WEEK 1: Personenrecht-persoonlijkheid
PERSONENRECHT:
❖ Onderdeel burgerlijk recht
❖ Bepaalt in het algemeen wie een persoon is, welke zijn rechten en plichten zijn als
enkeling
❖ Regelt de bescherming van personen
SAMENGEVAT: het regelt in welke mate personen mogen deelnemen aan het rechtsverkeer
FAMILIERECHT:
❖ Onderdeel burgerlijk recht
❖ Regelt het statuut van verhoudingen enerzijds gebaseerd op afstamming en anderzijds
op levensgemeenschap tussen volwassenen
Personen- en familierecht: vindplaats?
Burgerlijk Wetboek (personenrecht vind je vooraan)
“personen” (art. 3 tot art. 502 oud BW)
❖ afzonderlijke wetgeving vb. bescherming personen met een psychiatrische aandoening
(wet 26.06.1990), jeugdbescherming (wet 8.04.1965), rechten van de patiënt (wet
22.08.2002), …
❖ Relatievermogensrecht (vermogensrechtelijke gevolgen die ontstaan als 2 mensen een
duurzame relatie aangaan)
❖ Internationaal recht speelt ook belangrijke rol
Alle artikelen minstens 1x lezen!
+lijst extra wetgeving Digitap!
Internationaal recht:
EVRM (Rome, 4.11.1950) à artikel 8 (Recht op eerbiediging van het privé-,familie- en
gezinsleven)
→Opgesteld door de raad van Europa, is bindend
IVBPR (10.12.1968)
=Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
IVRK (20.11.1989)
=rechten van het kind
Handvest van de Grondrechten van de EU
Belang van de rechtspraak:
Leemten in de wet opvullen
, ❖ EHRM : arrest Marckx/België d.d. 13.06.1979 (de Belgische wetgeving over de
natuurlijke kinderen maakt op 3 punten een schending uit van het EVRM)
❖ Wie is Paula Marckx? Zwanger en bevallen van een kind, zij kreeg alleen een kind en
moest bij de gemeente een hele procedure volgen om haar eigen kind te kunnen
erkennen.
❖ GwH: Hoven en Rechtbanken kunnen préjudiciële vragen stellen, wetten toetsen aan
sommige bepalingen van de Gw, o.a. art 10 (gelijkheidsbeginsel) en art. 11
(discriminatieverbod)
Uitspraak rechtbank: vonnis
Uitspraak hof: arrest
Raakvlakken met andere rechtsvakken:
❖ Huwelijksvermogensrecht: “familiaal vermogensrecht” (Boek II, Titel 3, BW
Relatievermogensrecht)
❖ Het erfrecht: “erfrechtelijke overgang van de goederen binnen de familie” (Boek IV:
nalatenschappen, schenkingen en testamenten, BW)
❖ Het gerechtelijk privaatrecht:
- Familierechtbank binnen de Rechtbank van Eerste Aanleg één dossier één
rechter (opgericht door wet 30.07.2013)
- bemiddelen via KMS: Kamer minnelijke schikking, onderdeel familierechtbank, als je
een verzoekschrift neerlegt dan wordt je opgeroepen met inleidende zitting, dan kan je kiezen
voor de KMS met de rechter en de partijen
- hoorrecht: vanaf 12 jaar, maar ouders kunnen vragen dat kinderen jonger dan 12jaar
gehoord worden
❖ Het strafrecht:
❖ “familieverlating”, art. 391bis Sw
→Kan je een procedure voor opstarten via dagvaarding voor de correctionele rechtbank.
❖ “kindermisbruik”
❖ Het fiscaal recht en het sociaalzekerheidsrecht: “ de familiale verhoudingen”
Samenhang tussen personen- en familierecht:
Naamrecht:
❖ personenrecht (staat van persoon)
❖ familierecht (afstamming, adoptie)
Jeugdbeschermingsrecht:
❖ personenbeschermingsrecht: belang van het kind
❖ familierecht: opvoeding
DEEL 1: Personenrecht
Titel 1: Persoonlijkheid
,Hoofdstuk 1: De persoon
Begrip personen
=elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten
Deze eigenschap heet rechtsbekwaamheid
Soorten personen:
Natuurlijke personen:
❖ De natuurlijke persoon: alleen mensen zijn personen (dieren niet genieten wél een
zekere bescherming)
❖ Elke mens heeft rechten en plichten
❖ Kan goederen kopen, mag huwen, kan erven, mag schenken …
❖ Alleen de levende mens is een persoon (embryo, lijk, foetus hebben geen
rechtspersoonlijkheid wel bijzondere rechtsbescherming)
❖ Zijn allen rechtsbekwaam en principieel in gelijke mate (art. 10 Gw. en art. 4 oud BW)
❖ Er kan geen beslag gelegd worden op de’ handelswaarde’ van een mens
❖ Hoe zit het met de verkoop van een voetbalspeler?
Beperking subjectieve rechten:
❖ Wet of rechter ontneemt of ontzegt aan enkele personen een beperkt aantal subjectieve
rechten.
Beperking rechtsbekwaamheid:
❖ Vreemdelingen hebben niet alle politieke rechten (stemrecht, bekleden van een politiek
mandaat)
❖ =al wie niet het bewijs heeft om de belgische nationaliteit te hebben
❖ Bepaalde door wet opgesomde personen in relatie tot bepaalde andere personen (lees
art. 4.142 BW en art. 215 oud BW à echtgeno(o)t(e) kan de gezinswoning niet verkopen)
❖ Door rechter (lees art. 4.6 BW à onwaardigheid om te erven) en art. 32
Jeugdbeschermingswet →ontzetting uit ouderlijk gezag)
De rechtspersoon- begrip:
❖ Een groepering van mensen of rechtspersonen die drager zijn als groepering van
rechten en plichten
Gevolg: rechtspersonen kunnen, los van de samenstellende natuurlijke personen, aan het
rechtsverkeer deelnemen zoals een mens, als dragers van subjectieve rechten en plichten
Vb.: verenigingen (vzw’s), vennootschappen
Ontstaan en beëindiging van de persoonlijkheid van de natuurlijke persoon
a) Ontstaan
Vangt aan met de geboorte
, ❖ Levend: vanaf 24 weken (6 maanden), een doodgeboren kind verwerft geen
persoonlijkheid
❖ Levensvatbaar: dus niet in de onmogelijkheid verkeren om te overleven (bv extreme
vroeggeboorte niet)
Een verwekt kind kan al titularis zijn van bepaalde rechten en plichten voor de geboorte in
zoverre het later levend en levensvatbaar geboren wordt. (vb kind van Wouter Weylandt. ‘Infans
conceptus pro iam nato habetur quotiens de commodo eius agitur’)
Vermoeden van verwekking: 300 tot 180e dag voor geboorte
Stel kind geboren op 1 januari en sterft 3 dagen later heeft die dan persoonlijkheid gehad? JA
Een verwekt kind wordt als geboren beschouwd elke keer als het een voordeel heeft.
b) Beëindiging
❖ Eindigt met overlijden
❖ Bij euthanasie wordt geacht natuurlijke dood gestorven te zijn voor wat betreft uitvoering
overeenkomst waarbij hij partij was (vb.levensverzekering)
❖ Verdacht overlijden? (Mogelijk dient gerechtsarts ingeschakeld te worden)
❖ Geen definitie van ogenblik van dood. ( wanneer alle functies nodig voor handhaving
menselijk leven “volledig” en “onomkeerbaar” uitgevallen zijn)
❖ Orgaanuitneming ‘ex mortuo’: het overlijden van de donor moet worden vastgesteld door
een college van drie geneesheren
❖ Commorientes-leer: indien de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden niet
kan worden bepaald , stelt de wet een vermoeden van gelijktijdig overlijden
vb. vliegtuigramp, treinramp
Commorientes-leer: vb vader en zoon zijn elkaars erfgenaam maar zitten samen in één ramp
dan zijn ze gelijktijdig overleden
Hoofdstuk 2: De staat van de persoon
1) Begrip- staat van de persoon
❖ Geheel van persoonlijke en persoonlijke relatiegebonden hoedanigheden van een
persoon die zijn juridische plaats in de maatschappij en de familie bepalen, bv Belg
zijn, gehuwd zijn, …
❖ Het is de rechtstoestand van een persoon die zijn rechten en plichten bepalen
❖ Zie art. 6, § 2 oud BW
“De staat van een persoon is het geheel van bepaalde hoedanigheden van een persoon die
zijn rechtspositie in de familie en in de maatschappij bepalen en die hem onderscheiden van
de andere personen wat het bezit en de uitoefening van bepaalde rechten betreft.”
1) Tegenover wie/wat geldt deze rechtstoestand?
❖ De overheid (nationaliteit)
❖ De familie (verwantschap of gehuwd of niet)
❖ De enkeling (leeftijd, geslacht, psychische geestestoestand, elementen die de persoon
identificeren zoals zijn naam en zijn woonplaats)