Didactisch handelen
Didactisch handelen
= hoe je moet lesgeven
= lesvoorbereidingen maken
Extra
Tips bij de stage:
1) Je begint je lesvoorbereiding altijd met je einddoel
- Wat wil ik dat ze kennen en kunnen op het einde van de les?
- Daaruit ga je beginnen bouwen
→ Keuzes maken
- Hoe ga je beginnen?
- Waar ga ik starten?
- Wat weten ze al?
- Hoe ga je het aanleren?
2) Je begint je les ALTIJD met aan kinderen te zeggen wat ze gaan leren
3) Je werkt best NIET met vingers in de lucht, dit zorgt ervoor dat het altijd dezelfde
kinderen zijn die zullen antwoorden en de rest niks zal verder bijleren
Didactiek en pedagogiek vergelijken
Didactiek Pedagogiek
- Weten hoe je leerling tot - Omgaan met kinderen
en vorming brengt - Inzicht in de
- Inzicht in hoe je goede ontwikkeling van
les voorbereid en kinderen
uitvoert
, 1. Componenten van het didactisch handelen
Uitleg model:
Doelstelling= je moet een duidelijk doel voor ogen hebben
Beginsituatie= alle factoren hebben invloed op de keuze van de doelstelling en de les
Leerinhoud= wat leerlingen moeten leren om doelen te bereiken
Leerstof= daardoor wordt geleerd, is vervangbaar
Didactische principes= de basisregels of de uitganspunten
Leermiddelen= materiële hulpmiddelen om het lesgeven efficiënter te maken
Didactische werkvormen= manieren waarop onderwijsproces op gang wordt gezet
Evaluatie= resultaten bekijken
Professionele identiteit= hoe je jezelf ziet als leerkracht
Maatschappij- en mensbeeld= sommige dingen zijn bepaald in maatschappij
, 1.1 Doelstellingen
= waardevolle, gewenste gedragsverandering bij de leerling als gevolg van leerervaringen
= wat je met activiteiten wil bereiken
Doel 1: Cognitieve doelen
= kennen/kunnen
- Provincies van een land
- Groeiproces van aardappel
Doel 2: Dynamisch-affectieve (sociaal-affectieve doelen)
= houdingen, gevoelens, interesses en waardenkeuze
- Respect hebben voor elkaar
- Beurt afwachten
- Beleefd zijn
Doel 3: Psychomotorisch
= beweging, uitvoeren van handelingen
- Pen vasthouden
- Bewegen turnles
- Dribbelen
→ voorbeeld leren driehoeken uitknippen, hoeken tekenen
, !!!Grootste fout bij lesvoorbereidingen!!!
- Veel de veel lesdoelen
o Onmogelijk om in 50 minuten 30 doelen kunnen aanleren
- Beperk je aantal lesdoelen
o Aan het einde moeten ze alle doelen kennen
1.2 Beginsituatie
Als je doelen bepaald worden moet je altijd rekening houden met de beginsituatie
= alle factoren die invloed hebben op de keuze van je doelstellingen en op het
lesgebeuren zelf
- Zowel voor de leerling als voor de klasgroep
- Bv: ene leerling kan niet samenwerken met andere leerling, ‘welk
materiaal bezit ik?’
- Jezelf goed leren kennen
Situationele en occasionele factoren:
= alles wat gebeurt buiten je eigen wil
- Bv. Er is een ruzie gebeurt tijdens de pauze waardoor iedereen boos is,
maar jij hebt een leuke les georganiseerd, waardoor deze ‘verpest’ zou
kunnen worden door de ongezellige sfeer in de klas
Aspecten beginsituatie leerling: EXAMEN
- Niveau: wat ze al kennen en kunnen
o De vaardigheden, kennis en of attitude
- Leerprofiel: op welke manier leer jij persoonlijk het best?
o Leertempo, wijze waarop iemand studeert
- Interesse: iedereen heeft andere dingen die hij of zij leuk vindt
o Voorkeuren, motivatie om te werken aan doelen
Didactisch handelen
= hoe je moet lesgeven
= lesvoorbereidingen maken
Extra
Tips bij de stage:
1) Je begint je lesvoorbereiding altijd met je einddoel
- Wat wil ik dat ze kennen en kunnen op het einde van de les?
- Daaruit ga je beginnen bouwen
→ Keuzes maken
- Hoe ga je beginnen?
- Waar ga ik starten?
- Wat weten ze al?
- Hoe ga je het aanleren?
2) Je begint je les ALTIJD met aan kinderen te zeggen wat ze gaan leren
3) Je werkt best NIET met vingers in de lucht, dit zorgt ervoor dat het altijd dezelfde
kinderen zijn die zullen antwoorden en de rest niks zal verder bijleren
Didactiek en pedagogiek vergelijken
Didactiek Pedagogiek
- Weten hoe je leerling tot - Omgaan met kinderen
en vorming brengt - Inzicht in de
- Inzicht in hoe je goede ontwikkeling van
les voorbereid en kinderen
uitvoert
, 1. Componenten van het didactisch handelen
Uitleg model:
Doelstelling= je moet een duidelijk doel voor ogen hebben
Beginsituatie= alle factoren hebben invloed op de keuze van de doelstelling en de les
Leerinhoud= wat leerlingen moeten leren om doelen te bereiken
Leerstof= daardoor wordt geleerd, is vervangbaar
Didactische principes= de basisregels of de uitganspunten
Leermiddelen= materiële hulpmiddelen om het lesgeven efficiënter te maken
Didactische werkvormen= manieren waarop onderwijsproces op gang wordt gezet
Evaluatie= resultaten bekijken
Professionele identiteit= hoe je jezelf ziet als leerkracht
Maatschappij- en mensbeeld= sommige dingen zijn bepaald in maatschappij
, 1.1 Doelstellingen
= waardevolle, gewenste gedragsverandering bij de leerling als gevolg van leerervaringen
= wat je met activiteiten wil bereiken
Doel 1: Cognitieve doelen
= kennen/kunnen
- Provincies van een land
- Groeiproces van aardappel
Doel 2: Dynamisch-affectieve (sociaal-affectieve doelen)
= houdingen, gevoelens, interesses en waardenkeuze
- Respect hebben voor elkaar
- Beurt afwachten
- Beleefd zijn
Doel 3: Psychomotorisch
= beweging, uitvoeren van handelingen
- Pen vasthouden
- Bewegen turnles
- Dribbelen
→ voorbeeld leren driehoeken uitknippen, hoeken tekenen
, !!!Grootste fout bij lesvoorbereidingen!!!
- Veel de veel lesdoelen
o Onmogelijk om in 50 minuten 30 doelen kunnen aanleren
- Beperk je aantal lesdoelen
o Aan het einde moeten ze alle doelen kennen
1.2 Beginsituatie
Als je doelen bepaald worden moet je altijd rekening houden met de beginsituatie
= alle factoren die invloed hebben op de keuze van je doelstellingen en op het
lesgebeuren zelf
- Zowel voor de leerling als voor de klasgroep
- Bv: ene leerling kan niet samenwerken met andere leerling, ‘welk
materiaal bezit ik?’
- Jezelf goed leren kennen
Situationele en occasionele factoren:
= alles wat gebeurt buiten je eigen wil
- Bv. Er is een ruzie gebeurt tijdens de pauze waardoor iedereen boos is,
maar jij hebt een leuke les georganiseerd, waardoor deze ‘verpest’ zou
kunnen worden door de ongezellige sfeer in de klas
Aspecten beginsituatie leerling: EXAMEN
- Niveau: wat ze al kennen en kunnen
o De vaardigheden, kennis en of attitude
- Leerprofiel: op welke manier leer jij persoonlijk het best?
o Leertempo, wijze waarop iemand studeert
- Interesse: iedereen heeft andere dingen die hij of zij leuk vindt
o Voorkeuren, motivatie om te werken aan doelen