Inzichten in de wetenschap
1. Wat is leren?
Leren is:
⇨ in wisselwerking met de omgeving
⇨ permanent
⇨ verandering in het langetermijngeheugen (verandering in gedag, kennis, inzicht, vaardigheden,
attitudes) veroorzaakt
⇨ is het resultaat van cognitieve verwerking van informatie
2. elk kind heeft recht op een goede leerkracht!
3. Kenmernen van de expert-leraar of de goede leraar
Wat maakt een leraar tot een expert-leraar?
⇨ Expert-leraren zijn inhoudelijk expert (leergebiedexpert)
o Beheersen de leerstof op een diepgaande en vlotte manier
o Weten welke leerstof leerlingen moeten kennen voor ze verder kunnen gaan (waar leerstof
zich situeert in leerplan en over welke voorkennis kinderen moeten beschikken)
o Goed voorbereid
o Weten welke opdrachten, evaluaties, werkvormen meest geschikt zijn om hun doel te
bereiken
o Weten wat de meest voorkomende fouten zijn en kunnen daarop anticiperen
⇨ Expert-leraren creëren een veilige, warme en ondersteunende leeromgeving
o Creëren wij-gevoel
o Gaan positieve interacties aan (vermijden negatieve emoties in interacties met studenten)
o Gevoelig voor individuele behoeften, emoties, cultuur, geloofsovertuigingen…
o Bevorderen positief klimaat voor respectvolle leerling-leerling-interacties (kenmerken:
vertrouwen, samenwerking)
o Vergroten motivatie (door versterking gevoel van competentie, autonomie, verbondenheid)
o Scheppen klimaat van hoge verwachtingen
⇨ Expert-leraren maximaliseren de leertijd (klasmanagement)
o Efficiënt omgaan met lestijd en leermiddelen => minimaliseren tijdverspilling
o Brengen focus en kunnen aandacht vestigen op wat belangrijk is
o Zorgen ervoor dat regels, verwachtingen, consequenties expliciet/duidelijk/consequent
worden toegepast
o Anticiperen en voorkomen potentieel storend gedrag door positief gedrag van leerlingen te
versterken
⇨ Expert-leraren richten hun lessen zo in dat leerlingen hard moeten nadenken (effectieve didactiek)
1
, o Structuur aanbieden door leerlingen leertaken in logische volgorde aan te bieden (+ herhaling,
ondersteuning bieden, geven aan hoe ze vooruitgang kunnen boeken…)
o Kunnen nieuwe leerstof duidelijk, kernachtig, boeiend overbrengen (voorkennis opnieuw
activeren + uitgewerkte voorbeeld geven om leerlingen inzicht bij te brengen)
o Veel vragen stellen die leerlingen aan denken zetten + ervoor zorgen dat de hele klas
o Zorgen voor afwisseling in werkvormen, oefeningentypes, samenwerkingsvormen…
o Geven leertaken die leren op lange termijn versterken
o Behandelde leerstof herhaald
o Gebruiken kwalitatief hoogstaande evaluatietechnieken om leren in kaart te brengen
o Helpen leerlingen om hun eigen leren te plannen, reguleren, controleren
4. Inzichten uit de wetenschap
4.1. Inzicht 1: het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit
4.1.1.Hoe leert de mens? Onze cognitieve architectuur
Om goede lessen te kunnen ontwerpen, is het handig om te begrijpen hoe leerlingen leren => leren begint bij
waarnemen!!
We gebruiken 3 onderdelen van het geheugen bij het leren:
⇨ Sensorisch geheugen/ zintuigelijk geheugen
⇨ Werkgeheugen
⇨ Langetermijngeheugen
Werking schema:
⇨ Ervaringen/prikkels uit de omgeving (visueel en auditief)=> registratie in zintuigelijke geheugen
(=sensorische geheugen ) => prikkels worden kortstondig vastgehouden, geen verwerking
⇨ Selectie van de meest relevante info (beïnvloed door interesse, aandacht, nieuwsgierigheid,
ervaringen, emoties, stoorzenders…) die we zullen verwerken in werkgeheugen => belangrijk dat
leerkracht aandacht/focus vestigt op prikkels (daardoor gaat prikkel verder naar werkgeheugen)
⇨ Werkgeheugen:
o mentale werkplaats
o denken en bewustzijn vind hier plaats
2
, o na de selectie volgt hier de eerste bewuste verwerking
o beperkt in capaciteit (flessenhals) => we kunnen niet aan veel dingen tegelijkertijd denken =>
we kunnen max 7 elementen in ons geheugen houden en houden die elementen minder dan
30 seconden vast (als we er niets mee done)
⇨ werkgeheugen ontvangt niet alleen sensorische prikkels uit de omgeving, maar ook info uit
langetermijngeheugen
⇨ langetermijngeheugen:
o onbeperkte duur en capaciteit (onze opslagtank)
o verzameling van kennisschema’s (nieuwe info wordt georganiseerd en geïntegreerd in
bestaande kennis) => kennisschema’s worden doorheen de tijd opgebouwd door nieuwe
stukjes info aan te haken aan bestaande kennisschema’s
o wat permanent is opgeslagen in langetermijngeheugen functioneert als een middel om de
beperking van ons werkgeheugen te overwinnen
Essentieel inzicht:
Menselijke denken sterk begrensd door beperkt werkgeheugen/trechter die maar beperkte hoeveelheden aan
informatie kan doorsluizen naar dat reservoir => deze beperking zal het leren hinderen indien we:
⇨ Geen rekening houden met deze limieten
⇨ Het organiseren en integreren van nieuwe informatie in bestaande voorkennis in het
langetermijngeheugen niet helpen bevorderen
4.1.2. Cognitieve belasting
Jaren 80: Cognitieve-belastingstheorie (cognitive load theory) van John Sweller => deze theorie helpt ons om de
beperkingen van het werkgeheugen te kennen
⇨ gebaseerd op beperkte capaciteit werkgeheugen
⇨ mentale bandbreedte (= maximale capaciteit) van het werkgeheugen optimaal benutten (niet
overschrijden): niet te veel, niet te weinig
mentale bandbreedte kan volgens theorie opgevuld worden met 2 soorten cognitieve belasting:
⇨ intrinsieke belasting:
o wordt bepaald door complexiteit van het te leren onderwerp zelf
o cognitieve belasting gaat samen met de taak + niveau lerende
o hoe meer info een leerling al in het langetermijngeheugen heeft over sommige onderdelen,
hoe minder complex het totale plaatje wordt
3
, o is moeilijk te veranderen (soms moet je complexe dingen leren) => ruime voorkennis kan
ervoor zorgen dat de intrinsieke belasting van nieuwe leerstof verlaagd wordt
o bv: ‘ik ga naar school’ => vertalen in het Frans => complex door de vervoeging van ‘aller’,
persoonlijke voornaamwoorden, het juiste voorzetsel…
⇨ extrinsieke belasting:
o toegevoegde belasting, heeft niets met de inhoud van leerstof te maken
o minder effectieve didactiek kan zorgen voor extrinsieke belasting en leren belemmeren
o bv: zelfontdekkend leren, filmpje met veel onnodige en afleidende achtergrondgeluiden…
doel: optimaliseren van cognitieve belasting en maximaal gebruiken van bandbreedte
je moet
ervoor
zorgen
dat
leerstof
vlot door
de
flessenhals gaat zodat we tot leren komen
4
1. Wat is leren?
Leren is:
⇨ in wisselwerking met de omgeving
⇨ permanent
⇨ verandering in het langetermijngeheugen (verandering in gedag, kennis, inzicht, vaardigheden,
attitudes) veroorzaakt
⇨ is het resultaat van cognitieve verwerking van informatie
2. elk kind heeft recht op een goede leerkracht!
3. Kenmernen van de expert-leraar of de goede leraar
Wat maakt een leraar tot een expert-leraar?
⇨ Expert-leraren zijn inhoudelijk expert (leergebiedexpert)
o Beheersen de leerstof op een diepgaande en vlotte manier
o Weten welke leerstof leerlingen moeten kennen voor ze verder kunnen gaan (waar leerstof
zich situeert in leerplan en over welke voorkennis kinderen moeten beschikken)
o Goed voorbereid
o Weten welke opdrachten, evaluaties, werkvormen meest geschikt zijn om hun doel te
bereiken
o Weten wat de meest voorkomende fouten zijn en kunnen daarop anticiperen
⇨ Expert-leraren creëren een veilige, warme en ondersteunende leeromgeving
o Creëren wij-gevoel
o Gaan positieve interacties aan (vermijden negatieve emoties in interacties met studenten)
o Gevoelig voor individuele behoeften, emoties, cultuur, geloofsovertuigingen…
o Bevorderen positief klimaat voor respectvolle leerling-leerling-interacties (kenmerken:
vertrouwen, samenwerking)
o Vergroten motivatie (door versterking gevoel van competentie, autonomie, verbondenheid)
o Scheppen klimaat van hoge verwachtingen
⇨ Expert-leraren maximaliseren de leertijd (klasmanagement)
o Efficiënt omgaan met lestijd en leermiddelen => minimaliseren tijdverspilling
o Brengen focus en kunnen aandacht vestigen op wat belangrijk is
o Zorgen ervoor dat regels, verwachtingen, consequenties expliciet/duidelijk/consequent
worden toegepast
o Anticiperen en voorkomen potentieel storend gedrag door positief gedrag van leerlingen te
versterken
⇨ Expert-leraren richten hun lessen zo in dat leerlingen hard moeten nadenken (effectieve didactiek)
1
, o Structuur aanbieden door leerlingen leertaken in logische volgorde aan te bieden (+ herhaling,
ondersteuning bieden, geven aan hoe ze vooruitgang kunnen boeken…)
o Kunnen nieuwe leerstof duidelijk, kernachtig, boeiend overbrengen (voorkennis opnieuw
activeren + uitgewerkte voorbeeld geven om leerlingen inzicht bij te brengen)
o Veel vragen stellen die leerlingen aan denken zetten + ervoor zorgen dat de hele klas
o Zorgen voor afwisseling in werkvormen, oefeningentypes, samenwerkingsvormen…
o Geven leertaken die leren op lange termijn versterken
o Behandelde leerstof herhaald
o Gebruiken kwalitatief hoogstaande evaluatietechnieken om leren in kaart te brengen
o Helpen leerlingen om hun eigen leren te plannen, reguleren, controleren
4. Inzichten uit de wetenschap
4.1. Inzicht 1: het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit
4.1.1.Hoe leert de mens? Onze cognitieve architectuur
Om goede lessen te kunnen ontwerpen, is het handig om te begrijpen hoe leerlingen leren => leren begint bij
waarnemen!!
We gebruiken 3 onderdelen van het geheugen bij het leren:
⇨ Sensorisch geheugen/ zintuigelijk geheugen
⇨ Werkgeheugen
⇨ Langetermijngeheugen
Werking schema:
⇨ Ervaringen/prikkels uit de omgeving (visueel en auditief)=> registratie in zintuigelijke geheugen
(=sensorische geheugen ) => prikkels worden kortstondig vastgehouden, geen verwerking
⇨ Selectie van de meest relevante info (beïnvloed door interesse, aandacht, nieuwsgierigheid,
ervaringen, emoties, stoorzenders…) die we zullen verwerken in werkgeheugen => belangrijk dat
leerkracht aandacht/focus vestigt op prikkels (daardoor gaat prikkel verder naar werkgeheugen)
⇨ Werkgeheugen:
o mentale werkplaats
o denken en bewustzijn vind hier plaats
2
, o na de selectie volgt hier de eerste bewuste verwerking
o beperkt in capaciteit (flessenhals) => we kunnen niet aan veel dingen tegelijkertijd denken =>
we kunnen max 7 elementen in ons geheugen houden en houden die elementen minder dan
30 seconden vast (als we er niets mee done)
⇨ werkgeheugen ontvangt niet alleen sensorische prikkels uit de omgeving, maar ook info uit
langetermijngeheugen
⇨ langetermijngeheugen:
o onbeperkte duur en capaciteit (onze opslagtank)
o verzameling van kennisschema’s (nieuwe info wordt georganiseerd en geïntegreerd in
bestaande kennis) => kennisschema’s worden doorheen de tijd opgebouwd door nieuwe
stukjes info aan te haken aan bestaande kennisschema’s
o wat permanent is opgeslagen in langetermijngeheugen functioneert als een middel om de
beperking van ons werkgeheugen te overwinnen
Essentieel inzicht:
Menselijke denken sterk begrensd door beperkt werkgeheugen/trechter die maar beperkte hoeveelheden aan
informatie kan doorsluizen naar dat reservoir => deze beperking zal het leren hinderen indien we:
⇨ Geen rekening houden met deze limieten
⇨ Het organiseren en integreren van nieuwe informatie in bestaande voorkennis in het
langetermijngeheugen niet helpen bevorderen
4.1.2. Cognitieve belasting
Jaren 80: Cognitieve-belastingstheorie (cognitive load theory) van John Sweller => deze theorie helpt ons om de
beperkingen van het werkgeheugen te kennen
⇨ gebaseerd op beperkte capaciteit werkgeheugen
⇨ mentale bandbreedte (= maximale capaciteit) van het werkgeheugen optimaal benutten (niet
overschrijden): niet te veel, niet te weinig
mentale bandbreedte kan volgens theorie opgevuld worden met 2 soorten cognitieve belasting:
⇨ intrinsieke belasting:
o wordt bepaald door complexiteit van het te leren onderwerp zelf
o cognitieve belasting gaat samen met de taak + niveau lerende
o hoe meer info een leerling al in het langetermijngeheugen heeft over sommige onderdelen,
hoe minder complex het totale plaatje wordt
3
, o is moeilijk te veranderen (soms moet je complexe dingen leren) => ruime voorkennis kan
ervoor zorgen dat de intrinsieke belasting van nieuwe leerstof verlaagd wordt
o bv: ‘ik ga naar school’ => vertalen in het Frans => complex door de vervoeging van ‘aller’,
persoonlijke voornaamwoorden, het juiste voorzetsel…
⇨ extrinsieke belasting:
o toegevoegde belasting, heeft niets met de inhoud van leerstof te maken
o minder effectieve didactiek kan zorgen voor extrinsieke belasting en leren belemmeren
o bv: zelfontdekkend leren, filmpje met veel onnodige en afleidende achtergrondgeluiden…
doel: optimaliseren van cognitieve belasting en maximaal gebruiken van bandbreedte
je moet
ervoor
zorgen
dat
leerstof
vlot door
de
flessenhals gaat zodat we tot leren komen
4