Hoofdstuk 1: De basis en structuur van het internationaal recht
1.1. Introductie (Introduction)
Internationaal recht wordt traditioneel gedefinieerd als het rechtssysteem dat onderlinge relaties van
soevereine staten en hun rechten en plichten ten opzichte van elkaar reguleert, maar daaraan moeten nog een
groot aantal andere actoren worden toegevoegd, met name internationale organisaties en individuen die ook
rechten en/of plichten hebben onder het internationaal recht. In een internationaal rechtssysteem is er geen
wetgevende of uitvoerende macht. Hoewel er dan een aantal internationale rechtbanken zijn opgericht over
de jaren, is er geen verplichte en goed gevestigde procedure voor de beslechting van juridische geschillen. Het
internationaal recht is in feite een gedecentraliseerd rechtssysteem waarbij het primair aan de rechtssubjecten
zelf is om de wet te creëren, te interpreteren en te handhaven.
1.2. De geschiedenis van het internationaal recht (A brief history of international
law)
De kapitein van Frankrijk werd in de boeien geslagen in Turkije. Heeft Turkije het internationaal
recht hiermee overtreden?
- Nee. Als eerste zien we de relaties tussen staten en dat het internationaal recht de relaties
tussen de staten regelt. Als eerst zien we de instemming (= zijn de rechtsregels die staten
binden enkel en alleen uit vrije wil). Het Hof zegt dat de restricties op de onafhankelijkheid
van staten niet verondersteld dat ze daaraan deelnemen of niet. Het tweede principe in het
internationaal recht van co-existence en samenwerking. Het Hof beschrijft dit als een
systeem dat er bestaat en zegt dat je je niet moet bemoeien met andere staten omdat zo het
internationaal recht ervoor kan zorgen dat het kan functioneren en we samen kunnen
werken.
- De voornaamste ambitie: stabiliteit creëren door samenwerking om zo dergelijke
oorlogen te vermijden. Door te zeggen dat alle staten gelijk zijn en zich niet moeten
bemoeien, probeert het internationaal recht orde te brengen. → DIT NOEMT OOK
SOEVEREINITEIT= “Elke staat heeft het hoogste gezag binnen zijn grenzen”
SOEVEREINE GELIJKHEID = “Geen staat mag macht uitoefenen over een andere.”
→ De Europese rechtsorde (Vrede van Westfalen 1648) ligt aan de basis van de Europese
rechtsorde. Dit was een keerpunt omdat men een internationale orde hier probeerde te
creëren uit een veelvoud van ‘staten’ van gelijke juridische betekenis. Wat aanvankelijk
slechts was opgevat als een concept van orde voor het door oorlog verscheurde continentale
Europa, verspreidde zich naar de van de wereld en tot op heden blijft het een belangrijke
bouwsteen voor het internationaal recht.
1.3. De structuur van het internationaal recht (The structures of international law)
, Introductie
Sinds de Vrede van Westfalen is het centrum van het internationale systeem de soevereine staat, en de
internationale SL is in de eerste plaats een SL van individuele nationale staten. Het concept van de staat als
een soeverein kapt het primaire doel van het internationale recht te verklaren. Het internationaal recht kan
het beste worden opgevat vanuit het standpunt van het nationaal recht en als een antwoord op de behoefte
van een advocaat aan juridische regels en principes die het nationale rechtssysteem aanvullen. In essentie
dient het internationale recht dus als een aanvulling op het nationale recht- als een residual legal system-
waarvan de reikwijdte niet onafhankelijk van het nationale recht kan worden bepaald. Alleen wanneer een
kwestie van belang is voor meer dan één nationale soeverein, komt het internationaal recht in beeld.
Het internationale coëxistentie recht
Dit bevat de juridische antwoorden op vragen die inherent van belang zijn voor meer dan één staat en die
nodig zijn om de bevoegdheden van de soevereine staten te scheiden en zo vreedzame coëxistentie te
handhaven. Hiervan zijn de fundamentele beginselen van het verdragsrecht en de (secundaire) juridische
beginselen over de aansprakelijkheid van staten opgenomen. Als structuur is het coexistence recht primair
horizontaal in de zin dat het zich voornamelijk bezighoudt met de manier waarop soevereine staten met en
tussen elkaar omgaan. Het houdt zich minder bezig met hoe soevereine autoriteit wordt geconstitueerd of
uitgeoefend in relatie tot de burgers binnen de staat.
Het internationale recht van samenwerking
Hier vindt men de juridische antwoorden op kwesties die niet inherent van belang zijn voor twee of meer
staten, maar die internationaal zijn gemaakt door de aanvaarding van een verdrag. De kwesties zijn van
internationaal karakter, omdat verdragen internationale ovk zijn die worden beheerst door het internationaal
recht. Het internationaal recht van samenwerking is veel ‘jonger’ dan het coexistenierecht.
1.4. The basis van de internationale verplichting (The basis of international
obligation)
De theorie van het internationale recht heeft moeite gehad om staatssoevereiniteit te verzoenen met
internationale verplichting. Als een staat werkelijk soeverein is en het juridische subject van niemand, hoe
kan hij dan gebonden zijn aan het internationale recht? Het lijkt er daarom op dat de staat ofwel soeverein is,
en dus niet gebonden is aan het internationaal recht, ofwel gebonden is aan het internationale recht, en dus
niet soeverein is. Er is echter geen onoverbrugbare spanning tussen soevereiniteit en internationale juridische
verplichtingen. Dus als iemand buiten het recht kijkt voor de vraag van waarom het internationaal recht
bindend is, dan worden de zaken minder gecompliceerd. Het bestaan van een meerderheid van soevereine
staten rechtvaardigt het bindend karakter van het internationaal recht.
1.1. Introductie (Introduction)
Internationaal recht wordt traditioneel gedefinieerd als het rechtssysteem dat onderlinge relaties van
soevereine staten en hun rechten en plichten ten opzichte van elkaar reguleert, maar daaraan moeten nog een
groot aantal andere actoren worden toegevoegd, met name internationale organisaties en individuen die ook
rechten en/of plichten hebben onder het internationaal recht. In een internationaal rechtssysteem is er geen
wetgevende of uitvoerende macht. Hoewel er dan een aantal internationale rechtbanken zijn opgericht over
de jaren, is er geen verplichte en goed gevestigde procedure voor de beslechting van juridische geschillen. Het
internationaal recht is in feite een gedecentraliseerd rechtssysteem waarbij het primair aan de rechtssubjecten
zelf is om de wet te creëren, te interpreteren en te handhaven.
1.2. De geschiedenis van het internationaal recht (A brief history of international
law)
De kapitein van Frankrijk werd in de boeien geslagen in Turkije. Heeft Turkije het internationaal
recht hiermee overtreden?
- Nee. Als eerste zien we de relaties tussen staten en dat het internationaal recht de relaties
tussen de staten regelt. Als eerst zien we de instemming (= zijn de rechtsregels die staten
binden enkel en alleen uit vrije wil). Het Hof zegt dat de restricties op de onafhankelijkheid
van staten niet verondersteld dat ze daaraan deelnemen of niet. Het tweede principe in het
internationaal recht van co-existence en samenwerking. Het Hof beschrijft dit als een
systeem dat er bestaat en zegt dat je je niet moet bemoeien met andere staten omdat zo het
internationaal recht ervoor kan zorgen dat het kan functioneren en we samen kunnen
werken.
- De voornaamste ambitie: stabiliteit creëren door samenwerking om zo dergelijke
oorlogen te vermijden. Door te zeggen dat alle staten gelijk zijn en zich niet moeten
bemoeien, probeert het internationaal recht orde te brengen. → DIT NOEMT OOK
SOEVEREINITEIT= “Elke staat heeft het hoogste gezag binnen zijn grenzen”
SOEVEREINE GELIJKHEID = “Geen staat mag macht uitoefenen over een andere.”
→ De Europese rechtsorde (Vrede van Westfalen 1648) ligt aan de basis van de Europese
rechtsorde. Dit was een keerpunt omdat men een internationale orde hier probeerde te
creëren uit een veelvoud van ‘staten’ van gelijke juridische betekenis. Wat aanvankelijk
slechts was opgevat als een concept van orde voor het door oorlog verscheurde continentale
Europa, verspreidde zich naar de van de wereld en tot op heden blijft het een belangrijke
bouwsteen voor het internationaal recht.
1.3. De structuur van het internationaal recht (The structures of international law)
, Introductie
Sinds de Vrede van Westfalen is het centrum van het internationale systeem de soevereine staat, en de
internationale SL is in de eerste plaats een SL van individuele nationale staten. Het concept van de staat als
een soeverein kapt het primaire doel van het internationale recht te verklaren. Het internationaal recht kan
het beste worden opgevat vanuit het standpunt van het nationaal recht en als een antwoord op de behoefte
van een advocaat aan juridische regels en principes die het nationale rechtssysteem aanvullen. In essentie
dient het internationale recht dus als een aanvulling op het nationale recht- als een residual legal system-
waarvan de reikwijdte niet onafhankelijk van het nationale recht kan worden bepaald. Alleen wanneer een
kwestie van belang is voor meer dan één nationale soeverein, komt het internationaal recht in beeld.
Het internationale coëxistentie recht
Dit bevat de juridische antwoorden op vragen die inherent van belang zijn voor meer dan één staat en die
nodig zijn om de bevoegdheden van de soevereine staten te scheiden en zo vreedzame coëxistentie te
handhaven. Hiervan zijn de fundamentele beginselen van het verdragsrecht en de (secundaire) juridische
beginselen over de aansprakelijkheid van staten opgenomen. Als structuur is het coexistence recht primair
horizontaal in de zin dat het zich voornamelijk bezighoudt met de manier waarop soevereine staten met en
tussen elkaar omgaan. Het houdt zich minder bezig met hoe soevereine autoriteit wordt geconstitueerd of
uitgeoefend in relatie tot de burgers binnen de staat.
Het internationale recht van samenwerking
Hier vindt men de juridische antwoorden op kwesties die niet inherent van belang zijn voor twee of meer
staten, maar die internationaal zijn gemaakt door de aanvaarding van een verdrag. De kwesties zijn van
internationaal karakter, omdat verdragen internationale ovk zijn die worden beheerst door het internationaal
recht. Het internationaal recht van samenwerking is veel ‘jonger’ dan het coexistenierecht.
1.4. The basis van de internationale verplichting (The basis of international
obligation)
De theorie van het internationale recht heeft moeite gehad om staatssoevereiniteit te verzoenen met
internationale verplichting. Als een staat werkelijk soeverein is en het juridische subject van niemand, hoe
kan hij dan gebonden zijn aan het internationale recht? Het lijkt er daarom op dat de staat ofwel soeverein is,
en dus niet gebonden is aan het internationaal recht, ofwel gebonden is aan het internationale recht, en dus
niet soeverein is. Er is echter geen onoverbrugbare spanning tussen soevereiniteit en internationale juridische
verplichtingen. Dus als iemand buiten het recht kijkt voor de vraag van waarom het internationaal recht
bindend is, dan worden de zaken minder gecompliceerd. Het bestaan van een meerderheid van soevereine
staten rechtvaardigt het bindend karakter van het internationaal recht.