100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting begrippenlijst-ontw.p boek: groot worden

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
32
Geüpload op
06-11-2025
Geschreven in
2025/2026

In dit document vind je alle begrippen uit het boek groot worden met uitleg en verwijzing naar paginas uit dat boek












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Defenities
Geüpload op
6 november 2025
Aantal pagina's
32
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

8-maandenangst (p. 93) Angstfase bij baby’s rond 8 maanden; kind schrikt of huilt bij
vreemden omdat het onderscheid maakt tussen vertrouwde
en onbekende personen.

Aangeboren afwijking (p. Een lichamelijke of genetische afwijking die al bij de
196) geboorte aanwezig is.

Aarzelen(d) spreken (p. Onvloeiend of onzeker spreken; komt vaak voor bij jonge
171) kinderen die hun taal nog aan het ontwikkelen zijn.

Accommodatie (p. 97) Aanpassen van bestaande kennis of denkstructuren om
nieuwe informatie te begrijpen (term uit Piaget’s cognitieve
ontwikkelingstheorie).

Achievement (p. 297) Prestatiegericht gedrag of motivatie om doelen te bereiken
en succesvol te zijn.

Adaptatie (p. 96–98) Aanpassing aan de omgeving; het evenwicht tussen
assimilatie (nieuwe info inpassen) en accommodatie
(aanpassen van schema’s).

Afhankelijkheid (p. 140, De mate waarin iemand steun of zorg van anderen nodig
144, 158, 308) heeft.
• Biologische afhankelijkheid – lichamelijke behoefte
(bijv. aan drugs of voeding).
• Psychische afhankelijkheid – geestelijke behoefte aan
iemand of iets.

Agressie (p. 142–143, 148, Gedrag dat bedoeld is om schade te berokkenen, lichamelijk
215, 222, 307) of verbaal; kan uit frustratie of machtsbehoefte ontstaan.

Alcoholgebruik (p. 50, 57,
308) Consumptie van alcohol; bij jongeren kan dit negatieve
invloed hebben op hersenontwikkeling en zelfcontrole


Anale fase (p. 37, 82, 143) Ontwikkelingsfase (2–3 jaar) volgens Freud, waarin
zindelijkheid centraal staat en controle over het lichaam
wordt belangrijk.

Animisme (p. 134) Denken dat levenloze dingen gevoelens of bedoelingen
hebben (bijv. “de zon lacht naar mij”).

Anorexia nervosa (p. 311– Eetstoornis waarbij iemand extreem weinig eet uit angst om
312) aan te komen, met verstoord lichaamsbeeld.

Anticonceptie (p. 284, 288) Middelen of methoden om zwangerschap te voorkomen.

Antropomorfisme (p. 134) Toeschrijven van menselijke eigenschappen aan dieren of
voorwerpen (lijkt op animisme).

Apgar-score (p. 59) Test om de toestand van een pasgeborene direct na de
geboorte te beoordelen op ademhaling, hartslag, kleur,
spierspanning en reflexen.

,8-maandenangst (p. 93) Angstfase bij baby’s rond 8 maanden; kind schrikt of huilt bij
vreemden omdat het onderscheid maakt tussen vertrouwde
en onbekende personen.

Aangeboren afwijking (p. Een lichamelijke of genetische afwijking die al bij de
196) geboorte aanwezig is.

Articulatie (p. 213) Duidelijke uitspraak van klanken bij het spreken.

Artificialisme (p. 134) Het kind denkt dat natuurlijke verschijnselen door mensen of
hogere wezens zijn gemaakt (bijv. “mensen hebben de
regen gemaakt”).

Assimilatie (p. 97) Nieuwe informatie inpassen in bestaande kennisstructuren
(tegenhanger van accommodatie).

Asynchrone groei (p. 117) Ongelijke ontwikkeling van lichaamsdelen of functies (bijv.
puberteit: armen groeien sneller dan romp).

Attention Deficit Aandachts- en impulsiviteit stoornis; kenmerken zijn
Hyperactivity Disorder hyperactiviteit, concentratieproblemen en impulsief gedrag.
(ADHD) (p. 196, 246–252)


Autisme (p. 24, 157–158, Ontwikkelingsstoornis met beperkingen in sociale interactie,
161, 197) communicatie en verbeelding.

Auto-erotisch gedrag (p. Vroege vorm van seksuele zelfstimulatie bij jonge kinderen.
85)

Autonomie (p. 32–33, 92, Zelfstandigheid; het vermogen om eigen keuzes te maken
110, 144–145, 158, 270, en onafhankelijk te handelen.
285, 312)

Baarmoeder (p. 42, 46–47, Orgaan in het lichaam van de vrouw waarin het embryo zich
51, 53–54, 56, 60–61, 78) ontwikkelt tot baby.

Babyacne (p. 62) Onschuldige puistjes op het gezicht van pasgeborenen;
verdwijnen vanzelf.

Babytaal (p. 107) Eenvoudige, hoge en herhalende manier van spreken die
volwassenen gebruiken tegen baby’s.

Basisbehoeften (p. 30, 32– Fundamentele (belangrijk) menselijke noden zoals
33, 150, 152) veiligheid, liefde, erkenning en autonomie.

Basisvertrouwen (p. 145, Gevoel van veiligheid en vertrouwen in anderen, gevormd in
242) de eerste levensjaren (Erikson’s eerste fase).

Bedmonologen (p. 137) Hardop praten of brabbelen door kinderen in bed; helpt bij
taalontwikkeling.

Bedplassen (p. 120, 193– Onvrijwillig urineren tijdens de slaap; normaal bij jonge
194, 196, 244) kinderen, kan later een probleem worden (enuresis).

Behaviorisme (p. 23) Psychologische stroming die gedrag verklaart vanuit

, leerprocessen (beloning en straf), niet vanuit innerlijke
gedachten.




Beloning (p. 23, 33, 149– Positieve consequentie die gedrag versterkt.
150, 176, 179, 250, 281) • Activiteitsbeloning – iets leuks doen.
• Materiële beloning – iets tastbaars krijgen.
• Sociale beloning – lof of waardering.

Beroepskeuze (p. 271) Het proces waarin iemand beslist welk beroep bij hem of
haar past, vaak beïnvloed door interesses en waarden.

Betrokkenheid (p. 30–32, Actieve interesse en inzet bij een activiteit of relatie;
184, 188, 302–303) belangrijk voor leren en ontwikkeling.

Bevalling (p. 53–60) Proces waarbij de baby geboren wordt; bestaat uit
ontsluiting, uitdrijving en nageboorte.

Bewegingsactiviteiten (p. Lichamelijke activiteiten die motorische ontwikkeling
119, 164, 205) stimuleren, zoals kruipen, lopen of sporten.

Bio-ecologisch model (p. Model van Bronfenbrenner: ontwikkeling wordt beïnvloed
25) door verschillende omgevingslagen (gezin, school,
cultuur…).

Blindheid (p. 198) Geheel of gedeeltelijk verlies van het gezichtsvermogen.

Boezemvriend(in) (p. 282) Hechte vriendschap waarbij er sterke emotionele band is.

Borstvoeding (p. 258) → Borstvoeding: melk geven via de borst.


borstontwikkeling (p. 262) Borstontwikkeling: lichamelijke verandering in de puberteit.

Boulimia nervosa (p. 311– Eetstoornis met eetbuien gevolgd door braken of vasten om
312) gewichtstoename te voorkomen.

Brabbelen (p. 14, 87, 93, Herhalen van klanken door baby’s; voorstadium van echte
104–105, 137) taal.

Bronfenbrenner (p. 25) Ontwikkelingspsycholoog, bedenker van het bio-ecologisch
model dat de invloed van verschillende omgevingen op
ontwikkeling beschrijft.

Conflicten (p. 15, 178, 215, Botsingen tussen wensen, belangen of gevoelens van
275–276, 307, 310) personen of binnen één persoon.

Interpersoonlijke conflicten Botsingen tussen twee of meer personen door verschillen in
(p. 275) belangen, gevoelens of doelen.

Intrapsychische conflicten Innerlijke conflicten binnen één persoon (bijv. “ik wil dit,
(p. 275–276) maar ik durf niet”).

Conformisme (p. 280, 292) Het aanpassen van je gedrag aan de groep om erbij te

, horen of niet op te vallen.

Conservatie (p. 127–128, Inzicht dat hoeveelheid hetzelfde blijft, ook als de vorm
209) verandert (Piaget).
Voorbeeld: water in een ander glas blijft evenveel.

Conservatieproeven (p. Testen die nagaan of een kind het principe van conservatie
129–130) begrijpt (water-, klei- en rijtjesproef).

Conventionele fase (p. 180, Morele ontwikkelingsfase (Kohlberg) waarin kinderen regels
228) volgen om goedkeuring te krijgen en orde te bewaren.

Copingstrategie (p. 276)
Manier waarop iemand omgaat met stress of problemen.

- Defensieve copingstrategie (p. 276)
→ Problemen vermijden of ontkennen.
- Emotiegerichte copingstrategie (p. 276)
→ Omgaan met de emoties die stress
veroorzaken (bijv. huilen, praten).
- Probleemgerichte copingstrategie (p. 276)
→ Actief zoeken naar oplossingen om stress
te verminderen.



Correspondentie (p. 236) Het herkennen van één-op-één relaties tussen objecten
(bijv. één vork per persoon).

Couveuse (p. 58, 241) Verwarmd apparaat waarin te vroeg geboren baby’s
verzorgd worden.

Culturele factoren (p. 270, Kenmerken van een cultuur die gedrag en ontwikkeling
288) beïnvloeden (normen, waarden, opvoeding).

Cytomegalievirus (p. 48– Virus dat bij zwangeren risico’s geeft voor de baby, zoals
49) gehoorproblemen of groeiachterstand.

Darwin (p. 25) Wetenschapper die de evolutietheorie ontwikkelde.

Decentreren (p. 132) Het vermogen om meerdere aspecten van een situatie
tegelijk te bekijken (Piaget).

Delinquent gedrag (p. 308) normoverschrijdend gedrag bij jongeren.

Denken (overkoepelend)
Verschillende vormen van denken:

- Abstract denken (p. 178, 208, 268)
→ Redeneren over ideeën los van concrete
situaties.
- Combinatorisch denken (p. 266)
→ Mogelijke combinaties systematisch
onderzoeken.
€5,06
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
dappel348

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
dappel348 Karel de Grote-Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
1 maand
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
3 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen