Brede kijk 1: kijken vnuit mens & samenleving.
Deel 1) Menselijk lichaam.
2) Het menselijk lichaam. Hoe ziet het eruit?
2.1) De lichaamsdelen & het gezicht.
→ Kinderen leren uitwendige bouw kennen dr liedjes.
3) Het menselijk lichaam. Hoe werkt het?
3.1 Het skelet (zie foto p.5)
• Zonder geraamte --> lichaam instorten onder eigen gewicht.
Functie geraamte:
- Ondersteunen= stevigheid.
- Beschermen vn (kwetsbare) organen.
Vb: hersenen ingesloten in schedel, hart & longen dr ribben, ...
- Aanhechting spieren.
• Kalk weg uit bot --> stevigheid weg.
• Bij opheffen vn arm --> bepaalde spieren korter worden.
3.1.1 Kraakbeen: de schokdemper vn lichaam.
• = schokdemper vn lichaam.
• Springen, lopen, dansen nt mogelijk zonder steun vn bot.
• Benen alleen uit bot bestaan => zware schokken vn bot tt bot doorgegeven.
• Kraakbeenkussens die gewrichten bekleden voorkomen dat.
• Kraakbeen is:
- Taai
- Heel sterk
- Buigzaam
- Terugveren wnr onder druk heeft gestaan.
Vb: oorschelp, neusvleugel.
Functie kraakbeen:
- Beschermen
- Glijbeweging
- Kniepijn komt dr slijtage
1
, Grootste bot => dijbeen
Kleinste bot=> stijgbeugel (in oor)
3.1.2 Soorten gewrichten.
Def: gewricht= bestaat uit 2 of meer botten die tgn elkaar bewegen.
Belang:
• Vlot kunnen bewegen.
• Gewrichten =>uiteinden vn botten bekleed mt kraakbeen.
• Rond gewricht --> gewrichtskapsel.
• Binnenkant kapsel --> gewrichtsholte.
• Vloeistof zorgt vr soepele bewegingen.
3 soorten gewrichten:
1) Scharniergewricht:
- In 1 richting bewegen.
- Vb: elleboog
2) Rolgewricht:
- 2 botten rollen over elkaar.
- Vb: in onderarm, spaakbeen & ellepijp om elkaar bewegen --> handen
kunnen draaien.
3) Kogelgewricht:
- Heeft kogel & kom.
- In vele richtingen bewegen.
- Vb: schouder & heup.
• In sommige gewrichten andere structuren => botten beschermen+ soepel
bewegen.
Vb: meniscus in knie.
• Botten blijven bij elkaar dr gewrichtsbanden/ ligamenten.
3.2 Het beweging- en spierstelsel.
• Spieren zitten aan botten vast mt elastisch weefsel: pezen.
Wat:
- Verzameling vn vezels.
- Kunnen samentrekken.
2
, - Drdr kracht uitoefenen.
Hoe:
- Spieren alleen trekken, nt duwen.
- Aan bot zitten 2 spieren--> ene trekt & andere ook mr in tegenovergestelde
richting.
Functies spieren:
• Kunnen bewegen.
• Onderdelen op juiste plaats houden.
• Belangrijke rol bij functie vn organen:
- Hartspier → bloed voortstuwen dr het lichaam.
- Spier i/d darmwand → voedsel voortbewegen dr ritmische samentrekking.
- Spier in bloedvatwanden → bloedvoorziening aan verschillende delen v/h
lichaam.
3.3 Het zenuwstelsel.
Wat:
- Hersenen
- Ruggenmerg
- Zenuwen
- Zenuwstelsel zorgt vr verbindingen tss hersengebieden onderling --> tss
hersenen & rest vn lichaam.
Zenuwstelsel speelt:
• Coördinerende rol bij alle handelingen => aansturen spieren.
• Verwerken vn zintuigelijke prikkels & emotionele, verstandelijke processen.
=> Onderverdeeld in centrale zenuwstelsel & perifere zenuwstelsel.
Hoe opgebouwd:
- Centrale hersenen
o Grote hersenen
o Kleine hersenen
o Hersenstam
o Ruggenmerg
- Perifere zenuwstelsel
o Motorische & sensorische zenuwen
3.3.1 Het centrale zenuwstelsel.
Bestaat uit:
• Grote hersenen
• Kleine hersenen
3
, • Hersenstam
• Ruggenmerg
Grote hersenen:
• Verwerken impulsen vn sensorische zenuwcellen.
• Reguleren vrijwillige bewegingen.
• Emotionele & verstandelijke processen vinden plaats --> redeneren, plannen,
geheugen, ...
Kleine hersenen:
• Liggen onder & achter grote hersenen.
• Coördineren bewegingen & bewaren evenwicht.
Hersenstam:
• Verbindt hersenen mt ruggenmerg om:
- Bewustzijn, hartslag, ademhaling, temperatuur & bloeddruk te regelen.
• Verantwoordelijk vr automatische reflexen.
Ruggenmerg:
• Bundel vn zenuwbanen in wervelkolom --> geleiden prikkels vn hersenen nr
lichaam & trg.
3.3.2 Perifere zenuwstelsel.
Bestaat uit:
• Motorische & sensorische zenuwen.
• Motorische zenuwen: info vn hersenen aan spieren geven.
• Sensorische zenuwen: info aan hersenen dr over pijn, warmte, kou & positie vn
ledematen (zintuiglijke waarnemingen).
3.4 De huid
3.5 Het hormonenstelsel.
• Hormonen=chemische stoffen.
(Adrenaline, insuline, …)
• Vervoerd via bloedsomloop.
• Specifieke functie vr bepaalde organen & weefsels
• Worden op verschillende plaatsen aangemaakt.
• Hormonen in schildklier geproduceerd --> energievoorziening regelen vn
lichaam.
Wt is schildklier:
4
Deel 1) Menselijk lichaam.
2) Het menselijk lichaam. Hoe ziet het eruit?
2.1) De lichaamsdelen & het gezicht.
→ Kinderen leren uitwendige bouw kennen dr liedjes.
3) Het menselijk lichaam. Hoe werkt het?
3.1 Het skelet (zie foto p.5)
• Zonder geraamte --> lichaam instorten onder eigen gewicht.
Functie geraamte:
- Ondersteunen= stevigheid.
- Beschermen vn (kwetsbare) organen.
Vb: hersenen ingesloten in schedel, hart & longen dr ribben, ...
- Aanhechting spieren.
• Kalk weg uit bot --> stevigheid weg.
• Bij opheffen vn arm --> bepaalde spieren korter worden.
3.1.1 Kraakbeen: de schokdemper vn lichaam.
• = schokdemper vn lichaam.
• Springen, lopen, dansen nt mogelijk zonder steun vn bot.
• Benen alleen uit bot bestaan => zware schokken vn bot tt bot doorgegeven.
• Kraakbeenkussens die gewrichten bekleden voorkomen dat.
• Kraakbeen is:
- Taai
- Heel sterk
- Buigzaam
- Terugveren wnr onder druk heeft gestaan.
Vb: oorschelp, neusvleugel.
Functie kraakbeen:
- Beschermen
- Glijbeweging
- Kniepijn komt dr slijtage
1
, Grootste bot => dijbeen
Kleinste bot=> stijgbeugel (in oor)
3.1.2 Soorten gewrichten.
Def: gewricht= bestaat uit 2 of meer botten die tgn elkaar bewegen.
Belang:
• Vlot kunnen bewegen.
• Gewrichten =>uiteinden vn botten bekleed mt kraakbeen.
• Rond gewricht --> gewrichtskapsel.
• Binnenkant kapsel --> gewrichtsholte.
• Vloeistof zorgt vr soepele bewegingen.
3 soorten gewrichten:
1) Scharniergewricht:
- In 1 richting bewegen.
- Vb: elleboog
2) Rolgewricht:
- 2 botten rollen over elkaar.
- Vb: in onderarm, spaakbeen & ellepijp om elkaar bewegen --> handen
kunnen draaien.
3) Kogelgewricht:
- Heeft kogel & kom.
- In vele richtingen bewegen.
- Vb: schouder & heup.
• In sommige gewrichten andere structuren => botten beschermen+ soepel
bewegen.
Vb: meniscus in knie.
• Botten blijven bij elkaar dr gewrichtsbanden/ ligamenten.
3.2 Het beweging- en spierstelsel.
• Spieren zitten aan botten vast mt elastisch weefsel: pezen.
Wat:
- Verzameling vn vezels.
- Kunnen samentrekken.
2
, - Drdr kracht uitoefenen.
Hoe:
- Spieren alleen trekken, nt duwen.
- Aan bot zitten 2 spieren--> ene trekt & andere ook mr in tegenovergestelde
richting.
Functies spieren:
• Kunnen bewegen.
• Onderdelen op juiste plaats houden.
• Belangrijke rol bij functie vn organen:
- Hartspier → bloed voortstuwen dr het lichaam.
- Spier i/d darmwand → voedsel voortbewegen dr ritmische samentrekking.
- Spier in bloedvatwanden → bloedvoorziening aan verschillende delen v/h
lichaam.
3.3 Het zenuwstelsel.
Wat:
- Hersenen
- Ruggenmerg
- Zenuwen
- Zenuwstelsel zorgt vr verbindingen tss hersengebieden onderling --> tss
hersenen & rest vn lichaam.
Zenuwstelsel speelt:
• Coördinerende rol bij alle handelingen => aansturen spieren.
• Verwerken vn zintuigelijke prikkels & emotionele, verstandelijke processen.
=> Onderverdeeld in centrale zenuwstelsel & perifere zenuwstelsel.
Hoe opgebouwd:
- Centrale hersenen
o Grote hersenen
o Kleine hersenen
o Hersenstam
o Ruggenmerg
- Perifere zenuwstelsel
o Motorische & sensorische zenuwen
3.3.1 Het centrale zenuwstelsel.
Bestaat uit:
• Grote hersenen
• Kleine hersenen
3
, • Hersenstam
• Ruggenmerg
Grote hersenen:
• Verwerken impulsen vn sensorische zenuwcellen.
• Reguleren vrijwillige bewegingen.
• Emotionele & verstandelijke processen vinden plaats --> redeneren, plannen,
geheugen, ...
Kleine hersenen:
• Liggen onder & achter grote hersenen.
• Coördineren bewegingen & bewaren evenwicht.
Hersenstam:
• Verbindt hersenen mt ruggenmerg om:
- Bewustzijn, hartslag, ademhaling, temperatuur & bloeddruk te regelen.
• Verantwoordelijk vr automatische reflexen.
Ruggenmerg:
• Bundel vn zenuwbanen in wervelkolom --> geleiden prikkels vn hersenen nr
lichaam & trg.
3.3.2 Perifere zenuwstelsel.
Bestaat uit:
• Motorische & sensorische zenuwen.
• Motorische zenuwen: info vn hersenen aan spieren geven.
• Sensorische zenuwen: info aan hersenen dr over pijn, warmte, kou & positie vn
ledematen (zintuiglijke waarnemingen).
3.4 De huid
3.5 Het hormonenstelsel.
• Hormonen=chemische stoffen.
(Adrenaline, insuline, …)
• Vervoerd via bloedsomloop.
• Specifieke functie vr bepaalde organen & weefsels
• Worden op verschillende plaatsen aangemaakt.
• Hormonen in schildklier geproduceerd --> energievoorziening regelen vn
lichaam.
Wt is schildklier:
4