DEEL I. ALGEMENE BEGRIPPEN VAN HET VERMOGENSRECHT
Hfst 1. Vermogensrechten: persoonlijke & zakelijke rechten
§1. Onderverdeling & belang onderscheid (4)
§2. De klassieke leer
− Objectief criterium
− Kritiek
§3. De leer van het personalisme
− Externe kenmerken
o Absoluut ZR
o Relatief PR
− Kritiek → publiciteit voor 3e
§4. De leer van het neo-personalisme
− Eigendom
− Beperkte vermogensrechten
o Kwalitatieve verbintenissen ZR (OBT)
o Pers verbintenissen PR (OAT 1165 BW)
− Appreciatie (2)
Hfst 2. Bijzondere kenmerken van zakelijke rechten
§1. Bescherming tegen insolvabiliteit = recht van voorrang
− Rangorde PR >< ZR
− Kritiek → wél accessoire zakelijke rechten
§2. Volgrecht
− Kwal. Verb. ZR (OBT)
− Nuance: X absoluut
o Roerende lichamelijke goederen (art. 2279 BW)
o Pers R (huur)
§3. Specialiteitsbeginsel
− V indiv.
− X abstracte waarde & onderpand → eigendom (klassiek)
− Vermening → mede-eigendom (recent)
§4. Zakelijke subrogatie
− Wat? ZR → oorspr. Object → verm bestanddeel
− Wettelijke toepassingsgevallen
− Algemeen RB?
o Vroeger
o Recent: waardebestemming
− 5 vw!
1
,Inhoud GBO
Hfst 3. Principes
§ 1. Het numerus clausus beginsel bij ZR
− Wat?
− Opsomming
o Hoofdrechten (543 BW)
o Zekerheden (3)
− Eigendom als accessoir (2)
− Kritiek: onvolledigheid
− Bep tot 3e
§ 2. Wilsautonomie bij PR
− Uitgangspunt
− Benoemde & onbenoemde contracten
− Gemengde contracten (absorptietheorie)
§ 3. Gesloten stelsel >< open stelsel ➔ nuance
Hfst 4. Zakelijke & persoonlijke rechtsvorderingen
§1. Wat?
− ZRV
− PRV
§2. Belang onderscheid (3)
Hfst 5. Vermogensleer
§1. Begrip
− Vermogen
− Uitz op eenheid & ondeelbaarheid vermogen
§2. Gevallen van vermogenssplitsing
− Vereffeningsoogmerk (2)
− Beheeroogmerk (2)
2
, Inhoud GBO
Hfst 6. Onderscheid der goederen
§1. Roerende en onroerende goederen
1. Algemeen
− Evolutie: RR → feodaal → BW
− X registergoederen
2. Onroerende goederen
− Uit hun aard
o Gronderven
o Gebouwen & werken
▪ Incorporatie (3) !!
▪ Onderdelen & uitrustingsapp.
▪ Mobilisering
o Beplantingen
− Door bestemming
o Begrip
o 3 vw
o Gevolgen
o Einde: wil
− Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben
o Onr. ZR: aard onderpand
o Onr. SV
o Onr. RV
3. Roerende goederen ➔ REST
− Lichamelijke
o Door anticipatie
▪ HvC
▪ Vereiste
o Gevolgen
− Onlichamelijke
o Algemeen (3)
o Universaliteiten
o Intellectuele R
§2. Lichamelijke en onlichamelijke goederen
− Criterium → zintuigen
− Toenemend belang onlichamelijke G: economisch & dematerialisering goederenR
§3. Openbare domeingoederen en private domeingoederen (x summa divisio)
1. Private domeingoederen
− Negatieve omschrijving
− Eigendomsverkrijging publiekr RP (3)
− Toepasselijk regime
o Gemeen recht: in handel
o ABBB (3)
3