Oncogenetica – epigenetische
veranderingen (Prof. Dr. Op de Beeck)
1. Inleiding
Traditioneel: ontstaan van kanker gedreven door accumulatie van genetische
mutaties waar bevinden die zich? Hoofdzakelijk in TS genen of oncogenen.
TS gen (genen die rem leggen op celgroei, dus wanneer er mutaties
optreden dan valt deze rem weg) als we daar mutaties in verwachten,
welke soort?
o LOF (in beide allelen) recessieve mutaties je verwacht de
mutatie op beide allelen
o Geactiveerd bij mutaties
o Door activatie van oncogenen cellen delen kanker gaat
ontstaan
Bij oncogenen vooral GOF (gen krijgt een activerende functie)
mutatie in 1 allel is voldoende om het proces op gang te
brengen
Niet enkel mutaties maar ook genoom instabiliteit
Kan van verschillende bronnen komen DNA methylatie is er één van
Kenmerken van kankercellen: epigenetische merktekens gaan vervagen
DNA verliest methylatie dan krijg je genomische instabiliteit kan leiden
tot deleties
Epigenetische veranderingen leiden tot een gewijzigd expressiepatroon dat niet
veroorzaakt wordt door mutaties in het DNA. Deze veranderingen zijn mitotisch
overerfbaar.
• Opeenvolging van CpG dinucleotiden dan
gaat er methylatie plaatsvinden
gewijzigd expressiepatroon (gen wordt niet
meer overgeschreven, je verliest expressie)
• Als er DNA methylatie optreed kan er ook
geen gewijzigd patroon optreden dit is in
de minderheid van de gevallen
• DNA methylatie in de promotor regio
verlies van expressie
Gen silencing (= verlies van expressie) is
noodzakelijk voor het leven van eukaryoten. Ze zijn betrokken bij biologische
processen zoals:
Differentiatie
Imprinting: bepaalde genen die van moeder of vader worden overgeërfd en
ze geïnactiveerd worden als ze van moeder of vader worden overgeërfd
X-chromosoom inactivatie
MAAR er kan dysregulatie optreden = problemen bepaalde kankers kunnen
ontstaan.
Wat bepaalt de expressie status van een gen?
Condensatie van DNA regulatorische regio’s
o Promotor regio
o Enhancer
1
, o Insulator: dat stuk van nucleosoom minder makkelijk bereikbaar
voor TF
Aanwezigheid van transcriptiefactoren en chromatine modulerende
enzymes
Je krijgt een heel complex van mech die samen werken om ofwel gen tot
expressie te brengen of niet tot expressie te brengen daar kan
dysregulatie optreden
2. DNA methylatie
2.1. Mechanismen
Methylatie plaatsen in het humane genoom (non-CpG of CpG)
Methylatie van CpG komt meeste voor
Methylatie van CpG eiland gen repressie gen wordt niet afgeschreven
en er is dus minder expressie van het gen
CpG eilanden
o Frequentie CpG lager dan verwacht
o Door spontane deaminatie
o 50% promotoren CpG rijke gebieden
5’ UTR
Eerste exon van het gen
Soms “body” van het gen/3’ UTR
Hoe kan je CpG eilanden vinden?
Gennamen veranderen continue
Soms wordt DNA van een andere richting afgelezen belangrijk om het
eerste exon te identificeren (zit rechts en niet links)
CpG eiland aanwezig is weergeven met een blokje hier aanwezig in exon
1
GSDME = gasdermine E gevonden in een familie met erfelijke
slechthorendheid betrokken bij celdood tot expressie in huidcellen,
coloncellen
o DFNA 5: kan onder epigenetische regulatie staan
Gen dat tot expressie komt in het middenoor (orgaan van
corti) inbrengen in cellen dan zorgt dat voor celdood (soort
apoptose dat optreedt) je krijgt erfelijke slechthorendheid
Epigenetische regulatie die DFNA 5 uitschakeld waarom
zou tumor dit doen? zodat celdood mechanismen worden
uitgeschakeld
2
,50% promotoren bevat CpG eilanden waarvan de meerderheid niet gemethyleerd
is. Methylatie wordt gereguleerd door DNMTs. Deze zorgen voor de transfer van
methylgroepen van S-adenosyl-L-methionine naar CpG
DNA methyltransferase brengen een methyl merkteken via enzyme op
DNA en gaat van cytosine naar mehtylcytosine
DNA strand met op cytosine op 5de C gebeurt door DNMT en wordt als
substraat gebruikt
DNMT3A en DNMT3B leggen nieuwe methylatiepatronen vast tijdens de
ontwikkeling.
Tijdens DNA replicatie:
o DNMT1 onderhoudt het originele methylatiepatroon
o Heeft 5-30x preferentie voor hemigemethyleerde substraten ene
strand gemethyleerd en andere niet want moet nog doorgegeven
worden door DNMT1 dus tijdelijk tweede streng nog niet
gemethyleerd
DNMT1 gaat het orignele methylatiepatroon onderhouden
DNMT1 mutaties in CRC
DNMT3A mutaties in hematologische kankers
Methylatie beslissingen worden genomen in embryonale fase
Beslissingen worden behouden vele cel-generaties later
Kankergenoom: alteraties verstoren de normale functie
3. Literatuur voorbeeld
3.1. AML
3.1.1. Achtergrond
AML is een bloedziekte die vooral voorkomt in de oudere populatie
(mediane leeftijd 63 jaar)
Opstapeling van onrijpe precursoren (= cellen die niet uitgerijpt zijn tot
RBC)
o Moeheid
o Kortademigheid
o Blauwe plekken
Indien onbehandeld: overlijden na enkele weken
Behandeling: chemo (remissie) en transplantatie
3
, Biomerkers die slechte “outcome” voor AML voorspellen zijn nog niet
gekend
3.1.2. Methoden en resultaten
Resequencing AML genoom “patient 933124”
Voordien: 98 biljoen nucleotiden, SR, 91,2% coverage
Deze studie: 116,4 biljoen nucleotiden, PE, 99,6% coverage
o 1 bp deletie in DNMT3A frameshift gevolgd door premature STOP
dus nonsense mutatie
o Frameshift, gevolgd door premature STOP
Gezien dat base paar deletie heeft plaatsgevonden leidde
tot frameshift en prematuur STOP codon dus niet
functioneel en heeft vergaande gevolgen
Bijna volledige coverage van het genoom geen geschikte biomerker
gevonden patiënt opnieuw sequencen
o Met single read lees je DNA langs 1 kant maar met pair end lees je
DNA streng langs 2 kanten dit is belangrijk bij de mapping fase
makkelijker om read op humane genoom te mappen je hebt langs
2 kanten een bevestiging dat je juist bent
o Kwaliteit van sequencing gaat sterkt naar boven
3.1.3. Resultaten
Je vindt dit bij 1 patiënt dus zijn er meerder patiënten?
o Enkel kijken naar DNMT3A
gen
o Is dat iets dat frequent
voorkomt bij AML
o 188 AML patiënten
genoom
o 22% heeft mutaties in
DNMT3A komt vrij veel
voor
o Somatische events:
bloedcellen hebben het
geworven, was niet bij geboorte aanwezig
Veranderingen in DNA die enkel in die tumor
plaatsvinden/aantal cellen niet over de hele kiembaan
o Bepaalde domeinen in het gen er komen verschillende mutaties
voor (heel gamma aan mutaties)
Komt dat samen voor met karyotyperende
afwijkingen?
o DNMT3A: valt niet samen met andere
mutaties in genen voor
o Komen die samen met andere gekende
risicofactoren komen niet samen met
andere risicofactoren
o Nooit samen aanwezig
4
veranderingen (Prof. Dr. Op de Beeck)
1. Inleiding
Traditioneel: ontstaan van kanker gedreven door accumulatie van genetische
mutaties waar bevinden die zich? Hoofdzakelijk in TS genen of oncogenen.
TS gen (genen die rem leggen op celgroei, dus wanneer er mutaties
optreden dan valt deze rem weg) als we daar mutaties in verwachten,
welke soort?
o LOF (in beide allelen) recessieve mutaties je verwacht de
mutatie op beide allelen
o Geactiveerd bij mutaties
o Door activatie van oncogenen cellen delen kanker gaat
ontstaan
Bij oncogenen vooral GOF (gen krijgt een activerende functie)
mutatie in 1 allel is voldoende om het proces op gang te
brengen
Niet enkel mutaties maar ook genoom instabiliteit
Kan van verschillende bronnen komen DNA methylatie is er één van
Kenmerken van kankercellen: epigenetische merktekens gaan vervagen
DNA verliest methylatie dan krijg je genomische instabiliteit kan leiden
tot deleties
Epigenetische veranderingen leiden tot een gewijzigd expressiepatroon dat niet
veroorzaakt wordt door mutaties in het DNA. Deze veranderingen zijn mitotisch
overerfbaar.
• Opeenvolging van CpG dinucleotiden dan
gaat er methylatie plaatsvinden
gewijzigd expressiepatroon (gen wordt niet
meer overgeschreven, je verliest expressie)
• Als er DNA methylatie optreed kan er ook
geen gewijzigd patroon optreden dit is in
de minderheid van de gevallen
• DNA methylatie in de promotor regio
verlies van expressie
Gen silencing (= verlies van expressie) is
noodzakelijk voor het leven van eukaryoten. Ze zijn betrokken bij biologische
processen zoals:
Differentiatie
Imprinting: bepaalde genen die van moeder of vader worden overgeërfd en
ze geïnactiveerd worden als ze van moeder of vader worden overgeërfd
X-chromosoom inactivatie
MAAR er kan dysregulatie optreden = problemen bepaalde kankers kunnen
ontstaan.
Wat bepaalt de expressie status van een gen?
Condensatie van DNA regulatorische regio’s
o Promotor regio
o Enhancer
1
, o Insulator: dat stuk van nucleosoom minder makkelijk bereikbaar
voor TF
Aanwezigheid van transcriptiefactoren en chromatine modulerende
enzymes
Je krijgt een heel complex van mech die samen werken om ofwel gen tot
expressie te brengen of niet tot expressie te brengen daar kan
dysregulatie optreden
2. DNA methylatie
2.1. Mechanismen
Methylatie plaatsen in het humane genoom (non-CpG of CpG)
Methylatie van CpG komt meeste voor
Methylatie van CpG eiland gen repressie gen wordt niet afgeschreven
en er is dus minder expressie van het gen
CpG eilanden
o Frequentie CpG lager dan verwacht
o Door spontane deaminatie
o 50% promotoren CpG rijke gebieden
5’ UTR
Eerste exon van het gen
Soms “body” van het gen/3’ UTR
Hoe kan je CpG eilanden vinden?
Gennamen veranderen continue
Soms wordt DNA van een andere richting afgelezen belangrijk om het
eerste exon te identificeren (zit rechts en niet links)
CpG eiland aanwezig is weergeven met een blokje hier aanwezig in exon
1
GSDME = gasdermine E gevonden in een familie met erfelijke
slechthorendheid betrokken bij celdood tot expressie in huidcellen,
coloncellen
o DFNA 5: kan onder epigenetische regulatie staan
Gen dat tot expressie komt in het middenoor (orgaan van
corti) inbrengen in cellen dan zorgt dat voor celdood (soort
apoptose dat optreedt) je krijgt erfelijke slechthorendheid
Epigenetische regulatie die DFNA 5 uitschakeld waarom
zou tumor dit doen? zodat celdood mechanismen worden
uitgeschakeld
2
,50% promotoren bevat CpG eilanden waarvan de meerderheid niet gemethyleerd
is. Methylatie wordt gereguleerd door DNMTs. Deze zorgen voor de transfer van
methylgroepen van S-adenosyl-L-methionine naar CpG
DNA methyltransferase brengen een methyl merkteken via enzyme op
DNA en gaat van cytosine naar mehtylcytosine
DNA strand met op cytosine op 5de C gebeurt door DNMT en wordt als
substraat gebruikt
DNMT3A en DNMT3B leggen nieuwe methylatiepatronen vast tijdens de
ontwikkeling.
Tijdens DNA replicatie:
o DNMT1 onderhoudt het originele methylatiepatroon
o Heeft 5-30x preferentie voor hemigemethyleerde substraten ene
strand gemethyleerd en andere niet want moet nog doorgegeven
worden door DNMT1 dus tijdelijk tweede streng nog niet
gemethyleerd
DNMT1 gaat het orignele methylatiepatroon onderhouden
DNMT1 mutaties in CRC
DNMT3A mutaties in hematologische kankers
Methylatie beslissingen worden genomen in embryonale fase
Beslissingen worden behouden vele cel-generaties later
Kankergenoom: alteraties verstoren de normale functie
3. Literatuur voorbeeld
3.1. AML
3.1.1. Achtergrond
AML is een bloedziekte die vooral voorkomt in de oudere populatie
(mediane leeftijd 63 jaar)
Opstapeling van onrijpe precursoren (= cellen die niet uitgerijpt zijn tot
RBC)
o Moeheid
o Kortademigheid
o Blauwe plekken
Indien onbehandeld: overlijden na enkele weken
Behandeling: chemo (remissie) en transplantatie
3
, Biomerkers die slechte “outcome” voor AML voorspellen zijn nog niet
gekend
3.1.2. Methoden en resultaten
Resequencing AML genoom “patient 933124”
Voordien: 98 biljoen nucleotiden, SR, 91,2% coverage
Deze studie: 116,4 biljoen nucleotiden, PE, 99,6% coverage
o 1 bp deletie in DNMT3A frameshift gevolgd door premature STOP
dus nonsense mutatie
o Frameshift, gevolgd door premature STOP
Gezien dat base paar deletie heeft plaatsgevonden leidde
tot frameshift en prematuur STOP codon dus niet
functioneel en heeft vergaande gevolgen
Bijna volledige coverage van het genoom geen geschikte biomerker
gevonden patiënt opnieuw sequencen
o Met single read lees je DNA langs 1 kant maar met pair end lees je
DNA streng langs 2 kanten dit is belangrijk bij de mapping fase
makkelijker om read op humane genoom te mappen je hebt langs
2 kanten een bevestiging dat je juist bent
o Kwaliteit van sequencing gaat sterkt naar boven
3.1.3. Resultaten
Je vindt dit bij 1 patiënt dus zijn er meerder patiënten?
o Enkel kijken naar DNMT3A
gen
o Is dat iets dat frequent
voorkomt bij AML
o 188 AML patiënten
genoom
o 22% heeft mutaties in
DNMT3A komt vrij veel
voor
o Somatische events:
bloedcellen hebben het
geworven, was niet bij geboorte aanwezig
Veranderingen in DNA die enkel in die tumor
plaatsvinden/aantal cellen niet over de hele kiembaan
o Bepaalde domeinen in het gen er komen verschillende mutaties
voor (heel gamma aan mutaties)
Komt dat samen voor met karyotyperende
afwijkingen?
o DNMT3A: valt niet samen met andere
mutaties in genen voor
o Komen die samen met andere gekende
risicofactoren komen niet samen met
andere risicofactoren
o Nooit samen aanwezig
4