Actuele methodieken: cliënt
perspectief
HOOFDSTUK 1: Begrippenkader
1. Inleiding
• Werkprincipes zijn zaken waaraan we het kunnen koppelen
• Wat zijn methoden en methodieken? Wat is hun geschiedenis?
- Vaag concept voor SW
→ bij SW’er kan je dat niet vasthouden zoals bij meubelmaker
• Vanuit cliëntperspectief:
- kijken we naar methodieken
- welke betekenis op cliënt
- oog voor achterliggende mogelijke vraagstukken
• Marie Kamphuis:
- pionier in SW
- na WOII
- gaaf aan dat je methoden nooit als technieken mag inzetten
→ je gaat mensen ontmenselijken
1.1. Historisch besef van waar we komen
1.1.1. Middeleeuwen
• SW vindt zijn wortels in de middeleeuwse armoedezorg (de caritas)
- men keek naar armoede als lot van God
• Caritas
- = iets goed doen voor God = iets goed doen voor de armen
- men keek naar armen als onderscheid tussen
o de goede: droegen de armoede nederig
o de slechte: degene die in opstand kwamen
- men zorgde vooral voor armen uit angst
→ angst voor de opstand die er zou komen
• SW ontstaan bij industrialisering
- mensen trokken naar steden om te werken in fabrieken
- gevolgen: overbevolking, slechte hygiëne en huisvestiging, kindersterfte…
• De burgerij keek naar lagere klasse en armen alsof ze heropgevoed moesten worden
→ zagen hen als een gevaarlijke klasse
• deze dubbelheid is vandaag nog aanwezig
vb. (leefloon: de goede kunnen we nog activeren & de slechte blijven in zelfde straatje)
1
,1.1.2. Industrialisering
• De filantropie
- ontwikkeld de sociale interventiepraktijk
- = welzijn van anderen verhogen/verbeteren
• Waarom zou een samenleving zich bekommeren om kwetsbare groepen?
- was uit angst voor de gevaarlijke klasse
- angst voor opstand
- men deed aan soepbedeling:
o om ze te sussen
o uit angst vr bepaalde ziektes (als opstand zou komen)
• door de angst wouden dames uit de burgerij zich moeien met de lagere klasse
- Vrouwen waren thuis, terwijl hun mannen gingen werken
- Vrouwen leefden in andere context:
o begrepen niet dat de vrouwen bij de armen wel moesten werken
o Zij vonden het dus hun norm/taak om hen te heropvoeden
• sociale context van armoede werd niet gezien:
- men keek niet naar omstandigheden waarin men leefde
- alles werd bekeken vanuit individuele verantwoordelijkheid
- vb. zagen niet dat werken nodig was om brood op tafel te krijgen
• burgerijvrouwen begrepen niet waarom armen hun kinderen naar de kinderopvang sturen
- ‘zijn slecht e moeders want sturen kinderen naar opvang
- Werd niet gekeken naar armoedesituatie
- sociale context en blik speelt rol
1.1.3. Periode erna
• instrumenten om preventief in te grijpen op sociale problemen
- bv opvoeding, onderwijs & tewerkstelling
- ontstaan van de leerplicht, verbod op kinderarbeid, wet op kinderbescherming v 1912)
• Professionalisme werd ingezet bij kinderbescherming: ‘in het belang van het kind’
• Focus: kinderen hebben recht op goede opvoeding: ALLE kinderen!
- hier is SW ontstaan
- men ging ervanuit dat ouders verantwoordelijk waren voor de opvoeding van hun
kinderen
- tenzij dat recht in gedrang zou komen
→ dan is er externe tussenkomst nodig
→ legitimatie
• Legitimatie: er mag tussengekomen worden
• Wet op kinderbescherming: tijdig ingrijpen als veiligheid van kinderen in gedrang zou komen
- Tijdig ingrijpen zien we nog steeds anno 2024 (preventieve gedachte)
2
,• vanaf nu ook oog voor maatschappelijke context:
→ niet enkel individuele verantwoordelijkheid
1.2. Het verleden werkt door
1.2.1. Enkele spanningsvelden
1.2.1.1. Spanningsveld 1: disciplinering vs. emancipering
• Moeten we de samenleving beschermen of omvormen?
→ disciplinering of emancipering
• Disciplinering:
- = enge visie, dwingend, controlerend
- Vb. hoe kunnen we kijken naar mensen om zich te activeren richting tewerkstelling?
o Iemand dwingen: kom je niet naar de afspraak, dan gaan we je uitkering schorsen
- Vb. druggebruik
o Het is illegaal en moet gesanctioneerd worden
• Emancipering
- = brede/sociale visie
- Vb. hoe kunnen we kijken naar mensen om zich te activeren richting tewerkstelling
o Iemand zolang niet gewerkt heeft, maar wel al naar dagcentrum gaat, dat is al
sociaal activerend
- Vb. druggebruik
o Spuitenruil inzetten om ziektes te vermijden, gebruikersruimte
1.2.1.2. Spanningsveld 2: Individu vs. Structuur
• Wanneer werkt sociaal werk?
→ individu of structuur
• Individu
- Werkt het als we het individu voor ons zo goed mogelijk helpen?
- Vb. iemand met een beperking
o Welke tools aanleren zodat die zo goed mogelijk kan functioneren?
• Structuur
- Samenleving zo goed mogelijk helpen in elkaar steken zodat er geen individuele vragen
meer zijn
- Vb. iemand met een beperking
o Samenleving organiseren zodat die voor iedereen toegankelijk is
• Derde spanningsveld zie je verder in de samenvatting (private vs. Publieke)
1.2.2. Mary Richmond
• Ligt aan basis van professionalisering van SW
- keek naar oorzaken van armoede:
o zag armoede niet als lot v God
o Zag armoede als wisselwerking tussen individu & structuur
3
, - Had oog voor de cliënt
→ probeert die actief te betrekken in proces
• Is de grondlegger van stappenplan
- als je met cliënt in contact komt, doorloop je volgens haar enkele stappen:
o onderzoek
o diagnose
o handelingsplan
o evaluatie
• vergelijkt het stappenplan met de medische wereld
- scholing en deskundigheid is nodig
- nood aan theoretisch kader, methoden en methodieken
- stappenplan had invloed van inzichten uit psychoanalyse
→ die tot op vandaag doorwerken
• 1920: eerste sociale scholen opgericht om stappenplan aan te leren
- opgericht door minister van justitie: Emiel Van De Velde
o had grote rol in opbouw v.d. samenleving na WO1
o na WO1: groot zicht op gevolgen v. oorlog
→ criminaliteit, alcohol, vandalisme, verwaarlozing
- Richtte zicht tot cliënt, gezin en stappenplan:
→ basis van social casework (nu staat soc casework voor diversiteit v. benaderingen)
• Idee Emiel Van De Velde:
- norm naar voren brengen
o doelstelling van sociale scholen om aanpassing van de norm naar voor te brengen
→ disciplinerende & controlerende
- kregen hier eerste Belgische scholen (Brussel & Antwerpen)
o Brussel: focus op sociale actie, op structuur
o Antwerpen: focus op individuele hulpverlening
1.3. Internationale definitie van sociaal werk
“Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and
development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social
justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work.
Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social
work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing.”
• Spanningsveld van individu en structuur komt terug in de globale definitie
• Wat vertelt de definitie ons?
- Sociaal werk = breed veld van activiteiten
- Individu EN maatschappelijke verandering
o het is altijd een en - en verhaal
o EN inzetten op individueel werken EN op structureel werken
4
perspectief
HOOFDSTUK 1: Begrippenkader
1. Inleiding
• Werkprincipes zijn zaken waaraan we het kunnen koppelen
• Wat zijn methoden en methodieken? Wat is hun geschiedenis?
- Vaag concept voor SW
→ bij SW’er kan je dat niet vasthouden zoals bij meubelmaker
• Vanuit cliëntperspectief:
- kijken we naar methodieken
- welke betekenis op cliënt
- oog voor achterliggende mogelijke vraagstukken
• Marie Kamphuis:
- pionier in SW
- na WOII
- gaaf aan dat je methoden nooit als technieken mag inzetten
→ je gaat mensen ontmenselijken
1.1. Historisch besef van waar we komen
1.1.1. Middeleeuwen
• SW vindt zijn wortels in de middeleeuwse armoedezorg (de caritas)
- men keek naar armoede als lot van God
• Caritas
- = iets goed doen voor God = iets goed doen voor de armen
- men keek naar armen als onderscheid tussen
o de goede: droegen de armoede nederig
o de slechte: degene die in opstand kwamen
- men zorgde vooral voor armen uit angst
→ angst voor de opstand die er zou komen
• SW ontstaan bij industrialisering
- mensen trokken naar steden om te werken in fabrieken
- gevolgen: overbevolking, slechte hygiëne en huisvestiging, kindersterfte…
• De burgerij keek naar lagere klasse en armen alsof ze heropgevoed moesten worden
→ zagen hen als een gevaarlijke klasse
• deze dubbelheid is vandaag nog aanwezig
vb. (leefloon: de goede kunnen we nog activeren & de slechte blijven in zelfde straatje)
1
,1.1.2. Industrialisering
• De filantropie
- ontwikkeld de sociale interventiepraktijk
- = welzijn van anderen verhogen/verbeteren
• Waarom zou een samenleving zich bekommeren om kwetsbare groepen?
- was uit angst voor de gevaarlijke klasse
- angst voor opstand
- men deed aan soepbedeling:
o om ze te sussen
o uit angst vr bepaalde ziektes (als opstand zou komen)
• door de angst wouden dames uit de burgerij zich moeien met de lagere klasse
- Vrouwen waren thuis, terwijl hun mannen gingen werken
- Vrouwen leefden in andere context:
o begrepen niet dat de vrouwen bij de armen wel moesten werken
o Zij vonden het dus hun norm/taak om hen te heropvoeden
• sociale context van armoede werd niet gezien:
- men keek niet naar omstandigheden waarin men leefde
- alles werd bekeken vanuit individuele verantwoordelijkheid
- vb. zagen niet dat werken nodig was om brood op tafel te krijgen
• burgerijvrouwen begrepen niet waarom armen hun kinderen naar de kinderopvang sturen
- ‘zijn slecht e moeders want sturen kinderen naar opvang
- Werd niet gekeken naar armoedesituatie
- sociale context en blik speelt rol
1.1.3. Periode erna
• instrumenten om preventief in te grijpen op sociale problemen
- bv opvoeding, onderwijs & tewerkstelling
- ontstaan van de leerplicht, verbod op kinderarbeid, wet op kinderbescherming v 1912)
• Professionalisme werd ingezet bij kinderbescherming: ‘in het belang van het kind’
• Focus: kinderen hebben recht op goede opvoeding: ALLE kinderen!
- hier is SW ontstaan
- men ging ervanuit dat ouders verantwoordelijk waren voor de opvoeding van hun
kinderen
- tenzij dat recht in gedrang zou komen
→ dan is er externe tussenkomst nodig
→ legitimatie
• Legitimatie: er mag tussengekomen worden
• Wet op kinderbescherming: tijdig ingrijpen als veiligheid van kinderen in gedrang zou komen
- Tijdig ingrijpen zien we nog steeds anno 2024 (preventieve gedachte)
2
,• vanaf nu ook oog voor maatschappelijke context:
→ niet enkel individuele verantwoordelijkheid
1.2. Het verleden werkt door
1.2.1. Enkele spanningsvelden
1.2.1.1. Spanningsveld 1: disciplinering vs. emancipering
• Moeten we de samenleving beschermen of omvormen?
→ disciplinering of emancipering
• Disciplinering:
- = enge visie, dwingend, controlerend
- Vb. hoe kunnen we kijken naar mensen om zich te activeren richting tewerkstelling?
o Iemand dwingen: kom je niet naar de afspraak, dan gaan we je uitkering schorsen
- Vb. druggebruik
o Het is illegaal en moet gesanctioneerd worden
• Emancipering
- = brede/sociale visie
- Vb. hoe kunnen we kijken naar mensen om zich te activeren richting tewerkstelling
o Iemand zolang niet gewerkt heeft, maar wel al naar dagcentrum gaat, dat is al
sociaal activerend
- Vb. druggebruik
o Spuitenruil inzetten om ziektes te vermijden, gebruikersruimte
1.2.1.2. Spanningsveld 2: Individu vs. Structuur
• Wanneer werkt sociaal werk?
→ individu of structuur
• Individu
- Werkt het als we het individu voor ons zo goed mogelijk helpen?
- Vb. iemand met een beperking
o Welke tools aanleren zodat die zo goed mogelijk kan functioneren?
• Structuur
- Samenleving zo goed mogelijk helpen in elkaar steken zodat er geen individuele vragen
meer zijn
- Vb. iemand met een beperking
o Samenleving organiseren zodat die voor iedereen toegankelijk is
• Derde spanningsveld zie je verder in de samenvatting (private vs. Publieke)
1.2.2. Mary Richmond
• Ligt aan basis van professionalisering van SW
- keek naar oorzaken van armoede:
o zag armoede niet als lot v God
o Zag armoede als wisselwerking tussen individu & structuur
3
, - Had oog voor de cliënt
→ probeert die actief te betrekken in proces
• Is de grondlegger van stappenplan
- als je met cliënt in contact komt, doorloop je volgens haar enkele stappen:
o onderzoek
o diagnose
o handelingsplan
o evaluatie
• vergelijkt het stappenplan met de medische wereld
- scholing en deskundigheid is nodig
- nood aan theoretisch kader, methoden en methodieken
- stappenplan had invloed van inzichten uit psychoanalyse
→ die tot op vandaag doorwerken
• 1920: eerste sociale scholen opgericht om stappenplan aan te leren
- opgericht door minister van justitie: Emiel Van De Velde
o had grote rol in opbouw v.d. samenleving na WO1
o na WO1: groot zicht op gevolgen v. oorlog
→ criminaliteit, alcohol, vandalisme, verwaarlozing
- Richtte zicht tot cliënt, gezin en stappenplan:
→ basis van social casework (nu staat soc casework voor diversiteit v. benaderingen)
• Idee Emiel Van De Velde:
- norm naar voren brengen
o doelstelling van sociale scholen om aanpassing van de norm naar voor te brengen
→ disciplinerende & controlerende
- kregen hier eerste Belgische scholen (Brussel & Antwerpen)
o Brussel: focus op sociale actie, op structuur
o Antwerpen: focus op individuele hulpverlening
1.3. Internationale definitie van sociaal werk
“Social work is a practice-based profession and an academic discipline that promotes social change and
development, social cohesion, and the empowerment and liberation of people. Principles of social
justice, human rights, collective responsibility and respect for diversities are central to social work.
Underpinned by theories of social work, social sciences, humanities and indigenous knowledge, social
work engages people and structures to address life challenges and enhance wellbeing.”
• Spanningsveld van individu en structuur komt terug in de globale definitie
• Wat vertelt de definitie ons?
- Sociaal werk = breed veld van activiteiten
- Individu EN maatschappelijke verandering
o het is altijd een en - en verhaal
o EN inzetten op individueel werken EN op structureel werken
4