die sommige bacteriën
vormen om extreme omstandigheden te
overleven.
Geslachtelijke voortplanting bij bacteriën Bacteriën wisselen genetisch materiaal uit, niet
via gameten, maar via processen zoals
conjugatie.
Batch cultuur Gesloten kweek waarbij voedingsstoffen op raken
en afvalstoffen ophopen.
Generatietijd Tijd die een bacterie nodig heeft om zich te
verdubbelen.
GRAS-status “Generally Recognized As Safe” – aanduiding dat
een stof veilig is voor gebruik in voeding.
Flagella Zweepstaartjes waarmee bacteriën en andere
cellen zich voortbewegen.
Conjugatie Overdracht van DNA via een plasmide van de ene
bacterie naar de andere.
Transformatie Opname van vrij DNA uit de omgeving door een
bacterie.
Transductie Overdracht van DNA tussen bacteriën via een
bacteriofaag.
Mineralisatie Afbraak van organisch materiaal tot anorganische
stoffen.
Nitrificatie Omzetting van ammonium naar nitriet en nitraat
door bacteriën.
Actief slib Microbieel mengsel in waterzuiveringsinstallaties
dat organische stoffen afbreekt.
Kruiscontaminatie Onbedoelde overdracht van micro-organismen
van het ene product naar het andere.
Functional food Voedsel met een extra
gezondheidsbevorderende werking.
1
, Melkzuurbacteriën Bacteriën die suikers omzetten in melkzuur,
belangrijk bij fermentatie.
Startercultuur Specifieke micro-organismen die bewust worden
toegevoegd om fermentatie te starten (bv. bij
kaas, yoghurt).
Bacteriocines Antimicrobiële stoffen geproduceerd door
bacteriën om andere bacteriën te remmen.
Obligaat parasiet Organisme dat alleen kan leven en voortplanten
in een gastheer.
C-cyclus Koolstofkringloop – de circulatie van koolstof
door biosfeer, atmosfeer en geosfeer.
N-cyclus Stikstofkringloop – de omzettingen van
stikstofverbindingen in de natuur.
MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus,
een gevaarlijke ziekenhuisbacterie die resistent is
tegen veel antibiotica.
Lysogeen Virus-DNA wordt ingebouwd in het gastheer-
genoom en blijft latent aanwezig.
Lytische cyclus Virus vermenigvuldigt zich in de gastheer en
veroorzaakt cellysis.
Bacteriofaag Virus dat bacteriën infecteert.
Provirus Virus-DNA dat geïntegreerd is in het DNA van de
gastheercel.
Groeicyclus Fasen van bacteriële groei: lag-fase, exponentiële
fase, stationaire fase, afstervingsfase.
2