Alaerts)
1. iPSC-generatie
1.1. iPSC
Onbeperkt vermogen tot zelfvernieuwing
Kan differentiëren tot elk type volwassen cel
Geïnduceerd: uit gedifferentieerde somatische cellen
Pluripotente stamcellen omzetten tot eender welke cellen omzetten
Bij cardiologie omzetten naar cardiomyocyten
Cellen van patiënt compound screening
Kijken welk zal werken voor de patiënt
CRISPR/Cas mutatie verbeteren
Isogene lijn vergelijken
o Enkel de mutatie is hier dan een vershil
1.2. iPSC-generatie
Start: kweek van somatische cellen
o Huidfibroblasten
o PBMC's: WBC of cellen uit urine
o Overige
Herprogrammering met behulp van transcriptiefactoren
o Yamanaka: Oct4, Sox2, Klf4, c-Myc
1
, o “CytoTune iPS”-kit: transductie met niet-integrerende Sendai-
virusvectoren
Protocol
o Beginnen met PBMC’s
o Dag 0 transductie
o Medium vervangen naar stamcelmedium
o Regelmatig medium veranderen en zien dat je meerdere kolonies
gaat vormen
Fibroblasten die kleiner worden = dedifferentiëren
Kolonie picking
1.3. iPSC-validatie
Immunokleuring, flowcytometrie en/of qPCR van pluripotentiemarkers
Potentieel om te differentiëren in 3 kiemlagen: gerichte differentiatie naar
endoderm, mesoderm en ectoderm
Zijn het goede iPSCs
Merkers voor pluripotentie
OCT3 en 4 zijn TF dus bevinden zich in de kern van de cellen
Verschillende pluripotentiefactoren tot expressie brengen is een goede
pluripotente cel
Factoren toevoegen die je cellen doen veranderen naar bv endoderm
cellen, ectoderm cellen of mesoderm cellen kiemlagen
o Van kiemlagen naar eender welk type cel
2. Differentiatie tot cardiomyocyten
Goede iPSC dan verder gaan
Om de 3 dagen extra doen groeien groeien heel snel
2
,2.1. Differentiatie tot iPSC-CM
iPSC richting mesoderm induceerd Wnt pathway pathway stoppen
met Wnt-C59 voor 2 dagen cellen veranderen cardiomyocyten
rond dag 8 cellen beginnen kloppen
Hoe ouder cellen worden, hoe moeilijk het is om ze terug uit elkaar te
houden
Uit elkaar halen en invriezen om ze terug te kunnen gebruiken
Rond dag 30-40 pas echt de functie bekijken van de cardiomyocyten
2.2. iPSC-CM validatie
Immunokleuring en/of qPCR van CM-specifieke markers
o Kijken naar merkers van cardiomyocyten
o Sarcomeren
o qPCR voor specifieke merkers ionenkanalen en structurele
eiwitten
o Goed tot expressie dan heb je goede cellen gemaakt
2.3. iPSC-CM opmerkingen
Verschillende soorten cardiomyocyten!
o Verschillende protocols om verschillende cardiomyocyten te maken
o Andere soorten groeifactoren toevoegen bijvoorbeeld
o Cellen immatuur
Foetale CM's: Klopt jaren mooi samen en dit moet op 40 dagen dus eerder
foetale hartcel
o Structureel: ongeorganiseerde sarcomeren, onvolgroeide
ultrastructuur zonder t-tubuli.
o Elektrofysiologische verschillen met natuurlijke CM's: RMP minder
negatief (spontane hartslag), trage opwaartse AP, lagere dichtheid
van K+-stromen.
Cellen meer doen matureren via
o Electrisch stimuleren
3
, o Mechanisch door ze mee te rekken
o Debris hormoon en vetzuren toevoegen
2.4. 3D
2.4.1.Cardiale ‘organoiden’
Organoids maken = 3D orgaan
Sterkte bepalen/contractiliteit
Weefsel nabootsen
Kleine druppels vol hartspiercellen
Toekomst is om een heel hart te maken
2.4.2.EHT = Engineered heart tissue
Gel maken van varkenshart en hierin
cardiomyocyten laten groeien in bepaalde structuur
2.4.3.Cardiale microweefsels
Endotheelcellen en cardiale fibroblasten samenvoegen en je krijgt
weefsel dat op hart lijkt
Klein voor high thoughput
Meer fysiologisch systeem door al deze dingen samen te voegen
Cardiomyocyten zijn matuurder
4