Hoofdstuk 1:
1.1. De school van Athene
Les 1: 19/02/2025
3 visies op filosofie, modellen van filosofiebeoefening in de geschiedenis van de
Westerse filosofie, ontstaan in het Oude Griekenland
1. Aristoteles
a. Filosofie als synthese van alle kennis + ordening van de wetenschappen.
Gesteund op empirie leidt de rede tot een geïntegreerd, omvattend weten
over mens, natuur, het goddelijke. Elke wetenschap behoudt ook een
zekere zelfstandigheid
b. Filosofie als wetenschap
2. Plato
a. Filosofie is een unificerende wetenschap die alle kennis integreert in een
absoluut weten. Gesteund op het zuivere rede-denken leidt het denken
van Plato tot een transformatie van de denkende geest – spirituele
verheffing en opklimmen naar een goddelijke verlichting. Alle kennis
ondergeschikt aan ideaal van zelf-transformatie en contemplatie
b. Filosofie als spirituele wijsheidsleer
3. Socrates
a. Filosofie als praktische levenswijsheid
b. In dit model staat de vraag naar ‘het goede leven’ centraal. De rede is een
praktisch vermogen van de menselijke geest om ‘goed’ en ‘kwaad’ te
kennen, de deugd na te streven, en zo een waarachtig en gelukkig leven
te leiden – zowel individueel als in gemeenschap.
c. Socrates: ‘Het niet-doordachte leven is niet waard geleefd te worden.’
i. Bij haar oorsprong, in het oude Griekenland, werd de filosofie nog
niet zo strikt ingedeeld: het ‘weten’ was één. Maar we zien toch
al van bij het ‘volwassen’ worden van de Griekse filosofie in de
4de eeuw die 3 modellen zich aftekenen.
ii. Bv. na bloeitijd van de academie van Plato en het lyceum van
Aristoteles : ontstaan van filosofische scholen waar ‘praktische
levenswijsheid’ centraal stond: stoïcisme, epicurisme, maar ook
scepticisme, de school van de cynici en cyrenaïci …
In de hele geschiedenis van de Westerse filosofie: 3 modellen aanwezig, vaak
vermengd, zonder expliciet onderscheid te maken tussen wetenschap,
spiritualiteit, praktische levenswijsheid
Filosofie laat zich vaak lezen als een literair genre, bv. de schitterende dialogen
van Cicero, of ‘Over de vertroosting van de wijsbegeerte’ van Boëthius.
Vanaf de 17de eeuw echter: de wetenschappen verzelfstandigen zich
- De scienza nuova – model van fysica gebaseerd op de wiskunde – wordt
model van zuiver theoretisch weten
- Dit leidt tot wat Ernest Gellner noemt een ‘nieuwe codificatie van de
rede’: de 3 modellen van de filosofie worden langzaamaan uiteengedreven
1
,1.2. Ploeg, zwaard, boek
Filosofie en geschiedenis van de cultuur
De filosofie is een cultuurbepaald cognitief symboolsysteem dat ontstaan is
vanuit behoefte aan kennis en verlangen naar inzicht in de natuur en het
menselijk bestaan
- Volgens de filosoof-antropoloog Ernest Gellner wordt elke cultuur
geconfronteerd met 3 uitdagingen:
- Production (a) - Coercion (b) – Cognition (c)
(a) Voorzien in levensonderhoud (economie)
(b) Sociale harmonie creëren (politiek, recht)
(c) Kennis verwerven, bewaren en doorgeven
(d) Filosofie behoort tot sfeer van de kennis (cognition)
3 sferen / functies van de cultuur gesymboliseerd door: Ploeg - Zwaard - Boek
• Kennis = cruciaal … er zijn echter vele vormen van kennis
Kennis van de natuur (wetenschap vandaag)
- Technische kennis: om de natuur te beheersen (techniek,
ambachten) = PLOEG
- Spirituele kennis over de ultieme zin of bestemming van het
menselijk bestaan
- Praktische wijsheid betreffende individuele leven en leven in
gemeenschap (ethiek, politiek) = ZWAARD
Heel lang in de geschiedenis van de Mensheid waren al deze vormen van kennis
met elkaar vervlochten / geen echt onderscheid of differentiëren van de cognitie
Geschiedenis van de mensheid & evolutie van de cultuur
Gellner onderkent 3 maatschappijvormen in de evolutie van menselijke cultuur :
1. Jagers – verzamelaars
2. Agrarische samenleving AGRARIA
3. Industriële samenleving INDUSTRIA
- Evolutie: 1 2 3 = geschiedenis van mensheid
- 3 zonder 1 en 2 zou nooit ontstaan zijn
- Terugval mogelijk, maar weinig waarschijnlijk
- Overgang van 1 2: neolitische revolutie
- +/- 10.000 v.C.: sedentaire levenswijze ontstaat / landbouw … langzame
evolutie
- Overgang 2 3: industriële revolutie
- 19de eeuw
- Mede gevolg van wetenschappelijke revolutie 16 de /17de eeuw
2
,Jagers-verzamelaars / pre-agrarische samenleving
- Gemeenschap domineert individu
- Familieband en tribale identiteit bepaalt regels van exogamie en
reciprociteit tussen groepen*
- Sterk geïncarneerd symboolsysteem: ploeg, zwaard en boek zijn één
(ploeg en boek bestaan nog niet … )
- Notie van autonome individu en onderscheid profaan/sacraal afwezig
- Grens tussen levenden en doden is poreus, tussen mens en natuur ook,
mensen en goden …
Claude Lévi-Strauss, Les structures élémentaires de la parenté, 1949:
elementaire structuren van de verwantschap: heeft ontdekt dat overal in de
wereld patronen terugvond van regels die van generatie op generatie worden
overgegeven en betrekking hebben op uitwisseling van vrouwen. ( vrouwen
waren een soort goed dat in ruil werd doorgegeven). Deze regels hadden alles te
maken met incest verbod: verbod huwen eigen clan of eigen familie of seksuele
betrekkingen met bloedverwant. Deze reden hangt samen met regels exogamie:
regels over welke vrouwen aan bepaalde stammen mogen worden doorgegeven
maar niet aan anderen.
Het beeld van de ‘bon sauvage’ (Rousseau, 18 de eeuw) of de gelukkige primitieve
mens in de stone age economics (Marshall Sahlins) … een mythe
We ‘weten’ ook heel weinig over verre verleden van eerste culturen. Niettemin …
culturele antropologie leert:
- Veel ‘vrije tijd’ in pre-agrarische cultuur, relatief egalitair, maar in elke
cultuur: taboes, sterke sociale controle, een sacrale orde die ‘tremendum
et fascinans’ is – magie alom aanwezig
- Niettemin: de agrarische revolutie was misschien een … verlies !!! Maar
we kunnen niet terug …
cf. ook: Yuval Noah Harari, Sapiens. A Brief History of Humankind, 2011
° Kennis = religieus-mythisch, geen onderscheid tussen zuiver theoretische
kennis, technische kennis, zingeving (religieuze kennis)
“De sjamaan kan regen maken!”
° Geen arbeidsdeling, cultuur multi-focaal (bv. religie = kunst - jacht – ruil v
goederen en vrouwen – verhouding tot de geesten en goden)
Bemerk: lange geschiedenis …
Homo Sapiens: 200.000 jaar oud / 70.000 eerste fictieve talen Wanneer begon
wat wij ‘geschiedenis van de mensheid als cultuurwezen’ noemen ? … v Lascaux
& Altamira (grotschilderingen) tot eerste sedentaire culturen een heel lange weg
(iv) Agrarische cultuur
- Gebaseerd op creatie van surplus van voedsel en uitgestelde consumptie;
- Maakt arbeidsdeling mogelijk;
- Ontstaan van sociale klassen in geografisch sedentaire setting;
- Ploeg gescheiden van zwaard en boek.
- Theoretische kennis geleidelijk gedifferentieerd van praktisch-technische
kennis
- Macht en kennis in handen van een priesterkaste, sterk verweven met
macht
3
, Ook hier geldt: lange geschiedenis: Pas +/ - 5000 jaar geleden: eerste
koninkrijken, schrift, geldwezen + polytheïsme
- Bv. Codex Hammurabi: Babylonisch recht – één van de oudste bekende
wetboeken.
- Geeft beeld van een samenleving waar een zekere ‘rule of law’ …
verhouding reguleert tussen sociale standen / organisatie van economie
weerspiegelt / plichten v leger en soldaten / absolute macht van Vorst
bepaalt / prerogatieven priesterkaste en verhouding tot goden instelt …
zelfs erfrecht, maar ook straffen voor tovenarij, overspel … etc …
Gellner: eeuwen lang is er in de agrarische cultuur geen vorm van onafhankelijk
theoretische kennis van de natuur – los van spirituele wijsheidsleer en praktische
kennis (techniek en ethiek en politiek)
Kennis vervlochten met macht en structuur v sociale verhoudingen, mythische
voorstellingen, sacrale regels en taboes
- Een eerste codificatie van de kennis wordt mogelijk als er een
schrift is en de notie ontstaat van een systeem van concepten
(abstracte taal) die verwijst naar een Doctrine – een coherente leer
die kan worden gereproduceerd en via cognitieve reflectie
uitgebreid, gesystematiseerd en van generatie op generatie
overgeleverd – in handen van een gepriviligieerde kaste. (><
pensée sauvage & religieus-mythisch ‘weten’ )
- Filosofie wordt mogelijk! Filosofie ontstond in axiale periode (800 –
300 v.C.): vrij laat in Agrarisch tijdperk! (cf. begin Hoofdstuk 2)
Gellner: Filosofie v Plato = voorbeeld van zo’n codificatie
° Kennis is hier echter nog altijd multi-focaal:
- Werkelijkheidsverklaring: natuur = gevat in denken
- Ultieme kennis van het transcendente (ideeënwereld = bron van
orde kosmos, bestierd door goddelijke geest) - zingeving
- Normatief: regels voor ethiek en politiek
-
= wetenschap + spirituele wijsheidsleer + praktische levenswijsheid
Al de grote existentiële vragen beantwoordt vanuit 1 systematische doctrine
gebaseerd op de REDE
“The Transcendent is formalized and endowed with a metaphysical charter, and
made to underwrite culture and its obligations. But by making all this into a
doctrine, it creates a new situation altogether.”
Gellner, Plough, Sword, Book, p. 77
“Plato’s zogezegde herinnering aan en nostalgie naar een voorbije
oergemeenschap in een hypothetische fase van de Griekse geschiedenis is een
onnodige speculatie. Wat Plato in feite deed in De republiek kan worden
verklaard zonder naar een verlangen te verwijzen bij hem naar een eerdere
sociale orde. Plato codificeerde en trachtte een systeem te verabsoluteren dat in
feite de beste, meest overtuigende manier was om een agrarisch-geletterde
samenleving te organiseren. Het is een blauwdruk voor een samenleving
4