GEZONDHEIDSZORG
Definities en determinanten van gezondheid ............................................................... 3
Hoofdstuk 1: ziekte en gezondheid ........................................................................... 3
1.1. Definitie gezondheid WHO............................................................................ 3
1.2. Dynamische definitie van gezondheid ........................................................... 4
1.3. Ecologisch model van gezondheid ................................................................ 5
1.4. Determinanten van gezondheid en onrecht in de gezondheidszorg ................. 7
Hoofdstuk 2: inleiding tot gezondheidsmodellen ................................................... 10
2.1. Verloop van een ziekte, levensloop en zorgmodellen .................................... 10
2.2. Cure vs care .............................................................................................. 15
2.3. Zorg voor kwetsbare mensen ...................................................................... 18
Hoofdstuk 3: methodieken voor signalering ........................................................... 21
3.1. Preventie ................................................................................................... 21
3.2. Screening .................................................................................................. 22
3.3. Preventie en controle van de verspreiding van ziektes .................................. 25
3.4. Gezondheidseconomische aspecten .......................................................... 26
3.5. GezondheidseOecten uitdrukken ................................................................ 27
Hoofdstuk 4: multimorbiditeit ................................................................................ 30
4.1. Multimorbiditeit ......................................................................................... 30
4.2. Actoren in de gezondheidszorg ................................................................... 33
4.3. Samenwerking en interdisciplinaire zorg ..................................................... 34
4.4. Accountability ........................................................................................... 35
4.5. persoonsgerichte zorg/ geïntegreerde zorg .................................................. 35
Organisatie van de gezondheidszorg ......................................................................... 40
Hoofdstuk 5: principes van de organisatie van gezondheidszorg ............................ 40
5.1. Historiek van organisatie gezondheidszorg .................................................. 40
5.2. Basisprincipes van gezondheidszorgorganisatie .......................................... 44
5.3. Principes van belgisch gezondheidsysteem ................................................. 46
Hoofdstuk 6: de belgische sociale zekerheid ......................................................... 53
6.1. Sociale zekerheid ....................................................................................... 53
6.2. Sociale bijstand: de bijstandsuitkeringen .................................................... 54
, 6.3. Financiëring van de sociale zekerheid ......................................................... 54
6.4. Organisatie van de sociale zekerheid .......................................................... 55
6.5. Capita selecta: ziekteverzekering ................................................................ 55
6.6. capita selecta: arbeidsongeschiktheid/ beroepsziekte ................................. 60
Hoofdstuk 7: financiering van de gezondheidszorg ................................................. 63
7.1. Casus Julia ................................................................................................ 63
7.2. Een paar “leuvense” pogingen om oplossingen ............................................ 65
Kwaliteit van zorg ..................................................................................................... 67
Hoofdstuk 8: inleiding tot het begrip kwaliteit van de zorg ...................................... 67
8.1. Inleiding .................................................................................................... 67
8.2. Gezondheidszorg als proces: Een benadering volgens Donabedian .............. 68
8.3. Kwaliteit van zorg en de bouwstenen op verschillende niveaus ..................... 71
8.4. Pioniers in kwaliteit van zorg ....................................................................... 72
8.5. Kwaliteit van zorg volgens het institute of medicine ...................................... 73
8.6. Indicatoren in de Gezondheidszorg: Meten om te Verbeteren ....................... 86
8.7. Triple Aim .................................................................................................. 88
,Definities en determinanten van gezondheid
Hoofdstuk 1: ziekte en gezondheid
1.1. Definitie gezondheid WHO
Ø Verschuiving van acute naar chronische aandoeningen
- Heel grote populatie met ziekte
- Daarom niet grote populatie letterlijk ziek in bed
Ø Gezondheidsparadox van Bonneux: hoe gezonder een bevolking wordt, hoe meer
mensen ziek zijn
- Gezonder leven zou betekenen dat je maatregelen gaat nemen om niet meer
een ziekte op te lopen
- Mensen met chronische aandoening krijgen meer en meer de normale
levensverwachting
= door betere gezondheidsgezondheid, voeding, preventie en
levensomstandigheden
- Hoe ouder de mensen worden, hoe meer tijd om ziektes te ontwikkelen
(diabetes, hartziekten en kanker)
Ø Definitie ziekte en gezondheid zijn moeilijk te definiëren
Ø Definitie WHO:
- Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en
niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebreken
- Gezondheid is een fundamenteel mensenrecht
- Initieel: baanbrekende definitie = heel breed wand breder dan afwezigheid
van ziekte, inclusie van fysisch, mentaal en sociaal welzijn
- Nu: problematisch è toenemende levensduur, proportie
Ø Problematische WHO definitie?
Compleet?
- Dreigende medicaliseren van maatschappij
- Allen meestal ziek?
- Wat met performante nieuwe screeningsdeterminanten?
Nieuwe context:
- Chronische > acute aandoeningen
- Verbeterde hygiëne, voeding
- Chronische ziekte = ziek?
- Gaat uit van verlies niet van mogelijkheid
Meetbaar?
,1.2. Dynamische definitie van gezondheid
Ø Ziekte en gezondheid zijn geen stabiele toestand
Ø Heel sterk afhankelijk op de manier waarop een persoon zich kan aanpassen aan
de context waarin die leeft
Ø Rekening houdend met allostasis
- = fysiologische hemostase behouden doorheen veranderde omstandigheden
- = blijven ‘functioneren’ met ziekte en gezondheid in balans
Ø Ziekte – ziektegevoel - ziekterol
- Ziekte: pathologisch substraat è doctor’s view
- Ziektegevoel: klacht è patient’s view
- Ziekterol: patiëntrol è community’s view
1.2.1. Modellen van ziekte en gezondheid
ð Biomedisch model
ð Biopsychosociaal model
ð Bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
ð Model ‘frailty’
ð Ecologisch model van gezondheid
1.2.1.1. Biomedisch model
• Ziekte = een probleem in biologische processen = objectieve
waarneming
• Basis van de volgende modellen
• Implicatie van het model op visie op:
- Gezondheid: focus op afwezigheid van ziekte
- Financiering van westerse gezondheid
• Belang van biomedisch model voor vooruitgang in geneeskunde,
EBM, …
- Ontstaansgeschiedenis van de medische wetenschap
1.2.1.2. Biopsychosociaal model
• Biologische aspecten: genetische en somatische bouw
• Psychologische factoren: mentale gezondheid en persoonlijkheid
• Sociologische factoren: omgeving
1.2.1.3. Bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
• Spirituele helpt ons te begrijpen waarom ziekteprocessen anders
verlopen bij bepaalde mensen
• Oudere mensen op palliatieve zorg
- Spirituele luik = zingeving
- Het loslaten van dingen uit hun leven wordt heel moeilijk
, • Spiritualiteit is de dynamische dimensie van mens-zijn de verwijst
naar de manier waarop personen zin, levensdoel en het
transcendente ervaren, uiten en/of zoeken en op die manier
waarop zij verbinding beleven met het nu, met zichzelf, met
anderen, met de natuur, met het betekenisvolle en/of het religieuze
- = levenshouding, zingeving, verbinding
• Spiritualiteit omvat verschillende dimensies:
- Existentiële uitdagingen
- Waarden en grondhoudingen
- Religieuze en levensbeschouwelijke overwegingen en
fundamenten
1.2.1.4. Model ‘frailty’
• Kwetsbaarheid (begrip uit de geriatrie)
• Frailty is een dynamische staat waarin een persoon verkeert die op
1 of meerdere domeinen functioneel verlies/uitval ervaart
- Wordt veroorzaakt/ beïnvloed door uiteenlopende parameters
• Moeilijk te meten: vooral gedetermineerd door de omgeving
- De ene 90 jarige is de andere niet
1.3. Ecologisch model van gezondheid
Ø Gezondheid wordt bepaald door biologie, sociale netwerk, psychologie en
spirituele
- VOORAL sociale determinanten en context daarrond
1.3.1. Individu
ð Kenmerken van het individu
- Biogenetische
- Somatische
- Psychische
- Sociale
ð Diversiteitskenmerken van een individu
- Leeftijd
- Geslacht
- Functieberperking, genetische eigenschap
- Taal
- Sexuele geaardheid
1.3.2. Omgeving
ð Contextuele factoren:
- Lokale en nationale wetten, beleid, politiek
Definities en determinanten van gezondheid ............................................................... 3
Hoofdstuk 1: ziekte en gezondheid ........................................................................... 3
1.1. Definitie gezondheid WHO............................................................................ 3
1.2. Dynamische definitie van gezondheid ........................................................... 4
1.3. Ecologisch model van gezondheid ................................................................ 5
1.4. Determinanten van gezondheid en onrecht in de gezondheidszorg ................. 7
Hoofdstuk 2: inleiding tot gezondheidsmodellen ................................................... 10
2.1. Verloop van een ziekte, levensloop en zorgmodellen .................................... 10
2.2. Cure vs care .............................................................................................. 15
2.3. Zorg voor kwetsbare mensen ...................................................................... 18
Hoofdstuk 3: methodieken voor signalering ........................................................... 21
3.1. Preventie ................................................................................................... 21
3.2. Screening .................................................................................................. 22
3.3. Preventie en controle van de verspreiding van ziektes .................................. 25
3.4. Gezondheidseconomische aspecten .......................................................... 26
3.5. GezondheidseOecten uitdrukken ................................................................ 27
Hoofdstuk 4: multimorbiditeit ................................................................................ 30
4.1. Multimorbiditeit ......................................................................................... 30
4.2. Actoren in de gezondheidszorg ................................................................... 33
4.3. Samenwerking en interdisciplinaire zorg ..................................................... 34
4.4. Accountability ........................................................................................... 35
4.5. persoonsgerichte zorg/ geïntegreerde zorg .................................................. 35
Organisatie van de gezondheidszorg ......................................................................... 40
Hoofdstuk 5: principes van de organisatie van gezondheidszorg ............................ 40
5.1. Historiek van organisatie gezondheidszorg .................................................. 40
5.2. Basisprincipes van gezondheidszorgorganisatie .......................................... 44
5.3. Principes van belgisch gezondheidsysteem ................................................. 46
Hoofdstuk 6: de belgische sociale zekerheid ......................................................... 53
6.1. Sociale zekerheid ....................................................................................... 53
6.2. Sociale bijstand: de bijstandsuitkeringen .................................................... 54
, 6.3. Financiëring van de sociale zekerheid ......................................................... 54
6.4. Organisatie van de sociale zekerheid .......................................................... 55
6.5. Capita selecta: ziekteverzekering ................................................................ 55
6.6. capita selecta: arbeidsongeschiktheid/ beroepsziekte ................................. 60
Hoofdstuk 7: financiering van de gezondheidszorg ................................................. 63
7.1. Casus Julia ................................................................................................ 63
7.2. Een paar “leuvense” pogingen om oplossingen ............................................ 65
Kwaliteit van zorg ..................................................................................................... 67
Hoofdstuk 8: inleiding tot het begrip kwaliteit van de zorg ...................................... 67
8.1. Inleiding .................................................................................................... 67
8.2. Gezondheidszorg als proces: Een benadering volgens Donabedian .............. 68
8.3. Kwaliteit van zorg en de bouwstenen op verschillende niveaus ..................... 71
8.4. Pioniers in kwaliteit van zorg ....................................................................... 72
8.5. Kwaliteit van zorg volgens het institute of medicine ...................................... 73
8.6. Indicatoren in de Gezondheidszorg: Meten om te Verbeteren ....................... 86
8.7. Triple Aim .................................................................................................. 88
,Definities en determinanten van gezondheid
Hoofdstuk 1: ziekte en gezondheid
1.1. Definitie gezondheid WHO
Ø Verschuiving van acute naar chronische aandoeningen
- Heel grote populatie met ziekte
- Daarom niet grote populatie letterlijk ziek in bed
Ø Gezondheidsparadox van Bonneux: hoe gezonder een bevolking wordt, hoe meer
mensen ziek zijn
- Gezonder leven zou betekenen dat je maatregelen gaat nemen om niet meer
een ziekte op te lopen
- Mensen met chronische aandoening krijgen meer en meer de normale
levensverwachting
= door betere gezondheidsgezondheid, voeding, preventie en
levensomstandigheden
- Hoe ouder de mensen worden, hoe meer tijd om ziektes te ontwikkelen
(diabetes, hartziekten en kanker)
Ø Definitie ziekte en gezondheid zijn moeilijk te definiëren
Ø Definitie WHO:
- Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en
niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebreken
- Gezondheid is een fundamenteel mensenrecht
- Initieel: baanbrekende definitie = heel breed wand breder dan afwezigheid
van ziekte, inclusie van fysisch, mentaal en sociaal welzijn
- Nu: problematisch è toenemende levensduur, proportie
Ø Problematische WHO definitie?
Compleet?
- Dreigende medicaliseren van maatschappij
- Allen meestal ziek?
- Wat met performante nieuwe screeningsdeterminanten?
Nieuwe context:
- Chronische > acute aandoeningen
- Verbeterde hygiëne, voeding
- Chronische ziekte = ziek?
- Gaat uit van verlies niet van mogelijkheid
Meetbaar?
,1.2. Dynamische definitie van gezondheid
Ø Ziekte en gezondheid zijn geen stabiele toestand
Ø Heel sterk afhankelijk op de manier waarop een persoon zich kan aanpassen aan
de context waarin die leeft
Ø Rekening houdend met allostasis
- = fysiologische hemostase behouden doorheen veranderde omstandigheden
- = blijven ‘functioneren’ met ziekte en gezondheid in balans
Ø Ziekte – ziektegevoel - ziekterol
- Ziekte: pathologisch substraat è doctor’s view
- Ziektegevoel: klacht è patient’s view
- Ziekterol: patiëntrol è community’s view
1.2.1. Modellen van ziekte en gezondheid
ð Biomedisch model
ð Biopsychosociaal model
ð Bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
ð Model ‘frailty’
ð Ecologisch model van gezondheid
1.2.1.1. Biomedisch model
• Ziekte = een probleem in biologische processen = objectieve
waarneming
• Basis van de volgende modellen
• Implicatie van het model op visie op:
- Gezondheid: focus op afwezigheid van ziekte
- Financiering van westerse gezondheid
• Belang van biomedisch model voor vooruitgang in geneeskunde,
EBM, …
- Ontstaansgeschiedenis van de medische wetenschap
1.2.1.2. Biopsychosociaal model
• Biologische aspecten: genetische en somatische bouw
• Psychologische factoren: mentale gezondheid en persoonlijkheid
• Sociologische factoren: omgeving
1.2.1.3. Bio-psychosociaal-spiritueel model van ziekte
• Spirituele helpt ons te begrijpen waarom ziekteprocessen anders
verlopen bij bepaalde mensen
• Oudere mensen op palliatieve zorg
- Spirituele luik = zingeving
- Het loslaten van dingen uit hun leven wordt heel moeilijk
, • Spiritualiteit is de dynamische dimensie van mens-zijn de verwijst
naar de manier waarop personen zin, levensdoel en het
transcendente ervaren, uiten en/of zoeken en op die manier
waarop zij verbinding beleven met het nu, met zichzelf, met
anderen, met de natuur, met het betekenisvolle en/of het religieuze
- = levenshouding, zingeving, verbinding
• Spiritualiteit omvat verschillende dimensies:
- Existentiële uitdagingen
- Waarden en grondhoudingen
- Religieuze en levensbeschouwelijke overwegingen en
fundamenten
1.2.1.4. Model ‘frailty’
• Kwetsbaarheid (begrip uit de geriatrie)
• Frailty is een dynamische staat waarin een persoon verkeert die op
1 of meerdere domeinen functioneel verlies/uitval ervaart
- Wordt veroorzaakt/ beïnvloed door uiteenlopende parameters
• Moeilijk te meten: vooral gedetermineerd door de omgeving
- De ene 90 jarige is de andere niet
1.3. Ecologisch model van gezondheid
Ø Gezondheid wordt bepaald door biologie, sociale netwerk, psychologie en
spirituele
- VOORAL sociale determinanten en context daarrond
1.3.1. Individu
ð Kenmerken van het individu
- Biogenetische
- Somatische
- Psychische
- Sociale
ð Diversiteitskenmerken van een individu
- Leeftijd
- Geslacht
- Functieberperking, genetische eigenschap
- Taal
- Sexuele geaardheid
1.3.2. Omgeving
ð Contextuele factoren:
- Lokale en nationale wetten, beleid, politiek