1.Inleiding: behandelprincipes
1.1 Chronische pijn
IASP def: onaangename sensorische & emotionele ervaring geassocieerd/lijkend op actuele of potentiële
weefselschade
o Duur >3mnd
o Hoofdreden waarom mensen medische hulp zoeken
o Prevalentie: 11-44% wereldwijd meer dan diabetes + hart + kanker gecombineerd
o Is multifactorieel biologische, psychologische & sociale factoren kunnen invloed hebben
o Hoge economische kost in België 11 miljard onnodig shoppen & operaties
o Is beschouwd als een ziekte, niet gewoon een symptoom
Meest voorkomende aandoeningen = OA, rugpijn, HP
Meer bij: vrouwen, >65jr, lage socio-economische achtergrond, traumatische ervaring + beperking in ADL
o Hogere percentage depressie, zelfmoord, opioïde gebruik/misbruik
o Geassocieerd met lagere levensverwachting
Mensen met chronische pijn zijn 6jr ouder dan mensen v hun leeftijd zonder p
Levensverwachting daalt met 1 jaar per 10jr pijn
Mortaliteit daalt na verbetering levensstijl
o Nood aan multimodale aanpak PSE, oefen-T, stressmanagement, slaapmanagement, dieet, AH
Psychologische factoren Sociale factoren Levensstijl factoren
Depressie, bezorgdheid, Eerdere pijn, ervaringen, job- Slechte slaap, slecht dieet, stress, gebrek
somatisatie/catastroferen, cognitieve tevredenheid, drugsmisbruik, sociale FA, sedentair gedrag, roken
beliefs, emotionele stress, angst, steun, taal & culturele barrière Deze factoren onderhouden de cp op
coping Geen steun familie meer lange termijn
Angst voor bewegen zeker chronische klachten Roken invloed op prognose
aanpakken want je hebt bew Slecht verstaan wat Dr zegt vernauwing bloedvaten, weefsels
nodig voor behandeling catastroferen want je begrijpt het herstellen slechter, minder T-trouw
niet goed rookstop = 1ste stap behandeling
20% w bepaald door genen dus 80% flexibiliteit op pijn te behandelen
o Epigenetica paperclips zetten op bepaalde delen die belangrijker zijn
o Epigenetica = welke genen tot uiting komen en welke niet kan je beïnvloeden door
levensstijlfactoren
o Genetische veranderingen bij chronische pijn-P’en relevante genen zijn gerelateerd aan:
ZS, immuunsysteem, mitochondriaal & E-metabolisme, opioïde receptor modulatie, HPA-
as
Epigenetisch systeem zou wel invloed kunnen hebben op MSK systeem, maar op genoom
geen invloed
o Te weinig slaap gaat bepaald gen tot uiting brengen
Op welke factoren moeten we ons focussen bij de revalidatie: predisponerende, onderhoudende of causale
factoren?
o Predisponerende = factoren die al aanwezig waren bv genetische vooraanleg, levensstijl (kan je
wel invloed hebben als kine)
o Causale factoren kan je niks meer aan doen (mensen krijgen te snel operatie omdat ze de
oorzaak willen verhelpen, terwijl er andere processen zijn die beter aangepakt kunnen w)
o Onderhoudende factoren samen zoeken met P welke deze zijn
Deze factoren zorgen dat de pijn blijft bestaan
Bv levensstijl factoren zoals roken kunnen pijn onderhouden
,1.2 5 stappen in klinisch redeneerproces
1. Identificeren relevante levensstijlfactoren (roken, vermijdingsgedrag, sedentair) aankaarten door
anamnese
o Slaap kan je als kine advies over geven te ernstig slaappsycholoog
o Sport kine
o Stress als kine advies geven, maar psycholoog inschakelen bij te groot probleem
o Voeding alleen tips, geen advies advies alleen door arts & diëtist
o Determinanten perceptie & sociale steun aankaarten
2. Identificeren & aanpakken v barrières voor gedragsmatig levensstijl verandering
o Ziekteperceptie bepaalt hoe bereid P is om te veranderen naar gezonde levensstijl
Ziektepercepties aanpakken is 1ste stap na identificatie door PSE
o Pijncognities catastroferen, kinesiofobie, hypervigilantie
Juiste info geven!!
o Bew-gedrag persisterend gedrag & vermijding gaan vaak samen maar allebei apart aanpakken
o Coping actieve of passieve coping
o Revalidatie verwachtingen
3. Ontwerpen individueel, multimodale interventie samen met P
4. Toepassen interventie + motivatie aanbrengen + adaptaties
5. Faciliteren long-term T-trouw
1.2.1 Identificeren & aanpakken v barrières voor gedragsmatig
levensstijl verandering
PSE (pain science education)
PSE
o PSE faciliteert coping v passieve naar actieve coping
o Verbetering verstaan v pijnklachten
o Verbeteren functionering
o Verbeteren QOL & stress
o Verminderen pijnintensiteit & ernst v respons op nociceptieve stimuli
o Verbeteren pijncognitie
Educatie zorgt voor desensitisatie v/h brein
o Na educatie is er minder aandacht voor pijn i/d hersenen
o Alleen info is niet genoeg na info uitleggen wat P ermee kan doen bv aanpassen
levensstijlfactoren (= heel P specifiek)
Slaapmanagement – insomnia
Insomnia def:
o >30min nodig om in slaap te vallen en/of >30min wakker na inslapen voor >3dgn/week voor
>3mnd
o Bij afwezigheid andere intrinsieke slaapstoornissen & onvoldoende gelegenheid/omstandigheden
voor slaap
53-90% v chronische pijn-P’en hebben insomnia
o = barrière voor effectieve pijnmanagement & onderhoudende factor v chronische pijn
o Goede nacht slaap zijn veel meer fysiek actief
o Slaapmedicatie niet langer dan 3-4dgn nemen hierna geen effect meer =+> slaapkwaliteit zal
niet meer verbeteren door de medicatie
CGT voor insomnia verbeteren slaapkwaliteit, daling depressieve symptomen + pijn + vermoeidheid
o Stimuluscontrole, slaaprestrictie, cognitieve therapie, relaxatie, slaaphygiëne
, Slaaptekort & immuniteit
o Slaaptekort nauw verbonden met immuniteit
o Homeostase
Reguleert CV-, endocriene-, immuunsysteem + metabolisme, lichaams-T, cel-expressie
Goede slaap = meer natural killer cel, monocyt & lymfocyt activiteit
Goede slaap = minder inflammatie
o Onvoldoende slaap = stres op lichaam afname immuniteit + meer kans op infecties
Insomnia = geassocieerd met versneld ouder w v immuunsysteem
o Insomnia = meer inflammatie toename glia-activiteit meer inflammatie overgevoeligheid
Zorgt voor CS meer IL-1 & IL-6, TNF-α
Inflammatoire factoren zorgen dan weer voor slechter slapen vicieuze cirkel
Slaaptekort & stress
o Stress intolerantie is groot associatie tss niveau v anxiety en insomnia ernst
o Grote stressvolle events of traumatische gebeurtenissen zorgen voor slaapproblemen stress
chronische pijn
Voeding (meer info later)
Stress
Stressintolerantie symptomen: pijn, vermoeidheid, cognitieve stoornissen
Dysfunctioneel fysiologisch stress respons systeem
o Korte termijn symp ZS & paraysmp ZS in disbalans
o Lange termijn HPA-as
Disbalans in AZS lichaam in constante staat v fysieke stres
o Hoge HF, BD AH + pupil dilatatie & zweten
HPA-as = essentieel voor herstel v stres (incl FA) door metabole actie & immunoregulatie
o Uit evenwicht + zal uitgeput geraken
Zal niet meer reageren op stresssignalen (bv teveel of weinig cortisol maken)
langdurige laaggradige inflammatie in lichaam
P’en zijn cognitief niet meer flexibel + verdragen geen stress meer
Lichaam is fysiek niet in staat om goed om te gaan met stressoren
Hersengebied verantwoordelijk voor top-down controle v stressresponssysteem vaak veranderd
functioneel gedrag bij verschillende chronische pijnpopulaties
Stress & immuniteit
o Stress haalt homeostase uit balans meer inflammatie
o P vertoont immuniteit v iemand die veel ouder is
Stress & CS
o Stijging glutamaat verhoogde gevoeligheid CZS
o Daling GABA & serotonine daling inhibitie
Hoog stressgehalte P’en zullen vaak rond 4-5u wakker w als piek v cortisol dan is
Extreme stres kan overgedragen w bij zwangerschap op kind
Geïndividualiseerde stressmanagement
o 1. Stress-educatie
o 2. Stres-coping technieken aanleren
Eliminate-chance-accept method, relaxatie, mood-uplifting activiteiten, cognitieve
aanpak, sociale steun, greenspace exposure
o 3. Generalisatie + exposure
, Fysieke activiteit
FA
o 1. Doel stellen + identificeren lichaamsfuncties, contextuele factoren,…
o 2. Shared-decision making
o 3. Aanpakken maladaptieve overtuigingen & potentiële barrières
o 4. Verbeteren relevante levensstijl factoren slaap, stress & voeding
o 5. Identificeren v activiteiten die vermeden w en persisterend zijn
Vermijding: graded activity (milde angst) of exposure in vivo (ernstige angst)
Persisterend: zelfmanagement & acceptance-based interventies
1.2.2 Ontwerpen individueel, multimodale interventie samen met
P
Shared-decision making!!!
o Faciliteert gedragsverandering + belangrijk voor T-trouw
Wat doen:
o 1. Voorstellen v behandelingsopties
o 2. Evidence-based educatie over verwachte uitkomsten v deze opties
o 3. P laten beslissen
Geldt voor tijdsdruk, blootstelling aan stress, werk, gezin
1.2.3 Toepassen interventie + motivatie aanbrengen + adaptaties
Fases v gedragsverandering
1.2.4 Faciliteren langdurige T-trouw
Wat hebben dry needling, massage, acupunctuur, orthopedische chirurgie & roken gemeen?
o Allemaal korttijdig analgetisch effect
o Roken op lange termijn = meer inflammatie + meer kans op chronische pijn
Initiërende & onderhoudende factoren voor laaggradige neuro-inflammatie:
o Fysieke inactiviteit, stres, fastfood, slechte slaap
o FA kan voor pieken v inflammatie zorgen maar hoe meer actief, hoe beter je erop gaat reageren
1.Differentiaaldiagnostiek pijntypes
2.1 De 3 fenotypes v pijn
Nociceptieve pijn Neuropathische pijn Nociplastische pijn
Pijn tgv werkelijke of dreigende Pijn tgv laesie of ziekte v Pijn tgv veranderde nociceptie
schade aan niet-neuraal weefsel somatosensorische ZS
1.1 Chronische pijn
IASP def: onaangename sensorische & emotionele ervaring geassocieerd/lijkend op actuele of potentiële
weefselschade
o Duur >3mnd
o Hoofdreden waarom mensen medische hulp zoeken
o Prevalentie: 11-44% wereldwijd meer dan diabetes + hart + kanker gecombineerd
o Is multifactorieel biologische, psychologische & sociale factoren kunnen invloed hebben
o Hoge economische kost in België 11 miljard onnodig shoppen & operaties
o Is beschouwd als een ziekte, niet gewoon een symptoom
Meest voorkomende aandoeningen = OA, rugpijn, HP
Meer bij: vrouwen, >65jr, lage socio-economische achtergrond, traumatische ervaring + beperking in ADL
o Hogere percentage depressie, zelfmoord, opioïde gebruik/misbruik
o Geassocieerd met lagere levensverwachting
Mensen met chronische pijn zijn 6jr ouder dan mensen v hun leeftijd zonder p
Levensverwachting daalt met 1 jaar per 10jr pijn
Mortaliteit daalt na verbetering levensstijl
o Nood aan multimodale aanpak PSE, oefen-T, stressmanagement, slaapmanagement, dieet, AH
Psychologische factoren Sociale factoren Levensstijl factoren
Depressie, bezorgdheid, Eerdere pijn, ervaringen, job- Slechte slaap, slecht dieet, stress, gebrek
somatisatie/catastroferen, cognitieve tevredenheid, drugsmisbruik, sociale FA, sedentair gedrag, roken
beliefs, emotionele stress, angst, steun, taal & culturele barrière Deze factoren onderhouden de cp op
coping Geen steun familie meer lange termijn
Angst voor bewegen zeker chronische klachten Roken invloed op prognose
aanpakken want je hebt bew Slecht verstaan wat Dr zegt vernauwing bloedvaten, weefsels
nodig voor behandeling catastroferen want je begrijpt het herstellen slechter, minder T-trouw
niet goed rookstop = 1ste stap behandeling
20% w bepaald door genen dus 80% flexibiliteit op pijn te behandelen
o Epigenetica paperclips zetten op bepaalde delen die belangrijker zijn
o Epigenetica = welke genen tot uiting komen en welke niet kan je beïnvloeden door
levensstijlfactoren
o Genetische veranderingen bij chronische pijn-P’en relevante genen zijn gerelateerd aan:
ZS, immuunsysteem, mitochondriaal & E-metabolisme, opioïde receptor modulatie, HPA-
as
Epigenetisch systeem zou wel invloed kunnen hebben op MSK systeem, maar op genoom
geen invloed
o Te weinig slaap gaat bepaald gen tot uiting brengen
Op welke factoren moeten we ons focussen bij de revalidatie: predisponerende, onderhoudende of causale
factoren?
o Predisponerende = factoren die al aanwezig waren bv genetische vooraanleg, levensstijl (kan je
wel invloed hebben als kine)
o Causale factoren kan je niks meer aan doen (mensen krijgen te snel operatie omdat ze de
oorzaak willen verhelpen, terwijl er andere processen zijn die beter aangepakt kunnen w)
o Onderhoudende factoren samen zoeken met P welke deze zijn
Deze factoren zorgen dat de pijn blijft bestaan
Bv levensstijl factoren zoals roken kunnen pijn onderhouden
,1.2 5 stappen in klinisch redeneerproces
1. Identificeren relevante levensstijlfactoren (roken, vermijdingsgedrag, sedentair) aankaarten door
anamnese
o Slaap kan je als kine advies over geven te ernstig slaappsycholoog
o Sport kine
o Stress als kine advies geven, maar psycholoog inschakelen bij te groot probleem
o Voeding alleen tips, geen advies advies alleen door arts & diëtist
o Determinanten perceptie & sociale steun aankaarten
2. Identificeren & aanpakken v barrières voor gedragsmatig levensstijl verandering
o Ziekteperceptie bepaalt hoe bereid P is om te veranderen naar gezonde levensstijl
Ziektepercepties aanpakken is 1ste stap na identificatie door PSE
o Pijncognities catastroferen, kinesiofobie, hypervigilantie
Juiste info geven!!
o Bew-gedrag persisterend gedrag & vermijding gaan vaak samen maar allebei apart aanpakken
o Coping actieve of passieve coping
o Revalidatie verwachtingen
3. Ontwerpen individueel, multimodale interventie samen met P
4. Toepassen interventie + motivatie aanbrengen + adaptaties
5. Faciliteren long-term T-trouw
1.2.1 Identificeren & aanpakken v barrières voor gedragsmatig
levensstijl verandering
PSE (pain science education)
PSE
o PSE faciliteert coping v passieve naar actieve coping
o Verbetering verstaan v pijnklachten
o Verbeteren functionering
o Verbeteren QOL & stress
o Verminderen pijnintensiteit & ernst v respons op nociceptieve stimuli
o Verbeteren pijncognitie
Educatie zorgt voor desensitisatie v/h brein
o Na educatie is er minder aandacht voor pijn i/d hersenen
o Alleen info is niet genoeg na info uitleggen wat P ermee kan doen bv aanpassen
levensstijlfactoren (= heel P specifiek)
Slaapmanagement – insomnia
Insomnia def:
o >30min nodig om in slaap te vallen en/of >30min wakker na inslapen voor >3dgn/week voor
>3mnd
o Bij afwezigheid andere intrinsieke slaapstoornissen & onvoldoende gelegenheid/omstandigheden
voor slaap
53-90% v chronische pijn-P’en hebben insomnia
o = barrière voor effectieve pijnmanagement & onderhoudende factor v chronische pijn
o Goede nacht slaap zijn veel meer fysiek actief
o Slaapmedicatie niet langer dan 3-4dgn nemen hierna geen effect meer =+> slaapkwaliteit zal
niet meer verbeteren door de medicatie
CGT voor insomnia verbeteren slaapkwaliteit, daling depressieve symptomen + pijn + vermoeidheid
o Stimuluscontrole, slaaprestrictie, cognitieve therapie, relaxatie, slaaphygiëne
, Slaaptekort & immuniteit
o Slaaptekort nauw verbonden met immuniteit
o Homeostase
Reguleert CV-, endocriene-, immuunsysteem + metabolisme, lichaams-T, cel-expressie
Goede slaap = meer natural killer cel, monocyt & lymfocyt activiteit
Goede slaap = minder inflammatie
o Onvoldoende slaap = stres op lichaam afname immuniteit + meer kans op infecties
Insomnia = geassocieerd met versneld ouder w v immuunsysteem
o Insomnia = meer inflammatie toename glia-activiteit meer inflammatie overgevoeligheid
Zorgt voor CS meer IL-1 & IL-6, TNF-α
Inflammatoire factoren zorgen dan weer voor slechter slapen vicieuze cirkel
Slaaptekort & stress
o Stress intolerantie is groot associatie tss niveau v anxiety en insomnia ernst
o Grote stressvolle events of traumatische gebeurtenissen zorgen voor slaapproblemen stress
chronische pijn
Voeding (meer info later)
Stress
Stressintolerantie symptomen: pijn, vermoeidheid, cognitieve stoornissen
Dysfunctioneel fysiologisch stress respons systeem
o Korte termijn symp ZS & paraysmp ZS in disbalans
o Lange termijn HPA-as
Disbalans in AZS lichaam in constante staat v fysieke stres
o Hoge HF, BD AH + pupil dilatatie & zweten
HPA-as = essentieel voor herstel v stres (incl FA) door metabole actie & immunoregulatie
o Uit evenwicht + zal uitgeput geraken
Zal niet meer reageren op stresssignalen (bv teveel of weinig cortisol maken)
langdurige laaggradige inflammatie in lichaam
P’en zijn cognitief niet meer flexibel + verdragen geen stress meer
Lichaam is fysiek niet in staat om goed om te gaan met stressoren
Hersengebied verantwoordelijk voor top-down controle v stressresponssysteem vaak veranderd
functioneel gedrag bij verschillende chronische pijnpopulaties
Stress & immuniteit
o Stress haalt homeostase uit balans meer inflammatie
o P vertoont immuniteit v iemand die veel ouder is
Stress & CS
o Stijging glutamaat verhoogde gevoeligheid CZS
o Daling GABA & serotonine daling inhibitie
Hoog stressgehalte P’en zullen vaak rond 4-5u wakker w als piek v cortisol dan is
Extreme stres kan overgedragen w bij zwangerschap op kind
Geïndividualiseerde stressmanagement
o 1. Stress-educatie
o 2. Stres-coping technieken aanleren
Eliminate-chance-accept method, relaxatie, mood-uplifting activiteiten, cognitieve
aanpak, sociale steun, greenspace exposure
o 3. Generalisatie + exposure
, Fysieke activiteit
FA
o 1. Doel stellen + identificeren lichaamsfuncties, contextuele factoren,…
o 2. Shared-decision making
o 3. Aanpakken maladaptieve overtuigingen & potentiële barrières
o 4. Verbeteren relevante levensstijl factoren slaap, stress & voeding
o 5. Identificeren v activiteiten die vermeden w en persisterend zijn
Vermijding: graded activity (milde angst) of exposure in vivo (ernstige angst)
Persisterend: zelfmanagement & acceptance-based interventies
1.2.2 Ontwerpen individueel, multimodale interventie samen met
P
Shared-decision making!!!
o Faciliteert gedragsverandering + belangrijk voor T-trouw
Wat doen:
o 1. Voorstellen v behandelingsopties
o 2. Evidence-based educatie over verwachte uitkomsten v deze opties
o 3. P laten beslissen
Geldt voor tijdsdruk, blootstelling aan stress, werk, gezin
1.2.3 Toepassen interventie + motivatie aanbrengen + adaptaties
Fases v gedragsverandering
1.2.4 Faciliteren langdurige T-trouw
Wat hebben dry needling, massage, acupunctuur, orthopedische chirurgie & roken gemeen?
o Allemaal korttijdig analgetisch effect
o Roken op lange termijn = meer inflammatie + meer kans op chronische pijn
Initiërende & onderhoudende factoren voor laaggradige neuro-inflammatie:
o Fysieke inactiviteit, stres, fastfood, slechte slaap
o FA kan voor pieken v inflammatie zorgen maar hoe meer actief, hoe beter je erop gaat reageren
1.Differentiaaldiagnostiek pijntypes
2.1 De 3 fenotypes v pijn
Nociceptieve pijn Neuropathische pijn Nociplastische pijn
Pijn tgv werkelijke of dreigende Pijn tgv laesie of ziekte v Pijn tgv veranderde nociceptie
schade aan niet-neuraal weefsel somatosensorische ZS