Organisatie van de hulpverlening
Deel 1: Contextualisering
Conceptafbakening
Waarom hiervoor aandacht?
- De mythe vd ‘indiv hulpverlener’
- De hulpverlening is geen eiland
➔ Belang v contextualisering: in tijd (geschiedenis – historische evoluties) en in plaats
(binnen de ruimere samenleving)
➔ Wat doe ik (niet)? Waarom?
Een definitie: ‘health system’
- A health system = sum total of all the organizations, institutions and resources whose
primary purpose is to improve health (and wellbeing) → WHO
- ~ ‘health system’: gaat niet alleen om de hulpverlening die geboden w, maar ook over de soc
en econ determinanten v gezondheid (die vraag nr hulp mee bep)
- <-> ‘health care system’: focus ligt op geboden zorg & diensten
- = het geheel v maatsch inspanningen al dan niet georg privaat of publiek die (een aspect v)
de gezondhd of welzijn v burgers tracht te bevorderen (preventie) of te garanderen (curatie en
rehabiliteit of herstel) door maatregelen en diensten te verstrekken en te financieren. Kan
niet los gezien w vh systeem waarin die hulpverlening tot stand komt.
Een gezondheidssysteem (health system): bouwblokken
- Het aanbod (service delivery), het personeel (health workforce), informatie, (medische)
producten; vaccins en technologie, financiering, leadership and governance
- ! veel versch relaties en interacties tss deze bouwblokken
Een gezondheidssysteem: doel en functies
- Algemeen doel ve gezondheidssyst is om in te spelen op behoeften vd bevolking,
bescherming te bieden tegen risico’s die samenhangen met slechte gezondhd/verminderd
welzijn en de gezondhd / welzijn vd bevolking te verbeteren
- Elk bouwblok vervult functie om tot dit doel bij te dragen, door specif subdoelen te
verwezenlijken
1. Aanbod: aanbod is omvattend (comprehensive), passend en speelt in op de noden
(appropriate) en is toegankelijk
2. Personeel: mensen die verantw z vr het org & leveren v hulpverlening beschikken over
kennis, vaardigheden, z gemotiveerd en vertonen inzet
3. Informatie: er is goed uitegwerkt gezondheidsinfosyst dat basis vormt vr besluitvorming.
Dit syst heeft 4 sleutelfuncties: gegevens of data genereren, verzamelen en
samenvoegen, analyseren en samenvatten, en communiceren
4. (medische) prod, vaccins en technologie: er is eerlijke toegang (equity) tot essentiële
prod & diensten, vaccins en technologieën die kwaliteitsvol z, veilig, doeltreffend en
kosteneffectief
5. Financiering: er w fin middelen ter beschikking gesteld en hulp- en zorgverleners
ontvangen de juiste financiële incentives aan om ervoor te zorgen dat ied toegang heeft
tot effectieve volksgezondheid en pers zorg- en hulpverlening
6. Leadership and governance: er is nationaal (en regionaal) beleid, er z normen,
richtlijnen en voorschriften die beleid onderst en evidence-based selectie v
geneesmiddelen, vaccins, werkwijzen en technologieën volgens inetrnat normen
omvatten (incl prijsafspraken)
Een hulpverleningssysteem: een complex kluwen
1
,- Historische evoluties (elke sector in elk land kent eigen historiek, tradities en interne
dynamiek)
- Ontw op meerdere vlakken: maatsch, wetensch, organisatorisch – evolutie in sterke mate
bep door sociaal-cult, econ, politieke en andere factoren vh land (soc constructen)
- En door versch actoren: hulpvragers – hulpaanbieders (diensten + professionals) –
bestuurlijke/beleidsactoren – de bredere maatschappij (het samenlevingsconcept)
Een hulpverleningssysteem: (georganiseerd) aanbod op versch nivs
- Het geheel v maatsch inspanningen, die (een aspect v) de gezondhd/welzijn v burgers tracht
te bevorderen (preventie) of te garanderen (curatie en rehabiliteit of herstel) door
maatregelen en diensten
- A good health syst delivers quality services to all ppl when & where they need them (WHO)
- Inspanningen/voorzieningen niet altijd zuiver op 1 lijn
Een hulpverleningssysteem: steeds meer nadruk op “geïntegreerde zorg” Dia13
Een hulpverleningssysteem: financiering
- 3 main models of health care systems based on the sources of funding:
Een hulpverleningssysteem: wie organiseert of stuurt aan?
- De burger/hulpvrager neemt initiatief dia16
- De professional neemt initiatief dia17-19
Een hulpverleningssysteem: binnen een breder maatschappijmodel
- Kan niet los gzn w vh systeem waarin die hulpverlening tot stand komt
- ‘het systeem’: hoe organiseren wij ‘zorg’ in onze samenleving? (wat is ons
samenlevingsconcept) → de verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat
Een hulpverleningssysteem: binnen een breder maatschappijmodel
- De overheid neemt initiatief:
➔ De overheid neemt sturende rol op om gezondhd en welzijn v haar burgers te garanderen
2
, • Overheid niet enkel beschermer v burgerlijke en politieke rechten (= l’état gendarme),
maar ook actief vormgever v maatsch leven (= l’état protecteur)
➔ Dit prob ze (binnen kapitalistische democratieën) te realiseren via ‘de verzorgingsstaat’
De verzorgingsstaat: definitie en omschrijving
- Maatschappijvorm (of samenlevingsconcept) die gekenmerkt w door een op democratische
leest geschoeid syst v overheidszorg, dat zich, bij handhaving vh kapitalistisch prodsyst,
garant stelt vr het collectieve soc welzijn v haar onderdanen (Thoenes)
➔ Correctie vd verdeling v maatsch goederen via soc beleid
➔ Overheidstussenkomst gericht op vermindering vd marktafhankelijkheid (‘de-
commodificatie’)
➔ Compromis tss vrije markt en collectivistisch stelsel
- Ied moet bijdragen volgens draagkracht (solidariteitsprinc)
- Ied kan er beroep op doen volgens zorgbehoefte (verzekeringsprinc)
- 3 pijlers:
➔ (1) Soc zekerheid via uitkeringen en fin regelingen (bijstand), (2)goed onderwijs, (3)goede
gezondheidszorg en goede soc voorzieningen
De verzorgingsstaat: verschillen types (op een continuüm)
- Sociaal democratische verzorgingsstaat (‘klassieke’ verzorgingsstaat): scala v universele,
wettelijke verankerde voorzieningen, die indiv burgers beschermen en gebaseerd z op
aanname vd menselijke waardigheid
- Institutionele verzorgingsstaat: soc rechten z aanwezig doch laten de soc stratif ongemoeid
- Residuele verzorgingsstaat: indiv verantwhd staat centraal, soc solidariteit beperkt tot bep
sits en selectief tav bep bevolkingscat >> visie op burgerschap speelt rol
- Rudimentaire verzorgingsstaat: familiale solidariteit centraal. Sociale rechten slechts zeer
beperkt aanwezig
De verzorgingsstaat: burgerschap
- Burgerschap of ‘citizenship’
➔ ‘equal citizenship’: vertrekt vanuit assumptie dat ied gelijke status heeft en ied recht
heeft op ‘self-government’
➔ Dus: gelijke rechten, maar ook gelijke plichten en verantwhdn
➔ Citizenship = a status bestowed on those who are full members of a community. All who
possess the status are equal with respect to the rights and duties with which status is
endowed (Marshall)
- Burgerschap als (te verwerven) status >> hoe w je ‘burger’?
➔ Bv: minderjarigen; maar ook vluchtelingen
• Citizens in the making (Marshall), ‘becoming citizens’ (Smith), ‘semi-citizenship’
(Cohen)
➔ <-> recentere visie: burgerschap als ‘praktijk’: the complex and changing process and
actions of accessing rights and resp, feelings of exclusion and inclusion, and
participatory practices, through which indiv become embedded in communities,
organizations and institutions
- Participeren komt centraal te staan (participatiemaatsch), MAAR: het is wel eigen
keuze/verantwhd (risicomaatsch; individualistische prestatiemaatsch (prestatiefascinatie))
De verzorgingsstaat: evolutie
3
, Historisch perspectief op de organisatie v zorg en welzijn in Vlaanderen
Ancien regime (< Franse revolutie)
- Geen centrale aansturing door de overheid
➔ Dominantie vh private initiatief
• Zorg: hoofdz residentieel, hoofdz door religieuze (katholieke caritas-gedachte als
motief), gast- of godshuizen; niet doelgroep-specif
• Welzijn: via religieuzen (heilige geesttafel – ‘armenmeester’ aangesteld door lokaal
bestuur), via de gilden (armenbus)
➔ Weinig of geen professionalisering (tot 18e eeuw (verlichting))
• Bevolkingsgroei: toenemende aandacht vr openbare hygiëne, regulering opleiding
arts; apotheker & vroedvrouw, repressie v landloperij en bedelarij
De Franse bezetting (1789-1815)
- Minimale centrale aansturing door overheid:
➔ Laïcisering (scheiding v kerk en staat) – aanslaan vh kerkelijk patrimonium
➔ Verklaring vd rechten vd mens en burger (1793): ‘maatsch moet instaan vr zorg v burgers’
• Zorg: commissie v burgerlijke godshuizen
➢ Hospitaalcongregaties w ‘instellingen v alg nut’
➢ Voorkeur vr opvang door familieleden of pleeggezinnen
➢ Verplichting vondelingentehuis per bestuurlijk arrondissement
• Welzijn – bureel v weldadigheid
➢ Lokaal (gemeentelijk) aangestuurd
➢ Werkhuizen, bedelaarsgestichten of gevangenissen vr correctie v bedelaars en
landlopers
• Volksgezondheid:
➢ Aanpak openbare hygiëne
➢ Verplichting diploma vr artsen en apothekers
De Nederlandse bezetting (1815-1830)
- Status-quo : minimale centrale aansturing door de overheid
➔ Zuidelijke provincies: overname vh Franse openbare zorgsysteem
• Zorg: commissie v burgerlijke godshuizen: hospitaalcongregaties mogen nieuwe
leden werven
• Welzijn – bureel v weldadigheid
• Volksgezondheid:
➢ Medisch onderwijs verbetert; controle v bevoegdheden artsen en apothekers
➢ Provinciale commissie v geneeskundig onderz en toezicht
Belgische onafhankelijkheidsperiode (1830-1884)
4
Deel 1: Contextualisering
Conceptafbakening
Waarom hiervoor aandacht?
- De mythe vd ‘indiv hulpverlener’
- De hulpverlening is geen eiland
➔ Belang v contextualisering: in tijd (geschiedenis – historische evoluties) en in plaats
(binnen de ruimere samenleving)
➔ Wat doe ik (niet)? Waarom?
Een definitie: ‘health system’
- A health system = sum total of all the organizations, institutions and resources whose
primary purpose is to improve health (and wellbeing) → WHO
- ~ ‘health system’: gaat niet alleen om de hulpverlening die geboden w, maar ook over de soc
en econ determinanten v gezondheid (die vraag nr hulp mee bep)
- <-> ‘health care system’: focus ligt op geboden zorg & diensten
- = het geheel v maatsch inspanningen al dan niet georg privaat of publiek die (een aspect v)
de gezondhd of welzijn v burgers tracht te bevorderen (preventie) of te garanderen (curatie en
rehabiliteit of herstel) door maatregelen en diensten te verstrekken en te financieren. Kan
niet los gezien w vh systeem waarin die hulpverlening tot stand komt.
Een gezondheidssysteem (health system): bouwblokken
- Het aanbod (service delivery), het personeel (health workforce), informatie, (medische)
producten; vaccins en technologie, financiering, leadership and governance
- ! veel versch relaties en interacties tss deze bouwblokken
Een gezondheidssysteem: doel en functies
- Algemeen doel ve gezondheidssyst is om in te spelen op behoeften vd bevolking,
bescherming te bieden tegen risico’s die samenhangen met slechte gezondhd/verminderd
welzijn en de gezondhd / welzijn vd bevolking te verbeteren
- Elk bouwblok vervult functie om tot dit doel bij te dragen, door specif subdoelen te
verwezenlijken
1. Aanbod: aanbod is omvattend (comprehensive), passend en speelt in op de noden
(appropriate) en is toegankelijk
2. Personeel: mensen die verantw z vr het org & leveren v hulpverlening beschikken over
kennis, vaardigheden, z gemotiveerd en vertonen inzet
3. Informatie: er is goed uitegwerkt gezondheidsinfosyst dat basis vormt vr besluitvorming.
Dit syst heeft 4 sleutelfuncties: gegevens of data genereren, verzamelen en
samenvoegen, analyseren en samenvatten, en communiceren
4. (medische) prod, vaccins en technologie: er is eerlijke toegang (equity) tot essentiële
prod & diensten, vaccins en technologieën die kwaliteitsvol z, veilig, doeltreffend en
kosteneffectief
5. Financiering: er w fin middelen ter beschikking gesteld en hulp- en zorgverleners
ontvangen de juiste financiële incentives aan om ervoor te zorgen dat ied toegang heeft
tot effectieve volksgezondheid en pers zorg- en hulpverlening
6. Leadership and governance: er is nationaal (en regionaal) beleid, er z normen,
richtlijnen en voorschriften die beleid onderst en evidence-based selectie v
geneesmiddelen, vaccins, werkwijzen en technologieën volgens inetrnat normen
omvatten (incl prijsafspraken)
Een hulpverleningssysteem: een complex kluwen
1
,- Historische evoluties (elke sector in elk land kent eigen historiek, tradities en interne
dynamiek)
- Ontw op meerdere vlakken: maatsch, wetensch, organisatorisch – evolutie in sterke mate
bep door sociaal-cult, econ, politieke en andere factoren vh land (soc constructen)
- En door versch actoren: hulpvragers – hulpaanbieders (diensten + professionals) –
bestuurlijke/beleidsactoren – de bredere maatschappij (het samenlevingsconcept)
Een hulpverleningssysteem: (georganiseerd) aanbod op versch nivs
- Het geheel v maatsch inspanningen, die (een aspect v) de gezondhd/welzijn v burgers tracht
te bevorderen (preventie) of te garanderen (curatie en rehabiliteit of herstel) door
maatregelen en diensten
- A good health syst delivers quality services to all ppl when & where they need them (WHO)
- Inspanningen/voorzieningen niet altijd zuiver op 1 lijn
Een hulpverleningssysteem: steeds meer nadruk op “geïntegreerde zorg” Dia13
Een hulpverleningssysteem: financiering
- 3 main models of health care systems based on the sources of funding:
Een hulpverleningssysteem: wie organiseert of stuurt aan?
- De burger/hulpvrager neemt initiatief dia16
- De professional neemt initiatief dia17-19
Een hulpverleningssysteem: binnen een breder maatschappijmodel
- Kan niet los gzn w vh systeem waarin die hulpverlening tot stand komt
- ‘het systeem’: hoe organiseren wij ‘zorg’ in onze samenleving? (wat is ons
samenlevingsconcept) → de verzorgingsstaat
De verzorgingsstaat
Een hulpverleningssysteem: binnen een breder maatschappijmodel
- De overheid neemt initiatief:
➔ De overheid neemt sturende rol op om gezondhd en welzijn v haar burgers te garanderen
2
, • Overheid niet enkel beschermer v burgerlijke en politieke rechten (= l’état gendarme),
maar ook actief vormgever v maatsch leven (= l’état protecteur)
➔ Dit prob ze (binnen kapitalistische democratieën) te realiseren via ‘de verzorgingsstaat’
De verzorgingsstaat: definitie en omschrijving
- Maatschappijvorm (of samenlevingsconcept) die gekenmerkt w door een op democratische
leest geschoeid syst v overheidszorg, dat zich, bij handhaving vh kapitalistisch prodsyst,
garant stelt vr het collectieve soc welzijn v haar onderdanen (Thoenes)
➔ Correctie vd verdeling v maatsch goederen via soc beleid
➔ Overheidstussenkomst gericht op vermindering vd marktafhankelijkheid (‘de-
commodificatie’)
➔ Compromis tss vrije markt en collectivistisch stelsel
- Ied moet bijdragen volgens draagkracht (solidariteitsprinc)
- Ied kan er beroep op doen volgens zorgbehoefte (verzekeringsprinc)
- 3 pijlers:
➔ (1) Soc zekerheid via uitkeringen en fin regelingen (bijstand), (2)goed onderwijs, (3)goede
gezondheidszorg en goede soc voorzieningen
De verzorgingsstaat: verschillen types (op een continuüm)
- Sociaal democratische verzorgingsstaat (‘klassieke’ verzorgingsstaat): scala v universele,
wettelijke verankerde voorzieningen, die indiv burgers beschermen en gebaseerd z op
aanname vd menselijke waardigheid
- Institutionele verzorgingsstaat: soc rechten z aanwezig doch laten de soc stratif ongemoeid
- Residuele verzorgingsstaat: indiv verantwhd staat centraal, soc solidariteit beperkt tot bep
sits en selectief tav bep bevolkingscat >> visie op burgerschap speelt rol
- Rudimentaire verzorgingsstaat: familiale solidariteit centraal. Sociale rechten slechts zeer
beperkt aanwezig
De verzorgingsstaat: burgerschap
- Burgerschap of ‘citizenship’
➔ ‘equal citizenship’: vertrekt vanuit assumptie dat ied gelijke status heeft en ied recht
heeft op ‘self-government’
➔ Dus: gelijke rechten, maar ook gelijke plichten en verantwhdn
➔ Citizenship = a status bestowed on those who are full members of a community. All who
possess the status are equal with respect to the rights and duties with which status is
endowed (Marshall)
- Burgerschap als (te verwerven) status >> hoe w je ‘burger’?
➔ Bv: minderjarigen; maar ook vluchtelingen
• Citizens in the making (Marshall), ‘becoming citizens’ (Smith), ‘semi-citizenship’
(Cohen)
➔ <-> recentere visie: burgerschap als ‘praktijk’: the complex and changing process and
actions of accessing rights and resp, feelings of exclusion and inclusion, and
participatory practices, through which indiv become embedded in communities,
organizations and institutions
- Participeren komt centraal te staan (participatiemaatsch), MAAR: het is wel eigen
keuze/verantwhd (risicomaatsch; individualistische prestatiemaatsch (prestatiefascinatie))
De verzorgingsstaat: evolutie
3
, Historisch perspectief op de organisatie v zorg en welzijn in Vlaanderen
Ancien regime (< Franse revolutie)
- Geen centrale aansturing door de overheid
➔ Dominantie vh private initiatief
• Zorg: hoofdz residentieel, hoofdz door religieuze (katholieke caritas-gedachte als
motief), gast- of godshuizen; niet doelgroep-specif
• Welzijn: via religieuzen (heilige geesttafel – ‘armenmeester’ aangesteld door lokaal
bestuur), via de gilden (armenbus)
➔ Weinig of geen professionalisering (tot 18e eeuw (verlichting))
• Bevolkingsgroei: toenemende aandacht vr openbare hygiëne, regulering opleiding
arts; apotheker & vroedvrouw, repressie v landloperij en bedelarij
De Franse bezetting (1789-1815)
- Minimale centrale aansturing door overheid:
➔ Laïcisering (scheiding v kerk en staat) – aanslaan vh kerkelijk patrimonium
➔ Verklaring vd rechten vd mens en burger (1793): ‘maatsch moet instaan vr zorg v burgers’
• Zorg: commissie v burgerlijke godshuizen
➢ Hospitaalcongregaties w ‘instellingen v alg nut’
➢ Voorkeur vr opvang door familieleden of pleeggezinnen
➢ Verplichting vondelingentehuis per bestuurlijk arrondissement
• Welzijn – bureel v weldadigheid
➢ Lokaal (gemeentelijk) aangestuurd
➢ Werkhuizen, bedelaarsgestichten of gevangenissen vr correctie v bedelaars en
landlopers
• Volksgezondheid:
➢ Aanpak openbare hygiëne
➢ Verplichting diploma vr artsen en apothekers
De Nederlandse bezetting (1815-1830)
- Status-quo : minimale centrale aansturing door de overheid
➔ Zuidelijke provincies: overname vh Franse openbare zorgsysteem
• Zorg: commissie v burgerlijke godshuizen: hospitaalcongregaties mogen nieuwe
leden werven
• Welzijn – bureel v weldadigheid
• Volksgezondheid:
➢ Medisch onderwijs verbetert; controle v bevoegdheden artsen en apothekers
➢ Provinciale commissie v geneeskundig onderz en toezicht
Belgische onafhankelijkheidsperiode (1830-1884)
4