Internationale economie
1. HF1: Introductie tot internationale economie
1.1 Waar gaat internationale economie over?
Internationale economie = interactie tussen landen door handel in goederen en diensten,
kapitaalstromen en investeringen.
- Oud onderwerp, maar de continue groei van de wereldhandel maakt internationale economie
steeds belangrijker.
Landen worden steeds meer afhankelijk van de internationale context en verliezen hun
economische onafhankelijkheid
Input productieproces
- Productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K)
Output
- Goederen en diensten
- Exportbedrijven kopen intermediaire goederen en diensten bij niet-exportbedrijven
K,L,goederen en diensten gaan over de grenzen maw zijn mobiel
- Internationale handel
- Internationale factormigratie van kapitaal en arbeid
Verklaring globaliseringspatroon
- Handels- en investeringspatroon
- Oorzaken toenemende internationale handel
Welvaartswinst & welvaartsverdeling van globalisering
- Winnaars maar ook verliezers
Internationaal handelsbeleid
- Protectionisme, vrijhandel
Handelspatroon: wie verkoopt aan wie?
- Klimaat en grondstoffen zijn soms determinerend.
- Bij afgewerkte en intermediaire goederen/diensten is het patroon minder duidelijk
- Twee types van handel
Interindustry trade = steunt op verschillen tussen landen
Intraindustry trade = gebeurt tussen meer homogene landen
- Verschillen in klimaat en grondstoffen kunnen verklaren waarom Brazilië koffie en Saoedi-
Arabië olie exporteert.
- Maar waarom exporteert Japan auto’s en produceren wij vliegtuigen in Europa is niet zo
eenvoudig te verklaren.
- Verschillen in arbeidsproductiviteit kunnen bepaalde patronen verklaren.
- Het relatieve gebruik van het aanwezige K,L en land in de productie van goederen/diensten kan
de export soms verklaren.
Wereldhandel gaat door verschillende fasen
1
,1.2 Waarom internationale handel?
- Verschillende “voordelen”
Koper en verkoper verhandelen een product uit vrije keuze en maken winst
Door handel hebben we in ons land andere producten
De producent krijgt een inkomen die hij vrij kan besteden
- Landen kunnen hun beperkte hoeveelheid PF aanwenden om te produceren waar ze in
vergelijking met andere productiemogelijkheden de hoogste productiviteit in hebben.
- Deze goederen/diensten kunnen ze verhandelen voor andere gewilde goederen/diensten.
- Handel zou de productie efficiënter maken.
Exporteer goederen met de veel voorkomende PF en importeer de goederen waarvan PF in
het land schaars zijn.
- Specialiseren kan tot schaaleconomieën leiden.
- Handel zou landen op zich te goed komen maar kan bepaalde groepen binnen het land
schaden.
IH kan de industrieën die moeten concurreren met de import beïnvloeden.
IH kan effect hebben op de inkomensverdeling in een land.
KT doelstellingen kunnen dit proces afremmen door lobbygroepen die hun “bedreigde
industrie” verdedigen bij politieke overheden
Ontstaan internationale handel
- Globaliserings proces intenser dan in vorige periodes
2000-… Globalisation 3.0
o Meer individueel
o Flat playing field door digitalisering
o Integratie door afname handelsbelemmeringen
o Verschuiving van N-Amerika/Europa naar China (lid WTO sinds 2001)
Flat world platform = convergentie van PC (iedere individu wordt auteur van zijn bijdrage) en
optische vezel kabels (digitalisering van de wereld) met “work flow software” zodat we
“placelessness” kunnen samenwerken
The world is flat
- Thomas Friedman
Toenemende technologie in “broadband” verbinden tussen alle delen van de wereld
Computer wordt goedkoper en verspreiding neemt toe
Email , fiber netwerk, search engines (google), telewerk,...
Global network
- Globaliseringsproces met intense relatie tussen ontwikkeling, productie, distributie en
consumptie
Wereld “lijkt” kleiner
Transportkosten/tijd dalen
Handelsbelemmeringen verminderen (tot recent)
Informatie toegankelijker en sneller
- Ontstaan transnationaal productienetwerk = commodity chain “Globalisation is about growing
worldwide interconnectivity”
Globalization 3.0
- Aanvankelijk zorgt global race voor positief sum game maar vandaag ook verliezers (olifant van
Milanovic)
- Druk op lonen in bepaalde sectoren in de westerse landen door concurrentie met lageloonlanden
maw “competitiviteit argument” leidt tot “race to the bottom”
2
, - Afbouw sociale welvaartstaat door internationale competitie leidt tot toenemende ongelijkheid
binnen de landen
- Toenemende tewerkstelling in de dienstensector in de IL en minder in landbouw en industrie
- Positief voor “skilled” human capital
- Combinatie met T daling voor rijken creëert meer ongelijkheid
- Toenemende ongelijkheid gelinkt aan opleidingsniveau
Verschuiving naar hoog geschoolde dienstensector
Jobs met lage scholing verdwijnen of staan onder druk om lonen te verlagen
- Mannen meer getroffen dan vrouwen
Basisindustrie, autofabrieken, …
Kennis georiënteerde technologische veranderingen
Relocatie naar lagere loon landen
Vrouwen meer in diensten (onderwijs, zorg,…) en hun “fabrieken” (textiel, elektronica,…)
waren al eerder verhuisd
Vrouwen hebben betere opleiding
Bescherming is logisch gevolg van globalisering
- De textielindustrie in België
IR – 1970
o Belangrijke L-intensieve textielindustrie
Na 1970
o Concurrentie uit lage loonlanden
o K (machines) gemakkelijk transporteerbaar
o België verliest strijd voor bulkproducten
o Tewerkstelling gaat verloren
o P producten daalt door goedkope import
o Consument en andere sectoren waar de consument zijn vrijgekomen budget gaat
spenderen profiteren
- Verlies van arbeidsplaatsen leidt tot PROTECTIONISME
T (importheffing) op geïmporteerde textiel om eigen industrie te beschermen
Werden later afgeschaft in kader van internationale handelsakkoorden
Importheffing = een T die wordt geheven op een buitenlands goed op het moment dat dit goed het
importland binnenkomt.
- Textielindustrie in België
Importheffing niet efficiënt
o Jobverlies textiel 1960-90 ruimschoots gecompenseerd door toename tewerkstelling in
andere industrieën
o Gezonde economie kent continue creatie nieuwe jobs
o Geen probleem geweest INDIEN DE MENSEN UIT TEXTIEL MASSAAL IN ANDERE
SECTOREN AAN HET WERK GEZET ZOUDEN KUNNEN WORDEN
Vandaag textiel in ons land gespecialiseerd in marktniches
o Hoogtechnologische en kapitaalintensieve textielproducten
3
1. HF1: Introductie tot internationale economie
1.1 Waar gaat internationale economie over?
Internationale economie = interactie tussen landen door handel in goederen en diensten,
kapitaalstromen en investeringen.
- Oud onderwerp, maar de continue groei van de wereldhandel maakt internationale economie
steeds belangrijker.
Landen worden steeds meer afhankelijk van de internationale context en verliezen hun
economische onafhankelijkheid
Input productieproces
- Productiefactoren arbeid (L) en kapitaal (K)
Output
- Goederen en diensten
- Exportbedrijven kopen intermediaire goederen en diensten bij niet-exportbedrijven
K,L,goederen en diensten gaan over de grenzen maw zijn mobiel
- Internationale handel
- Internationale factormigratie van kapitaal en arbeid
Verklaring globaliseringspatroon
- Handels- en investeringspatroon
- Oorzaken toenemende internationale handel
Welvaartswinst & welvaartsverdeling van globalisering
- Winnaars maar ook verliezers
Internationaal handelsbeleid
- Protectionisme, vrijhandel
Handelspatroon: wie verkoopt aan wie?
- Klimaat en grondstoffen zijn soms determinerend.
- Bij afgewerkte en intermediaire goederen/diensten is het patroon minder duidelijk
- Twee types van handel
Interindustry trade = steunt op verschillen tussen landen
Intraindustry trade = gebeurt tussen meer homogene landen
- Verschillen in klimaat en grondstoffen kunnen verklaren waarom Brazilië koffie en Saoedi-
Arabië olie exporteert.
- Maar waarom exporteert Japan auto’s en produceren wij vliegtuigen in Europa is niet zo
eenvoudig te verklaren.
- Verschillen in arbeidsproductiviteit kunnen bepaalde patronen verklaren.
- Het relatieve gebruik van het aanwezige K,L en land in de productie van goederen/diensten kan
de export soms verklaren.
Wereldhandel gaat door verschillende fasen
1
,1.2 Waarom internationale handel?
- Verschillende “voordelen”
Koper en verkoper verhandelen een product uit vrije keuze en maken winst
Door handel hebben we in ons land andere producten
De producent krijgt een inkomen die hij vrij kan besteden
- Landen kunnen hun beperkte hoeveelheid PF aanwenden om te produceren waar ze in
vergelijking met andere productiemogelijkheden de hoogste productiviteit in hebben.
- Deze goederen/diensten kunnen ze verhandelen voor andere gewilde goederen/diensten.
- Handel zou de productie efficiënter maken.
Exporteer goederen met de veel voorkomende PF en importeer de goederen waarvan PF in
het land schaars zijn.
- Specialiseren kan tot schaaleconomieën leiden.
- Handel zou landen op zich te goed komen maar kan bepaalde groepen binnen het land
schaden.
IH kan de industrieën die moeten concurreren met de import beïnvloeden.
IH kan effect hebben op de inkomensverdeling in een land.
KT doelstellingen kunnen dit proces afremmen door lobbygroepen die hun “bedreigde
industrie” verdedigen bij politieke overheden
Ontstaan internationale handel
- Globaliserings proces intenser dan in vorige periodes
2000-… Globalisation 3.0
o Meer individueel
o Flat playing field door digitalisering
o Integratie door afname handelsbelemmeringen
o Verschuiving van N-Amerika/Europa naar China (lid WTO sinds 2001)
Flat world platform = convergentie van PC (iedere individu wordt auteur van zijn bijdrage) en
optische vezel kabels (digitalisering van de wereld) met “work flow software” zodat we
“placelessness” kunnen samenwerken
The world is flat
- Thomas Friedman
Toenemende technologie in “broadband” verbinden tussen alle delen van de wereld
Computer wordt goedkoper en verspreiding neemt toe
Email , fiber netwerk, search engines (google), telewerk,...
Global network
- Globaliseringsproces met intense relatie tussen ontwikkeling, productie, distributie en
consumptie
Wereld “lijkt” kleiner
Transportkosten/tijd dalen
Handelsbelemmeringen verminderen (tot recent)
Informatie toegankelijker en sneller
- Ontstaan transnationaal productienetwerk = commodity chain “Globalisation is about growing
worldwide interconnectivity”
Globalization 3.0
- Aanvankelijk zorgt global race voor positief sum game maar vandaag ook verliezers (olifant van
Milanovic)
- Druk op lonen in bepaalde sectoren in de westerse landen door concurrentie met lageloonlanden
maw “competitiviteit argument” leidt tot “race to the bottom”
2
, - Afbouw sociale welvaartstaat door internationale competitie leidt tot toenemende ongelijkheid
binnen de landen
- Toenemende tewerkstelling in de dienstensector in de IL en minder in landbouw en industrie
- Positief voor “skilled” human capital
- Combinatie met T daling voor rijken creëert meer ongelijkheid
- Toenemende ongelijkheid gelinkt aan opleidingsniveau
Verschuiving naar hoog geschoolde dienstensector
Jobs met lage scholing verdwijnen of staan onder druk om lonen te verlagen
- Mannen meer getroffen dan vrouwen
Basisindustrie, autofabrieken, …
Kennis georiënteerde technologische veranderingen
Relocatie naar lagere loon landen
Vrouwen meer in diensten (onderwijs, zorg,…) en hun “fabrieken” (textiel, elektronica,…)
waren al eerder verhuisd
Vrouwen hebben betere opleiding
Bescherming is logisch gevolg van globalisering
- De textielindustrie in België
IR – 1970
o Belangrijke L-intensieve textielindustrie
Na 1970
o Concurrentie uit lage loonlanden
o K (machines) gemakkelijk transporteerbaar
o België verliest strijd voor bulkproducten
o Tewerkstelling gaat verloren
o P producten daalt door goedkope import
o Consument en andere sectoren waar de consument zijn vrijgekomen budget gaat
spenderen profiteren
- Verlies van arbeidsplaatsen leidt tot PROTECTIONISME
T (importheffing) op geïmporteerde textiel om eigen industrie te beschermen
Werden later afgeschaft in kader van internationale handelsakkoorden
Importheffing = een T die wordt geheven op een buitenlands goed op het moment dat dit goed het
importland binnenkomt.
- Textielindustrie in België
Importheffing niet efficiënt
o Jobverlies textiel 1960-90 ruimschoots gecompenseerd door toename tewerkstelling in
andere industrieën
o Gezonde economie kent continue creatie nieuwe jobs
o Geen probleem geweest INDIEN DE MENSEN UIT TEXTIEL MASSAAL IN ANDERE
SECTOREN AAN HET WERK GEZET ZOUDEN KUNNEN WORDEN
Vandaag textiel in ons land gespecialiseerd in marktniches
o Hoogtechnologische en kapitaalintensieve textielproducten
3