Brede kijk 1:
Kijken vanuit mens en samenleving:
H1: Het menselijk lichaam
Kinderliedje: hoofd, schouder, knie en teen
- Kinderen leren hun lichaam ontdekken op een jonge leeftijd
- Opvoeders begeleiden hen en geven correcte informatie aan de
kleuters op een toffe manier (liedje)
- We ontdekken de wereld vanuit ons menselijk lichaam
3.1: het skelet
Functies skelet:
- Kwetsbare organen van het lichaam beschermen (hersenen
ingesloten door schedel, hart en longen beschermd door kooi van
ribben, de ogen door de stevige oogkassen
- Het stevige, benige skelet biedt alle aanhechtingsmogelijksheden
voor de spieren
- Ondersteunen ons, geven ons lichaam stevigheid (kalk weg
stevigheid weg
Het grootste bot dijbeen
Het kleinste bot stijgbeugel in oor
3.1.1: kraakbeen: schokdemper van het lichaam
- Taai, sterk en buigzaam
- Kraakbeenkussens bekleden de gewrichten
3.1.2: soorten gewrichten
Gewricht bestaat uit 2 of meer botten die tegen elkaar bewegen. Uiteinde
van de botten bekleed met kraakbeen. Rond gewricht zit een kapsel
hierin zit gewrichtsholte
- Scharniergewricht gewone scharnier, 1 richting bewegen
(elleboog)
- Rolgewricht rollen twee botten over elkaar heen (pols)
- Kogelgewricht kogel in een kom, beweegt in veel richtingen
(heup)
3.2: het beweging- en spierstelsel
Verzameling van vezels, deze kunnen zich samentrekken en daardoor
kracht uitoefenen. Spieren kunnen alleen trekken en niet duwen. Elk
beweeglijk bot zit dus aan twee spieren. De ene trekt in de ene richting en
, de andere in de tegenovergestelde richting. De spieren zitten aan de
botten vast met elastisch weefsel de pezen
Spieren maken niet alleen beweging mogelijk maar houden ook de
verschillende onderdelen op de juiste plaats.
Ze spelen ook een belangrijke rol bij de functie van de organen.
- Hartspier stuwt bloed voort
- Spierweefsel in de wanden en bloedvaten helpt bij de
bloedvoorzieningen van verschillende delen van het lichaam
- Alle klieren en hun kanalen bevatten spieren
- Darmwand beweegt voedsel voort door ritmische samentrekking
3.3: zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit:
- De hersenen
- Het ruggenmerg
- De zenuwen
Het zenuwstelsel zorgt voor verbindingen tussen verschillende
hersengebieden onderling. Het speelt ook een coördineerde rol bij alle
handelingen zoals het aansturen van spieren, verwerken van zintuigelijke
prikkels. Het wordt onderverdeeld in het centrale zenuwstelsel en het
perifere zenuwstelsel.
3.3.1: het centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen, de kleine hersenen en het
ruggenmerg
Grote hersenen:
Verwerken impulsen van sensorische zenuwcellen, reguleren vrijwillige
bewegingen en daar vinden ook emotionele en verstandelijke processen
plaats (logisch redeneren, plannen, geheugen en emotie)
Kleine hersenen:
Even groot als een perzik en liggen onder en achter de grote hersenen. Ze
coördineren de bewegingen en bewaren het evenwicht.
Hersenstam:
Verbindt de hersenen met het ruggenmerg om bewustzijn, hartslag,
ademhaling, lichaamstemperatuur en bloeddruk te regelen. Ook
verantwoordelijk voor de automatische reflexen.
Het ruggenmerg:
Bundel van zenuwbanen in de wervelkolom die prikkels geleiden van de
hersenen naar het lichaam en terug.
Kijken vanuit mens en samenleving:
H1: Het menselijk lichaam
Kinderliedje: hoofd, schouder, knie en teen
- Kinderen leren hun lichaam ontdekken op een jonge leeftijd
- Opvoeders begeleiden hen en geven correcte informatie aan de
kleuters op een toffe manier (liedje)
- We ontdekken de wereld vanuit ons menselijk lichaam
3.1: het skelet
Functies skelet:
- Kwetsbare organen van het lichaam beschermen (hersenen
ingesloten door schedel, hart en longen beschermd door kooi van
ribben, de ogen door de stevige oogkassen
- Het stevige, benige skelet biedt alle aanhechtingsmogelijksheden
voor de spieren
- Ondersteunen ons, geven ons lichaam stevigheid (kalk weg
stevigheid weg
Het grootste bot dijbeen
Het kleinste bot stijgbeugel in oor
3.1.1: kraakbeen: schokdemper van het lichaam
- Taai, sterk en buigzaam
- Kraakbeenkussens bekleden de gewrichten
3.1.2: soorten gewrichten
Gewricht bestaat uit 2 of meer botten die tegen elkaar bewegen. Uiteinde
van de botten bekleed met kraakbeen. Rond gewricht zit een kapsel
hierin zit gewrichtsholte
- Scharniergewricht gewone scharnier, 1 richting bewegen
(elleboog)
- Rolgewricht rollen twee botten over elkaar heen (pols)
- Kogelgewricht kogel in een kom, beweegt in veel richtingen
(heup)
3.2: het beweging- en spierstelsel
Verzameling van vezels, deze kunnen zich samentrekken en daardoor
kracht uitoefenen. Spieren kunnen alleen trekken en niet duwen. Elk
beweeglijk bot zit dus aan twee spieren. De ene trekt in de ene richting en
, de andere in de tegenovergestelde richting. De spieren zitten aan de
botten vast met elastisch weefsel de pezen
Spieren maken niet alleen beweging mogelijk maar houden ook de
verschillende onderdelen op de juiste plaats.
Ze spelen ook een belangrijke rol bij de functie van de organen.
- Hartspier stuwt bloed voort
- Spierweefsel in de wanden en bloedvaten helpt bij de
bloedvoorzieningen van verschillende delen van het lichaam
- Alle klieren en hun kanalen bevatten spieren
- Darmwand beweegt voedsel voort door ritmische samentrekking
3.3: zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit:
- De hersenen
- Het ruggenmerg
- De zenuwen
Het zenuwstelsel zorgt voor verbindingen tussen verschillende
hersengebieden onderling. Het speelt ook een coördineerde rol bij alle
handelingen zoals het aansturen van spieren, verwerken van zintuigelijke
prikkels. Het wordt onderverdeeld in het centrale zenuwstelsel en het
perifere zenuwstelsel.
3.3.1: het centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de grote hersenen, kleine hersenen, de kleine hersenen en het
ruggenmerg
Grote hersenen:
Verwerken impulsen van sensorische zenuwcellen, reguleren vrijwillige
bewegingen en daar vinden ook emotionele en verstandelijke processen
plaats (logisch redeneren, plannen, geheugen en emotie)
Kleine hersenen:
Even groot als een perzik en liggen onder en achter de grote hersenen. Ze
coördineren de bewegingen en bewaren het evenwicht.
Hersenstam:
Verbindt de hersenen met het ruggenmerg om bewustzijn, hartslag,
ademhaling, lichaamstemperatuur en bloeddruk te regelen. Ook
verantwoordelijk voor de automatische reflexen.
Het ruggenmerg:
Bundel van zenuwbanen in de wervelkolom die prikkels geleiden van de
hersenen naar het lichaam en terug.