100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

samenvatting cellulaire fysiologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
51
Geüpload op
20-11-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit is een samenvatting van het vak cellulaire fysiologie. Het bevat informatie van de PowerPoint en notities van tijdens de les, soms aangevuld met informatie van het handboek. Geslaagd bij eerste zit.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 november 2025
Aantal pagina's
51
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

HOOFDSTUK 2: MEMBRAAN STRUCTUUR

Membraan = dubbele fosfolipide laag
eiwitten moeten vrij kunnen bewegen & vervormen  vloeibaar zijn

BELANG VAN MEMBRANEN

- Noodzakelijk vr vorming & in stand houding van cellen
Fysieke barrière: cytoplasma van externe milieu scheiden
- Gedraagt als doorlaatbaarheidsbarrière vr sommige stoffen
 onderhouden verschillen tss interne & externe omgeving
o Ionen kunnen door membraan transporteren dmv specifieke proteïnen
- Noodzakelijk vr vorming interne organellen met specifieke functies
o Bv mitochondriën: ATP productie
endoplasmatisch reticulum: proteïnen vouwing
nucleus: gen transcriptie
- Zorgt dat cel snel & slectief kan reageren op specifieke veranderingen in omgeving dmv receptor
eiwitten op celoppervlak
o Vesikels kunnen snel fuseren met buitenkant cel & stoffen snel afgeven
mogelijkheid snel signalen nr andere cellen te sturen

FYSIOLOGISCHE VOORBEELDEN MEMBRAAN DYNAMIEK

- Mastcel degranulatie (afscheiding)  dramatische maar voorbijgaande toename in
membraanoppervlakte
o Kunnen geactiveerd worden dr bv allergenen
geven snel stoffen af vr bv doorbloeding  ontstekingsmediatoren
o Degranulatie gebeurt snel, kunnen andere cellen activeren
- Neurotransmitter vrijgelaten bij synaps op 2 manieren
o Kiss-and-run & Volledige fusie
fusie kleine vesikels met celmembraan
o Synaps = contactpunten tussen cellen

CELMEMBRAAN COMPONENTEN

- Diverse fosfolipiden & eiwitten


FOSFOLIPIDEN = PL
- Amfipatisch  hydrofiel hoofd & hydrofobe vetzuurstaart
o Hoofd omringd door watermoleculen (polair)
hoofd = glycerol-fosfaaat-choline verbinding
- Hoofd kan positief of negatief geladen zijn  bepaalt eigenschappen
- Fosfolipide membraan vormt in waterig milieu micellen of dubbellaag WANT amfipatisch
o Spontane opvouwing / regeneratie WANT energetisch betere vorm
- Verschillen in hydrofiel hoofd & lipofiele staart (tss 14-24 C)
- Mogelijk om suikergroepen te binden  cellen signaleren
- Vetzuurstaart verzadigd of onverzadigd  beïnvloed vloeibaarheid, structuur & dikte membraan
o Dierlijke cellen meestal 1verzadigde & 1onverzadigde vetzuurstaart

,VLOEIBAARHEID
- gevolg van spontane beweging fosfolipiden in laag in 3 verschillende richtingen
o Lateraal diffusie, flexie & rotatie
o Diffusie snelheid = 10−8 cm 2 /s
snelheid rotaite & flexie = senl
- niet spontane beweging fosfolipiden = flip-flop (zelden)
o flippase & floppase = ATP consumerende lipide translocatie
o draagt niet bij tot vloeibaarheid membraan
- lipide compositie bepaalt vloeibaarheid & smelt temperatuur = transitie temperatuur = Tm
o kort & onverzadigd: lage Tm  heel vloeibare laag WANT zwakke interacties
lange & verzadigde keten: hoge Tm
o lange vetzuur ketens: sterke interactie  dichte pakking  vast
o GEVOLG zwakker interacties: zwakke pakking  membraan vertoont scheuren/gaten 
meer permeabel WANT hebben minder interactie punten


CHOLESTEROL
- Beïnvloedt vloeibaarheid net zoals andere membraancomponenten
- Weinig cholesterol  stijfheid verhoogde bij polaire hoofdjes  membraan minder doorlaatbaar &
voorkomen kristallisatie vetzuurstaarten
- Veel cholesterol  veel moleculen tss fosfolipiden  vloeibaarheid verhoogd
WANT belet staart-staart interactie
- Kleiner dan fosfolipiden
polaire hoofdjes richting water georiënteerd & hydrofobe staart naar kern laag
- Invloed op dikte lipide laag & invloed hoe makkelijk stoffen diffunderen door membraan
- Makkelijkere flip-flop in tegenstelling tot fosfolipiden
 zelfde cholesterol concentratie in buitenste & binnenste lipide laag
- Niet goed wateroplosbaar = lipofiel  vormt complexen in bloed: VLDL, LDL, HDL
- Pathologie: hypercholesterolemie
o te veel cholesterol in bloed, erfelijke aandoening
o Risico’s: coronaire hartaandoeningen, plaques in bloedvaten = artherosclerose

ASYMMETRIE CELMEMBRAAN

3 belangrijke aspecten: inbedding, buiging & signalisatie

- Asymmetrie ontstaat dr lipidenscheiding tijdens biosynthese in ER/golgi
- Lipide gemaakt aan cytosol zijde ER  aan cytosol zijde membraan (binnenkant)
lipide gemaakt aan exoplasmatische zijde golgi  aan extracellulaire zijde membraan
o UITZONDERING: fosfatidylcholine gemaakt ER maar extracellulair gelegen
- Polaire hoofdjes soms geladen  binnenkant (cytosol) vaak negatiever
- Belangrijk vr hoe eiwitten zich oriënteren in lipide laag
- Transmembraan transport: ER  eiwitten voor secretie & transmembraan proteïnen
o Transmembraan eiwitten verplaatsen niet volledig  blijven in membraan zitten
niet voor cytosol eiwitten
- Translated-translocation = ribosomen verplaatsen nr plaats waar eiwit nodig is tijdens vorming eiwit
- Belangrijk vr buiging & vloeibaarheid membraan  extracellulair stijver dan intracellulair
o Intracellulair negatiever dan extracellulaire zijde

, - Belangrijk vr signalisatie  asymmetrie in fosfolipiden betrokken bij second messenger signaal
cascade
o bv PIP2 aan intracellulaire zijde zorgt vr opwekken cel-respons op verankerde extracellulaire
stimuli
- Apoptosis: te weinig ATP DUS verlies asymmetrie
o fosfatidylserine in extracellulaire zijde receptor is vr fagocytose  normaal intracellulair
gelegen

MICRODOMEINEN

- bevat hoge concentratie aan cholesterol & sfingolipiden
 laterale asymmetrie
- dikker dan rest membraan, fosfolipiden interacties tss beide zijden & ophoping membraanproteïnen
- lipid rafts = microdomein in plasmamembraan met verschillende samenstelling
o beïnvloeden lokale vloeibaarheid & membraaneigenschappen bv stijfheid & rek &
concentratie second messenger bv PIP2 / PIP3  rol in signaaltransductie

MEMBRAANPROTEÏNEN

= associatie eiwitten met lipide dubbellaag

- diverse functies
- eiwitten vormen 25-75% van membraan massa
- interageren op verschillende manieren
o transmembraaneiwitten, poriën, verankeren
via 1 kan verbonden, verbinden met andere transmembraaneiwitten
o Indirect: perifere gebonden aan integrale membraan proteïnen
- zijn mobiel, vloeibaar  belangrijk vr beweging eiwit
- membraaneiwitten muiscel & humaancel laten fuseren & fluoresceren
o start: muiscellen linkerkant & mensencellen rechterkant
na tijd vermengt fluorescentie  egale verspreiding eiwitten over hele cel
- FRAP = fluorescent recovery after fotobleaching
o Laser maakt fluorescentie molecule lokaal kapot  kijken wnr fluorescentie terug komt


STRUCTURELE SPECIALISATIES
- Cytoskelet geeft structuur aan cel & kan eiwitten vasthechten  mechanische versterking
- restrictie laterale mobiliteit membraan proteïnen
o dr intra membraan associatie, extracellulaire / intracellulaire crosslinking, cel-cel interacties &
tight junction

AANDOENINGEN IVM VERSTOORDE EIWITLOKALISATIE

- plasmamembraan Ca2+ kanalen in regelmatig patroon gerangschikt in gezonde hartspiercel
bij hartfalen niet meer geval  minder georganiseerd
- plaatsing kanalen belangrijk vr normale werking cellen
 aanwezigheid niet voldoende
o verkeerde locatie leidt tot ziektes

, HOOFDSTUK 3: SIGNAALTRANSDUCTIE

DIRECTE CEL-CEL COMMUNICATIE

Gap junctions ~kanaal poriën

- hemiconnexon = 6 connexines van naburige cellen assembrleren in connexon
- kunnen porie vormen

Tight junctions = cadherins = adhering junction

- openen/sluiten gereguleerd door pH, Ca2+, cAMP
- veel connexonen samen in gap junction
- chemisch contact: moleculen tot 1200Da zijn permeabel  kleine moleculen
elektrisch contact: intercellulaire porie met lage weerstand

CEL-CEL COMMUNICATIE VIA CHEMISCHE SIGNALEN


HOE: 3 MANIEREN
Endocrien

- in bloedbaan afgeven bv insuline
- communicatie op afstand

paracrien

- cellen dicht bij elkaar
- Bv neuromusculaire junctie: zenuwcel-spiercel
o Neurotransmitter vrijgegeven bij synaps dmv exocytose
 tijdelijk aanwezig
 Neurotransmitter = acetylcholine
o Endocytose (heropname) neurotransmitter
o Afbraak neurotransmitter dr enzymen in synaptsiche spleet
OF geïmmobiliseerd dr extracellulaire matrix

autocrien

- cellen reguleren zichzelf
 kijken hoeveel stof ze al hebben afgegeven


TYPES CHEMISCHE SIGNALEN
Amines: epinephrine = adrenaline; acetylcholine, …
Peptiden/proteïnen: insuline, angiotensin 2, …
Steroide hormonen: oestrogeen, cortisol, vitamine D, …
Eicosanoid: afgeleid van arachidonic acid bv prostaglandine
Kleine moleculen: gassen CO2, NO, amino-acids, nucleoitden, ionen (Ca2+)
temperatuur, licht, membraan stijfheid, spanning



Herkenning & ligand-receptor binding
€7,16
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
moyradilles

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
moyradilles Universiteit Antwerpen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
2 weken
Aantal volgers
0
Documenten
8
Laatst verkocht
1 week geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen