Research producer Een research producer is iemand die actief onderzoek ontwerpt, uitvoert
en rapporteert. Dit houdt in dat de persoon zelf data verzamelt
(bijvoorbeeld via enquêtes, interviews of experimenten), deze data
analyseert met passende methoden en technieken, en de resultaten
interpreteert om nieuwe kennis of inzichten te creëren. In tegenstelling tot
een research consumer, die vooral bestaande onderzoeken leest en toepast,
draagt de research producer zelf bij aan de productie van wetenschappelijke
of praktijkgerichte kennis.
Research consumer Een research consumer is iemand die onderzoek leest, begrijpt,
beoordeelt en toepast, zonder het zelf uit te voeren. De persoon gebruikt
bestaande onderzoeksresultaten om beslissingen te nemen, praktijken te
verbeteren of theoretische kennis te verdiepen. In tegenstelling tot
de research producer, die nieuwe data genereert, richt de research
consumer zich op het kritisch interpreteren en benutten van reeds
beschikbare onderzoeken.
How scientists work - Wetenschap is gebaseerd op empirisme (waarneming en ervaring)
- Wetenschappers toetsen theorieën
- Wetenschappers werken aan fundamentele en toegepaste
vraagstukken
- Wetenschap is voortdurend in ontwikkeling
- Wetenschappers publiceren hun bevindingen in
wetenschappelijke tijdschriften
- Wetenschappers communiceren met het brede publiek via
journalisten
Empiricism Empirisme is de wetenschappelijke benadering waarin kennis wordt
verkregen door systematische en herhaalbare observaties en
metingen via onze zintuigen en instrumenten die deze ondersteunen (zoals
thermometers of vragenlijsten). Het is niet gebaseerd op persoonlijke
ervaringen, intuïtie of autoriteitsfiguren, maar op objectieve,
controleerbare data die onderzoekers op een rigoureuze manier
verzamelen en analyseren.
Theorie-data cyclus De theorie-data cyclus is het proces waarin wetenschappers theorieën
ontwikkelen, onderzoeksvragen en hypothesen opstellen, data verzamelen en
analyseren, en op basis daarvan de theorie bevestigen of herzien. Dit gebeurt
in een systematische cirkel waarin theorie en data elkaar voortdurend
beïnvloeden.
Exploratief (inductief) onderzoek: onderzoekers starten vanuit data en
observaties om nieuwe theorieën of verklaringen te ontwikkelen.
Confirmatief (deductief) onderzoek: onderzoekers toetsen bestaande
theorieën door hypothesen af te leiden en te testen met data.
,Cupboard theory De Cupboard Theory stelt dat een kind zich hecht aan zijn verzorger omdat
die voorziet in basisbehoeften, vooral voeding. Volgens deze theorie ontstaat
hechting dus primair uit de beloning van eten en drinken die de verzorger
biedt, vergelijkbaar met hoe een kast (cupboard) voedsel bevat.
Deze theorie werd later weerlegd door onderzoek van Harry Harlow met
zijn beroemde experimenten met aapjes, die lieten zien dat fysieke
nabijheid en warmte (contact comfort) belangrijker zijn voor hechting dan
alleen voeding.
Contact comfort theory De Contact Comfort Theory stelt dat de hechting van een kind aan zijn
verzorger vooral ontstaat door warmte, veiligheid en lichamelijk contact,
niet door voeding. Volgens deze theorie zoeken kinderen nabijheid en
comfort bij de verzorger, omdat dit hen emotionele geborgenheid en
veiligheid geeft.
Deze theorie werd ondersteund door Harlow’s experimenten met
resusapen: de aapjes gaven de voorkeur aan een zachte, met stof beklede
“moederpop” boven een “moederpop” die eten gaf maar geen comfort bood.
Scientists test theories Een goede wetenschappelijke theorie is een verklaring die ondersteund
wordt door data, toetsbaar en weerlegbaar (falsifieerbaar) is, en zo
eenvoudig mogelijk blijft (parsimonie, Occam’s razor). Theorieën kunnen
nooit definitief bewezen worden, maar wel steeds opnieuw getoetst en
eventueel weerlegd. Daarom is repliceerbaarheid van onderzoek cruciaal.
Theoretische waarde wordt bepaald op basis van alle beschikbare bewijzen.
Merton’s scientific norms Volgens Merton vormt wetenschap een gemeenschap die werkt volgens
vier wetenschappelijke normen:
Universalisme – Wetenschappelijke claims worden beoordeeld op hun
inhoud, niet op de persoon of afkomst van de onderzoeker.
Communaliteit – Kennis is gemeenschappelijk bezit en moet openlijk
gedeeld worden met de wetenschappelijke gemeenschap.
Onbaatzuchtigheid (disinterestedness) – Wetenschappers streven naar
objectiviteit en laten zich niet leiden door persoonlijke belangen.
Georganiseerd scepticisme – Onderzoek en bevindingen moeten altijd
kritisch en systematisch beoordeeld worden, ook binnen de gemeenschap
zelf.
Basic research Basic research (fundamenteel onderzoek) is onderzoek dat gericht is op
het vergroten van algemene kennis en theoretisch inzicht, zonder dat er
, direct een praktische toepassing voor ogen is. Het doel is het begrijpen van
basisprincipes, mechanismen of processen die later eventueel de basis
kunnen vormen voor toegepast onderzoek.
Translational research Translational research (translationeel onderzoek) is onderzoek dat erop
gericht is om fundamentele wetenschappelijke kennis te vertalen naar
praktische toepassingen die de samenleving ten goede komen, bijvoorbeeld
in de geneeskunde of technologie. Het vormt de brug tussen basic
research en applied research: inzichten uit basaal onderzoek worden
omgezet in concrete oplossingen, behandelingen of innovaties.
Applied research Applied research (toegepast onderzoek) is onderzoek dat gericht is op
het oplossen van praktische problemen of het verbeteren van bestaande
processen, producten of methoden. In tegenstelling tot basic research, dat
vooral nieuwe kennis oplevert, richt applied research zich direct op
toepassingen in de praktijk.
Continuously evolving Wetenschap is een continu proces waarin theorieën steeds opnieuw getest,
aangepast of weerlegd worden, en waarin elk onderzoek aanleiding geeft
tot nieuw vervolgonderzoek, zodat kennis voortdurend evolueert.
Publishing Publiceren in de wetenschap betekent dat onderzoekers hun manuscripten
indienen bij wetenschappelijke tijdschriften, waarna deze via het peer-
reviewproces door vakgenoten en een editor beoordeeld worden. Dit proces
bepaalt of een artikel wordt afgewezen, geaccepteerd of na revisie opnieuw
moet worden ingediend, en zorgt zo voor de kwaliteit en betrouwbaarheid
van wetenschappelijke publicaties
The science news cycle De science news cycle beschrijft hoe wetenschappelijk onderzoek via
universiteitscommunicatie en nieuwsorganisaties naar het brede publiek
wordt verspreid. Tijdens dit proces worden resultaten vaak vereenvoudigd,
aangedikt of verkeerd geïnterpreteerd, waardoor de oorspronkelijke nuance
verloren gaat en de boodschap kan vertekenen.
, Sources of information
Sources of information Wetenschappelijk onderzoek is een betrouwbare bron van kennis omdat
onderzoekers systematisch te werk gaan: ze gebruiken controlegroepen, houden
rekening met derde variabelen en proberen informatie zonder
vooringenomenheid (bias) te evalueren. Hierdoor is onderzoek betrouwbaarder
dan kennis gebaseerd op persoonlijke ervaring, intuïtie of autoriteitsargumenten.
Research versus Onderzoek levert betrouwbaardere kennis op dan persoonlijke ervaring, omdat
experience ervaring geen controlegroep bevat en gemakkelijk beïnvloed wordt door
storende (derde) variabelen. Waar ervaring beperkt en subjectief is, maakt
onderzoek gebruik van systematische vergelijking en controle, waardoor de
conclusies objectiever en generaliseerbaarder zijn.
Dr. Benjamin Rush - Bloodletting (aderlating) was een vroegere medische behandeling waarbij men
Bloodletting dacht dat ziekten konden worden genezen door het aftappen van bloed om het
“lichaamsbalans” te herstellen. Deze methode leek effectief op basis van ervaring,
maar werd nooit wetenschappelijk vergeleken met een controlegroep en bleek
uiteindelijk schadelijk en ineffectief.
Experience is Ervaringen zijn vaak vertekend (confounded) omdat we in ons dagelijks leven
confounded geen controle hebben over de vele factoren die tegelijkertijd onze gevoelens en
gedrag beïnvloeden. Daardoor kan persoonlijke ervaring ons een verkeerd
beeld geven van oorzaak en gevolg, terwijl onderzoek deze factoren wél
probeert te controleren.
Research versus Wetenschappelijk onderzoek onderscheidt zich van ervaring doordat
experience onderzoekers controlegroepen gebruiken, rekening houden met storende
variabelen en informatie proberen te beoordelen zonder bias. Een voorbeeld is
Bushman (2002), die de catharsis hypothesis testte en aantoonde dat agressie niet
vermindert door woede “eruit te slaan”, maar zelfs kan toenemen. Onderzoek
werkt bovendien probabilistisch: het beschrijft patronen en kansen, niet absolute
waarheden.
Research versus Onderzoek is betrouwbaarder dan intuïtie, omdat intuïtie vaak beïnvloed wordt
intuition door cognitieve vertekeningen (biases), zoals:
A good story : we geloven verhalen die logisch klinken, zelfs zonder bewijs.
Availability heuristic : we overschatten informatie die gemakkelijk in ons
geheugen opkomt.
Present/Present bias : we letten vooral op gevallen waarin twee factoren tegelijk
aanwezig zijn en negeren de andere mogelijkheden.
Wetenschappelijk onderzoek helpt deze denkfouten te vermijden door
systematische en objectieve toetsing.